Terug
Gepubliceerd op 01/02/2022

Notulen  Gemeenteraad

ma 20/12/2021 - 20:00 raadzaal
Aanwezig: Walter Teugels, Voorzitter gemeenteraad
Maarten Mast, Burgemeester
Lien Casier, David De Valck, Steven Elpers, Toon Luypaert, Julie Asselman, Schepenen
Mario Vandevelde, Tonia Abbeloos, Chantal Mostaert, Joris Verspecht, Ludwig De Mesmaeker, Toon Dours, Luc Robberechts, Stefaan Van Den Eynde, Nathalie Hellinckx, Anne Del Piero, Tom Van Gestel, Francis Wijns, Tom Vandenbossche, Jean De Block, Reinhoud De Bosscher, Luc Vrijders, Michiel De Potter, Raadsleden
Chris Van den Bossche, Algemeen directeur
Verontschuldigd: Els Seghers, Raadslid
  • Openbaar

    • Goedkeuring verslag

      • Goedkeuring notulen gemeenteraadszitting d.d. 29 november 2021

        Publieke stemming
        Aanwezig: Walter Teugels, Maarten Mast, Lien Casier, David De Valck, Steven Elpers, Toon Luypaert, Julie Asselman, Mario Vandevelde, Tonia Abbeloos, Chantal Mostaert, Joris Verspecht, Ludwig De Mesmaeker, Toon Dours, Luc Robberechts, Stefaan Van Den Eynde, Nathalie Hellinckx, Anne Del Piero, Tom Van Gestel, Francis Wijns, Tom Vandenbossche, Jean De Block, Reinhoud De Bosscher, Luc Vrijders, Michiel De Potter, Chris Van den Bossche
        Voorstanders: Walter Teugels, Maarten Mast, Lien Casier, David De Valck, Steven Elpers, Toon Luypaert, Julie Asselman, Mario Vandevelde, Tonia Abbeloos, Chantal Mostaert, Joris Verspecht, Ludwig De Mesmaeker, Toon Dours, Luc Robberechts, Stefaan Van Den Eynde, Nathalie Hellinckx, Anne Del Piero, Tom Van Gestel, Francis Wijns, Tom Vandenbossche, Jean De Block, Reinhoud De Bosscher, Luc Vrijders, Michiel De Potter
        Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
        besluit

        De gemeenteraad keurt de notulen goed.

    • Algemene zaken

      • Wijziging vormingsreglement

        regelgeving

        Gelet op artikel 192 van het decreet lokaal bestuur houdende het recht op informatie en vorming voor personeelsleden;

        Gelet op het Besluit Vlaamse Regering RPR van 7 december 2007 en zijn latere wijzigingen;

        Gelet op de rechtspositieregelingen van het personeel van gemeente en OCMW en het personeel van het woonzorgcentrum;

        omschrijving/overwegende

        Het vormingsreglement is bijlage 5 van het arbeidsreglement.

        Dit vormingsreglement is aangepast naar de huidige manier van werken.  

        Er is een luik toegevoegd betreffende de mogelijkheid voor de invoering van een scholingsbeding voor bepaalde personeelsleden.

        Het document vormingsaanvraag is verwijderd aangezien de aanvragen verlopen via Topdesk.

        Publieke stemming
        Aanwezig: Walter Teugels, Maarten Mast, Lien Casier, David De Valck, Steven Elpers, Toon Luypaert, Julie Asselman, Mario Vandevelde, Tonia Abbeloos, Chantal Mostaert, Joris Verspecht, Ludwig De Mesmaeker, Toon Dours, Luc Robberechts, Stefaan Van Den Eynde, Nathalie Hellinckx, Anne Del Piero, Tom Van Gestel, Francis Wijns, Tom Vandenbossche, Jean De Block, Reinhoud De Bosscher, Luc Vrijders, Michiel De Potter, Chris Van den Bossche
        Voorstanders: Walter Teugels, Maarten Mast, Lien Casier, David De Valck, Steven Elpers, Toon Luypaert, Julie Asselman, Mario Vandevelde, Tonia Abbeloos, Chantal Mostaert, Joris Verspecht, Ludwig De Mesmaeker, Toon Dours, Luc Robberechts, Stefaan Van Den Eynde, Nathalie Hellinckx, Anne Del Piero, Tom Van Gestel, Francis Wijns, Tom Vandenbossche, Jean De Block, Reinhoud De Bosscher, Luc Vrijders, Michiel De Potter
        Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
        besluit

        De gemeenteraad verklaart zich akkoord met het vormingsreglement.

