Vaststelling van de retributie op grafconcessies, op graf- en urnenkelders en op columbariumnissen op de gemeentelijke begraafplaatsen van Merchtem voor de periode van 2026 tot en met 2031.
Gelet op de gecoördineerde Grondwet, artikel 41, 162 en 173;
Gelet op het decreet over het lokaal bestuur, artikel 40 en 41;
Gelet op het decreet van 16 januari 2004 betreffende de begraafplaatsen en de lijkbezorging;
Gelet op de omzendbrief BB 2006/03 van 10 maart 2006 betreffende de toepassing van het decreet van 16 januari 2004 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging en uitvoeringsbesluiten;
Overwegende dat een tarief dient vastgesteld te worden voor een grafconcessie en voor een graf- of urnenkelder;
Overwegende dat het gerechtvaardigd is om een billijke financiële tussenkomst te vragen van alle belanghebbenden op het grondgebied van de gemeente gelet op de financiële toestand van de gemeente en de wettelijke verplichting om een financieel evenwicht te handhaven;
Overwegende dat behoudens het verlenen van een concessie de begraving van een stoffelijk overschot of urne en de bijzetting in een columbarium kosteloos moet zijn voor de personen die ingeschreven zijn in de bevolkingsregisters, het vreemdelingen- of wachtregister van de gemeente. In afwijking van het voorgaande kan een afwijking van het voorgaande worden voorzien overeenkomstig artikel 17, §1 van het decreet van 16 januari 2004, waar een vergoeding tegen kostprijs kan worden gevraagd voor grafkelders en urnenkelders, maar niet voor columbariumnissen;
Overwegende dat het gerechtvaardigd is om de tarieven geldend voor de periode 2019-2025 aan te passen aan de evolutie van de consumptieprijzen, afgerond naar boven;
Overwegende dat het gemeentebestuur wegens de beperkte beschikbare plaats op de kerkhoven prioriteit wenst te verlenen aan inwoners van de gemeente voor het verlenen van grafconcessies;
Overwegende dat de ontvangsten zullen voorzien worden in het meerjarenplan 2026-2031;
Artikel 1
Er wordt met ingang van 1 januari 2026 en eindigend op 31 december 2031, een retributie gevestigd op het verlenen of hernieuwen van grafconcessies op graf- en urnenkelders en op columbariumnissen op de gemeentelijke begraafplaatsen van Merchtem;
Artikel 2
De retributie bedraagt:
Artikel 3
Worden aanzien als personen vreemd aan de gemeente, diegenen die niet zijn ingeschreven in de bevolkingsregister van de gemeente op het ogenblik van de aanvraag;
Wordt voor de toepassing van dit artikel in uitzondering op vorige alinea niet aanzien als personen vreemd aan de gemeente:
Artikel 4
De retributie is verschuldigd door de aanvrager. De begrafenisondernemer wordt niet beschouwd als aanvrager, maar als vertegenwoordiger van de aanvrager;
Artikel 5
De retributie is contant betaalbaar voor de begraving of de bijzetting van de asurn;
Bij gebrek aan betaling in der minne, zal de retributie burgerrechtelijk ingevorderd worden voor wat betreft het betwiste gedeelte. De invordering van het niet-betwiste gedeelte zal gebeuren volgens de modaliteiten voorzien in artikel 177, 2° van het decreet over het lokaal bestuur;
Artikel 6
Dit besluit wordt overeenkomstig artikel 286 van het decreet over het lokaal bestuur afgekondigd en bekendgemaakt.