Gelet op het decreet over het lokaal bestuur, artikel 40 en 41;
Gelet op het decreet over het lokaal bestuur, artikel 39;
Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 25 maart 2019 houdende deontologische code voor de gemeente en OCMW-raadsleden;
Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 25 maart 2019 houdende vaststelling aantal leden deontologische commissie;
Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 29 april 2019 houdende vaststelling samenstelling deontologische commissie (2019-2024), zoals gewijzigd;
Overwegende dat het Vlaams Parlement aan artikel 39 van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur de volgende zinnen heeft toegevoegd:
"De gemeenteraad neemt een deontologische code aan... “en richt een deontologische commissie op. De deontologische code regelt ook de samenstelling, werking en bevoegdheid van de deontologische commissie. De deontologische commissie bestaat minstens uit één vertegenwoordiger per fractie in de gemeenteraad.”;
Overwegende dat de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn reeds een deontologische commissie in de schoot van de gemeenteraad hebben opgericht;
Overwegende dat de gemeenteraad het aantal leden van de deontologische commissie heeft vastgesteld op 9, als volgt verdeeld over de fracties:
Overwegende dat Groen na de recente decreetwijziging recht heeft op een volwaardige vertegenwoordiger;
Overwegende dat het omwille van het principe van de evenredigheid aangewezen is om het aantal leden van de deontologische commissie te verhogen tot 11;
Artikel 1
Artikel 51, 52 en 53 (inclusief titel) van de deontologische code voor de gemeente- en OCMW-mandatarissen als volgt aan te passen:
Artikel 51
De deontologische commissie van de gemeenteraad/ raad voor maatschappelijk welzijn
§1. Oprichting van een deontologische commissie van de gemeenteraad/ raad voor maatschappelijk welzijn
Er wordt een deontologische commissie in de schoot van de gemeenteraad en een deontologische commissie in de schoot van de raad voor maatschappelijk welzijn opgericht.
§2. Bevoegdheid van de deontologische commissies
De commissie gaat na over welke mandataris er een melding gemaakt wordt en in welke hoedanigheid.
Als de deontologische commissie een onderzoek naar een inbreuk op de deontologische code afrondt, brengt ze de gemeenteraad of de raad voor maatschappelijk welzijn op de hoogte van dat onderzoek en van haar advies of uitspraak.
De deontologische commissies kunnen geen tuchtmaatregelen of blaam opleggen maar de besprekingen binnen de deontologische commissie kunnen leiden tot:
De deontologische commissie voor de gemeenteraad is bevoegd voor:
De deontologische commissie voor de raad voor maatschappelijk welzijn is bevoegd voor:
§3. Samenstelling van de deontologische commissies
De samenstelling van de deontologische commissie van de gemeenteraad wordt geregeld in een apart gemeenteraadsbesluit, met dien verstande dat alle fracties van de gemeenteraad moeten vertegenwoordigd zijn in de commissie en de leden aangesteld worden met een akte van voordracht.
Om ontvankelijk te zijn moet de akte van voordracht voor elk van de kandidaat-commissieleden ten minste ondertekend zijn door een meerderheid van de leden van de fractie waarvan het kandidaat-commissielid deel uitmaakt. Als de fractie van het kandidaat-commissielid maar uit twee verkozenen bestaat, volstaat de handtekening van een van hen. Niemand kan meer dan één akte ondertekenen per beschikbaar mandaat voor de fractie.
De burgemeester of schepenen kunnen geen voorzitter zijn van een deontologische commissie.
Een lid van de deontologische commissie van de gemeenteraad kan zich laten vervangen door iemand van dezelfde politieke fractie. Een lid dat deel uitmaakt van een éénmansfractie, kan zich laten vervangen door een mandataris van een andere fractie. Gaat een procedure over een mogelijke schending van een code door een lid van de commissie, dan wordt tijdens de hele procedure daarover het lid vervangen door een door zijn/haar fractie aangestelde plaatsvervanger.
De samenstelling van de deontologische commissie van de gemeenteraad is identiek aan de samenstelling van de deontologische commissie van de raad voor maatschappelijk welzijn.
§4. De wijze van vergaderen
De deontologische commissie vergadert achter gesloten deuren, tenzij de betrokkene die het voorwerp uitmaakt van de melding of klacht, om een openbare behandeling vraagt voor zijn eigen tussenkomst.
Voor de besprekingen en de adviezen van de deontologische commissie is geen aanwezigheidsquorum vereist.
De leden van de commissie werken volgens volgen de principes:
§5. Melding van een mogelijke schending
Meldingen van gemeenteraadsleden/ leden van de raad voor maatschappelijk welzijn over een mogelijke schending van de deontologische code worden ingediend bij de voorzitter van de deontologische commissie van de gemeenteraad/ van de raad voor maatschappelijk welzijn die de melding beoordeelt inzake ontvankelijkheid. Een melding is niet ontvankelijk indien:
In geval van hoogdringendheid, te beoordelen door de voorzitter van de deontologische commissie, wordt de bijeenroeping tenminste 3 dagen voor de vergadering bezorgd.
De bezorging van de oproeping, de agenda en het dossier gebeurt op dezelfde wijze als dat gebeurt in de raad, met dat verschil dat enkel de leden van de deontologische commissie deze oproep, agenda en dossiers ontvangt.
§6. De voorzitter van de deontologische commissie stelt de agenda op, opent en sluit de vergadering, is verantwoordelijk voor de handhaving van de orde en zit de vergadering voor. De notulen van de vergadering worden onder de verantwoordelijkheid van de algemeen directeur opgesteld overeenkomstig artikel 277 van het decreet over het lokaal bestuur.
§7. Enkel de gemeenteraad/ raad voor maatschappelijk welzijn kan zich uitspreken of een mandataris van de gemeente/het OCMW een schending heeft begaan. Dat kan op basis van het gemotiveerd advies van de deontologische commissie. Als de raad beslist om af te wijken van het advies dan moet de vermeende schender de kans krijgen om door de raad zelf gehoord te worden vooraleer de raad ten gronde besluit.
Wanneer de gemeenteraad/ raad voor maatschappelijk welzijn vaststelt dat deze code geschonden werd door een mandataris van de gemeente/ het OCMW, dan kan de raad:
§8. Het presentiegeld van de leden van de deontologische commissie wordt desgevallend geregeld in een apart raadsbesluit.
Artikel 2
De gecoördineerde versie van de deontologische code voor de gemeente- en OCMW-mandatarissen als bijlage bij dit besluit goed te keuren
Artikel 3
Artikel 1 van het gemeenteraadsbesluit van 25 maart 2019 houdende vaststelling aantal leden deontologische commissie als volgt aan te passen:
Het aantal leden van de deontologische commissie vast te stellen op 11;
Artikel 4
Artikel 2 van het gemeenteraadsbesluit van 25 maart 2019 houdende vaststelling aantal leden deontologische commissie als volgt aan te passen:
De verdeling van het aantal zetels over de fracties als volgt vast te stellen:
Artikel 5
De samenstelling van de deontologische commissie zoals bepaald door de gemeenteraad van 29 april 2019 blijft behouden, met dien verstande dat zowel CD&V-PLUS als Groen uitgenodigd worden om een voordracht in te dienen voor een bijkomend lid van de commissie;
De voordrachtaktes dienen overhandigd te worden aan de voorzitter van de gemeenteraad vóór 17 april 2023;
Artikel 6
De leden en de voorzitter van de deontologische commissie van de gemeenteraad zijn van rechtswege ook leden en voorzitter van de deontologische commissie van de raad voor maatschappelijk welzijn.