      • Goedkeuring addendum bij het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad

        regelgeving

        Gelet op het decreet over het lokaal bestuur, artikel 40 en 41;

        Gelet op het decreet over het lokaal bestuur, artikel 20 en 38;

        Gelet op het decreet van 16 juli 2021 tot wijziging van diverse decreten wat betreft versterking van de lokale democratie;

        Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 10 september 2021 over de voorwaarden voor digitaal of hybride vergaderen voor de organen van de lokale besturen;

        Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 16 december 2019 houdende aanpassing huishoudelijk reglement;

        omschrijving/overwegende

        Overwegende dat door de federale crisisfase die afgekondigd werd ter beheersing van de coronapandemie de gemeente- en OCMW-raad veel ervaring heeft opgedaan met digitaal en zelfs hybride vergaderen;

        Overwegende dat het decreet van 16 juli 2021 tot wijziging van diverse decreten wat betreft versterking van de lokale democratie de raden de mogelijkheid biedt om digitaal en/of hybride te vergaderen;

        Overwegende dat de raad eerst zijn huishoudelijk reglement dient aan te passen;

        Overwegende dat digitaal of hybride vergaderen de uitzondering moeten blijven;

        Publieke stemming
        Aanwezig: Walter Teugels, Maarten Mast, Lien Casier, David De Valck, Steven Elpers, Toon Luypaert, Julie Asselman, Mario Vandevelde, Tonia Abbeloos, Chantal Mostaert, Joris Verspecht, Ludwig De Mesmaeker, Toon Dours, Luc Robberechts, Stefaan Van Den Eynde, Nathalie Hellinckx, Anne Del Piero, Tom Van Gestel, Francis Wijns, Tom Vandenbossche, Jean De Block, Reinhoud De Bosscher, Luc Vrijders, Michiel De Potter, Chris Van den Bossche
        Voorstanders: Walter Teugels, Maarten Mast, Lien Casier, David De Valck, Steven Elpers, Toon Luypaert, Julie Asselman, Mario Vandevelde, Tonia Abbeloos, Chantal Mostaert, Joris Verspecht, Ludwig De Mesmaeker, Toon Dours, Luc Robberechts, Stefaan Van Den Eynde, Nathalie Hellinckx, Anne Del Piero, Tom Van Gestel, Francis Wijns, Tom Vandenbossche, Jean De Block, Reinhoud De Bosscher, Luc Vrijders, Michiel De Potter
        Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
        besluit

        Artikel 1

        In artikel 7 §1 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad worden de woorden  'zowel zijde Nieuwstraat als aan zijde Bogaerdstraat' geschrapt;

        Artikel 2

        Bijgaand addendum bij het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad wordt goedgekeurd.

      • Evaluatie en aanpassing van de beheersovereenkomst betreffende de integratie/samenwerking der diensten van gemeente- en OCMW Merchtem

        regelgeving

        Gelet op het decreet over het lokaal bestuur, artikel 40 en 41;

        Gelet op het decreet over het lokaal bestuur, artikel 196 §2;

        Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 26 augustus 2019 houdende goedkeuring evaluatie beheersovereenkomst betreffende de integratie / samenwerking der diensten van gemeente en OCMW Merchtem;

        omschrijving/overwegende

        Overwegende dat artikel 23 van de Beheersovereenkomst bepaalt dat de Beheersovereenkomst jaarlijks geëvalueerd wordt en dat wijzigingen geïmplementeerd worden middels een schriftelijk addendum;

        Overwegende het verslag van de evaluatie van de Beheersovereenkomst door het mat op 16 november 2021 als bijlage bij dit besluit;

