Terug
Gepubliceerd op 27/04/2021

Besluit  Gemeenteraad

ma 26/04/2021 - 20:00

Belasting op de uitbatingsvergunningen

Aanwezig: Walter Teugels, Voorzitter gemeenteraad
Maarten Mast, Burgemeester
Lien Casier, David De Valck, Steven Elpers, Toon Luypaert, Julie Asselman, Schepenen
Mario Vandevelde, Tonia Abbeloos, Chantal Mostaert, Joris Verspecht, Ludwig De Mesmaeker, Toon Dours, Luc Robberechts, Stefaan Van Den Eynde, Nathalie Hellinckx, Els Seghers, Anne Del Piero, Tom Van Gestel, Francis Wijns, Tom Vandenbossche, Jean De Block, Reinhoud De Bosscher, Luc Vrijders, Michiel De Potter, Raadsleden
Chris Van den Bossche, Algemeen directeur
regelgeving

Gelet op artikel 170, §4 van de Grondwet;

Gelet op het Decreet over het Lokaal Bestuur;

Gelet op artikel 135 van de Nieuwe Gemeentewet;

Gelet op de wet van 10 november 2006 betreffende de openingsuren in de handel, ambacht en dienstverlening, met latere wijzigingen;

Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, met latere wijzigingen;

Gelet op het uitbatingsreglement voor bepaalde inrichtingen zoals goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van heden;

omschrijving/overwegende

Overwegende dat de volgende inrichtingen een uitbatingsvergunning nodig hebben:

  1. belwinkel;
  2. CBD-winkel;
  3. nachtwinkel;
  4. de in openlucht gelegen opslagplaatsen voor schroot, voertuigen buiten gebruik, autowrakken of rijklare tweedehandsvoertuigen (niet voor garagehouders die als hoofdbezigheid de verkoop van nieuwe voertuigen heeft);
  5. shishabar;

Overwegende dat deze inrichtingen zorgen voor overlast, hinder, sluikstorten, vervuiling, verkeersproblemen en verhoogde veiligheidsrisico’s;

Overwegende dat de uitbatingsvergunning daarom wordt gekoppeld aan twee belastingen:

  1. een éénmalige belasting op de afgifte van een uitbatingsvergunning (6.000,00 euro);
  2. een jaarlijkse belasting op het hebben van een uitbatingsvergunning (1.500,00 euro);
financiële impact

Gelet op de financiële toestand van de gemeente;

Publieke stemming
Aanwezig: Walter Teugels, Maarten Mast, Lien Casier, David De Valck, Steven Elpers, Toon Luypaert, Julie Asselman, Mario Vandevelde, Tonia Abbeloos, Chantal Mostaert, Joris Verspecht, Ludwig De Mesmaeker, Toon Dours, Luc Robberechts, Stefaan Van Den Eynde, Nathalie Hellinckx, Els Seghers, Anne Del Piero, Tom Van Gestel, Francis Wijns, Tom Vandenbossche, Jean De Block, Reinhoud De Bosscher, Luc Vrijders, Michiel De Potter, Chris Van den Bossche
Voorstanders: Walter Teugels, Maarten Mast, Lien Casier, David De Valck, Steven Elpers, Toon Luypaert, Julie Asselman, Mario Vandevelde, Tonia Abbeloos, Chantal Mostaert, Joris Verspecht, Ludwig De Mesmaeker, Toon Dours, Luc Robberechts, Stefaan Van Den Eynde, Nathalie Hellinckx, Els Seghers, Anne Del Piero, Tom Van Gestel, Francis Wijns, Tom Vandenbossche, Jean De Block, Reinhoud De Bosscher, Luc Vrijders, Michiel De Potter
Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
besluit

Artikel 1

Met ingang van 1 mei 2021 en voor een termijn eindigend op 31 december 2024 wordt een belasting gevestigd op de afgifte van een uitbatingsvergunning en een jaarlijkse belasting op het hebben van een uitbatingsvergunning;

Artikel 2

Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:

  1. Uitbatingsvergunning: de vergunning die wordt afgeleverd door het college van burgemeester en schepenen in het kader van het uitbatingsreglement voor bepaalde inrichtingen;
  2. Afgifte van een uitbatingsvergunning: de eerste toekenning van een uitbatingsvergunning voor een bepaalde belastingplichtige voor een uitbating van een inrichting;
    Een hernieuwing van een uitbatingsvergunning geldt niet als een afgifte van een uitbatingsvergunning;
  3. Inrichting, zoals beschreven in het uitbatingsreglement voor bepaalde inrichtingen: een plaats die men geografisch gezien kan identificeren door een adres en die voor de consument toegankelijk is;
  4. Uitbater: de natuurlijke persoon of personen, de feitelijke vereniging of de rechtspersoon voor wiens rekening en risico de inrichting wordt uitgebaat;

Artikel 3

§ 1. De éénmalige belasting op de afgifte van een uitbatingsvergunning bedraagt 6.000,00 euro voor de afgifte van een uitbatingsvergunning;

§ 2. De jaarlijkse belasting op het hebben van een uitbatingsvergunning bedraagt 1.500,00 euro voor het hebben van een uitbatingsvergunning op 1 januari van het aanslagjaar;

Artikel 4

De jaarlijkse belasting op het hebben van een uitbatingsvergunning wordt niet opgelegd in het jaar van de afgifte van de uitbatingsvergunning;

De jaarlijkse belasting op het hebben van een uitbatingsvergunning is ondeelbaar: de stopzetting of vermindering van de uitbating, het verval van rechtswege, de administratieve schorsing of intrekking van de uitbatingsvergunning of de tijdelijke of definitieve sluiting van de inrichting tijdens het aanslagjaar kan niet leiden tot een vermindering of kwijtschelding van de belasting;

Artikel 5

§ 1. De belasting op de afgifte van een uitbatingsvergunning is verschuldigd door de uitbater op wiens naam de uitbatingsvergunning wordt toegekend;

§ 2. De jaarlijkse belasting op het hebben van een uitbatingsvergunning is verschuldigd door de houder van de uitbatingsvergunning op 1 januari van het aanslagjaar;

Artikel 6

De in artikel 3 vermelde tarieven worden gekoppeld aan de evolutie van de consumptieprijsindex. Ze worden jaarlijks op 1 januari aangepast volgens de volgende formule:

[huidig tarief] x consumptieprijsindexcijfer van de maand december die aan de aanpassing voorafgaat / consumptieprijsindexcijfer van de maand december 2020;

Artikel 7

De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen;

Artikel 8

De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet;

Artikel 9

§ 1. De belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen;

§ 2. Het bezwaarschrift moet schriftelijk worden ingediend, ondertekend en gemotiveerd zijn en op straffe van verval worden ingediend binnen een termijn van drie maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag.
De indiening van het bezwaarschrift kan gebeuren door verzending, door overhandiging of via een duurzame drager;

Artikel 10

Dit belastingreglement treedt in werking op 1 mei 2021;

Artikel 11

Dit belastingreglement zal worden bekendgemaakt overeenkomstig de bepalingen van het decreet over het lokaal bestuur;

Artikel 12

De toezichthoudende overheid wordt conform artikel 330 van het decreet lokaal bestuur op de hoogte gebracht van de bekendmaking van onze besluiten.