Gelet op het decreet over het lokaal bestuur, artikel 40 en 41;
Gelet op het decreet van 16 januari 2004 betreffende de begraafplaatsen en de lijkbezorging;
Gelet op de omzendbrief BB 2006/03 van 10 maart 2006 betreffende de toepassing van het decreet van 16 januari 2004 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging en uitvoeringsbesluiten;
Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 25 november 2019 houdende retributie op grafconcessies;
Overwegende dat het gemeentebestuur wegens de beperkte beschikbare plaats op de kerkhoven prioriteit wenst te verlenen aan inwoners van de gemeente voor het verlenen van grafconcessies;
Overwegende dat het aangewezen is de bepalingen inzake gebrek aan betaling in der minne in overeenstemming te brengen met de bepalingen van het decreet over het lokaal bestuur;
Gelet op de financiële toestand van de gemeente;
Artikel 1
In artikel 5 van het gemeenteraadsbesluit van 25 november 2019 houdende retributie op grafconcessies wordt de bepaling “Bij gebreke van contante betaling wordt de retributie van ambtswege ingekohierd en is ze onmiddellijk eisbaar;” geschrapt en vervangen door volgende alinea:
“Bij gebrek aan betaling in der minne, zal de retributie burgerrechtelijk ingevorderd worden voor wat betreft het betwiste gedeelte. De invordering van het niet-betwiste gedeelte zal gebeuren volgens de modaliteiten voorzien in artikel 177, 2° van het decreet over het lokaal bestuur;”
Artikel 2
De gecoördineerde versie van het gemeenteraadsbesluit van 25 november 2019 houdende retributie op grafconcessies als bijlage bij dit besluit wordt goedgekeurd;
Artikel 3
Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2022 en wordt overeenkomstig artikel 286 van het decreet over het lokaal bestuur afgekondigd en bekendgemaakt.