        Overwegende de bespreking in het college van 25 november 2021;

        Gelet op het addendum 1 bij de Beheersovereenkomst betreffende de integratie/samenwerking der diensten van gemeente- en OCMW Merchtem als bijlage bij dit besluit;

        Gelet op de gecoördineerde versie van de Beheersovereenkomst betreffende de integratie/samenwerking der diensten van gemeente- en OCMW Merchtem;

        Publieke stemming
        Aanwezig: Walter Teugels, Maarten Mast, Lien Casier, David De Valck, Steven Elpers, Toon Luypaert, Julie Asselman, Mario Vandevelde, Tonia Abbeloos, Chantal Mostaert, Joris Verspecht, Ludwig De Mesmaeker, Toon Dours, Luc Robberechts, Stefaan Van Den Eynde, Nathalie Hellinckx, Anne Del Piero, Tom Van Gestel, Francis Wijns, Tom Vandenbossche, Jean De Block, Reinhoud De Bosscher, Luc Vrijders, Michiel De Potter, Chris Van den Bossche
        Voorstanders: Walter Teugels, Maarten Mast, Lien Casier, David De Valck, Steven Elpers, Toon Luypaert, Julie Asselman, Mario Vandevelde, Tonia Abbeloos, Chantal Mostaert, Joris Verspecht, Ludwig De Mesmaeker, Toon Dours, Luc Robberechts, Stefaan Van Den Eynde, Nathalie Hellinckx, Anne Del Piero, Tom Van Gestel, Francis Wijns, Tom Vandenbossche, Jean De Block, Reinhoud De Bosscher, Luc Vrijders, Michiel De Potter
        Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
        besluit

        Artikel 1

        De raad neemt kennis van de evaluatie van de Beheersovereenkomst;

        Artikel 2

        Het addendum 1 aan de Beheersovereenkomst betreffende de integratie/samenwerking der diensten van gemeente en OCMW Merchtem als bijlage bij dit besluit wordt goedgekeurd;

        Artikel 3

        De gecoördineerde versie van de Beheersovereenkomst betreffende de integratie/samenwerking der diensten van gemeente en OCMW Merchtem als bijlage bij dit besluit wordt goedgekeurd;

        Artikel 4

        Dit besluit wordt overeenkomstig artikel 286 van het decreet over het lokaal bestuur afgekondigd en bekendgemaakt.

      • Evaluatie en aanpassing van de beheersovereenkomst tussen gemeente Merchtem en het autonoom gemeentebedrijf Merchtem in het licht van artikel 234 van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur

        regelgeving

        Gelet op het decreet over het lokaal bestuur, artikel 40 en 41;

        Gelet op het decreet over het lokaal bestuur, artikel 225 tot en met 244;

        Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 26 oktober 2009 houdende de oprichting van een autonoom gemeentebedrijf en het vaststellen van de statuten;

        Gelet op het ministerieel besluit van 5 februari 2010  houdende de goedkeuring van de gemeenteraadsbeslissing van 26 oktober 2009 houdende de oprichting van een autonoom gemeentebedrijf en het vaststellen van de statuten;

        Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 25 maart 2019 houdende statutenwijziging AGB Merchtem;

        Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 17 juni 2019 houdende goedkeuring beheersovereenkomst tussen gemeente Merchtem en het Autonoom Gemeentebedrijf Merchtem;

        Gelet op het besluit van de Raad van Bestuur van het AGB Merchtem van 17 juni 2019 houdende goedkeuring beheersovereenkomst tussen gemeente Merchtem en het Autonoom Gemeentebedrijf Merchtem;

        omschrijving/overwegende

        Overwegende dat artikel 234 §3 van het decreet over het lokaal bestuur bepaalt dat de beheersovereenkomst en de uitvoering ervan jaarlijks geëvalueerd worden door de gemeenteraad;

        Overwegende het verslag van de evaluatie van de beheersovereenkomst door het mat op 16 november 2021 als bijlage bij dit besluit;

        Overwegende de bespreking in de vergadering van het college van 25 november 2021;

        Gelet op het addendum 1 aan de beheersovereenkomst tussen gemeente Merchtem en het Autonoom Gemeentebedrijf Merchtem in het licht van artikel 234 van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur als bijlage bij dit besluit;

        Gelet op de gecoördineerde versie van de beheersovereenkomst tussen gemeente Merchtem en het Autonoom Gemeentebedrijf Merchtem in het licht van artikel 234 van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur als bijlage bij dit besluit;

        Publieke stemming
        Aanwezig: Walter Teugels, Maarten Mast, Lien Casier, David De Valck, Steven Elpers, Toon Luypaert, Julie Asselman, Mario Vandevelde, Tonia Abbeloos, Chantal Mostaert, Joris Verspecht, Ludwig De Mesmaeker, Toon Dours, Luc Robberechts, Stefaan Van Den Eynde, Nathalie Hellinckx, Anne Del Piero, Tom Van Gestel, Francis Wijns, Tom Vandenbossche, Jean De Block, Reinhoud De Bosscher, Luc Vrijders, Michiel De Potter, Chris Van den Bossche
        Voorstanders: Walter Teugels, Maarten Mast, Lien Casier, David De Valck, Steven Elpers, Toon Luypaert, Julie Asselman, Mario Vandevelde, Tonia Abbeloos, Chantal Mostaert, Joris Verspecht, Ludwig De Mesmaeker, Toon Dours, Luc Robberechts, Stefaan Van Den Eynde, Nathalie Hellinckx, Anne Del Piero, Tom Van Gestel, Francis Wijns, Tom Vandenbossche, Jean De Block, Reinhoud De Bosscher, Luc Vrijders, Michiel De Potter
        Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
        besluit

        Artikel 1

        De raad neemt kennis van de evaluatie van de beheersovereenkomst;

        Artikel 2

        Het addendum 1 aan de beheersovereenkomst tussen gemeente Merchtem en het Autonoom Gemeentebedrijf Merchtem in het licht van artikel 234 van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur als bijlage bij dit besluit wordt goedgekeurd;

        Artikel 3

        De gecoördineerde versie van de beheersovereenkomst tussen gemeente Merchtem en het Autonoom Gemeentebedrijf Merchtem in het licht van artikel 234 van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur als bijlage bij dit besluit wordt goedgekeurd;

        Artikel 4

        Dit besluit wordt overeenkomstig artikel 286 van het decreet over het lokaal bestuur afgekondigd en bekendgemaakt.

    • Financiën

      • Aanpassing van het gemeenteraadsbesluit houdende de belasting op de aanvraag voor een voornaamswijziging

        regelgeving

        Gelet op het decreet over het lokaal bestuur, artikel 40 en 41;

        Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, gewijzigd bij decreten van 28 mei 2010 en 17 februari 2012;

        Gelet op de omzendbrief van 11 juli 2018 betreffende de wet van 18 juni 2018, houdende diverse bepalingen inzake burgerlijk recht en bepalingen met het oog op de bevordering van alternatieve vormen van geschillenoplossing, waarbij de bevoegdheid inzake verandering van voornamen wordt overgedragen aan de ambtenaren van de burgerlijke stand en de voorwaarden en de procedure ervan wordt geregeld;

        Gelet op omzendbrief KB ABB 2019/2 van 15 februari 2019 over de gemeentefiscaliteit;

        Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 27 mei 2019 houdende de belasting op de aanvraag voor een voornaamswijziging;

        omschrijving/overwegende

        Overwegende dat de overdracht van deze bevoegdheid onder meer wordt gemotiveerd door de vaststelling dat er steeds meer verzoeken tot verandering van voornamen worden ingediend en de administratieve last over de verschillende gemeenten wordt verdeeld;

        Overwegende dat de FOD Justitie tot 1 augustus 2018 voor deze procedure 490 euro per persoon aanrekende,

        Overwegende dat de belasting verschuldigd door transgenders niet meer dan 10% mag bedragen van het gewone tarief;

        Overwegende dat een financiële drempel ervoor moet zorgen dat impulsieve reacties of onoverwogen beslissingen beperkt worden, zodat de administratieve overlast beperkt blijft;

        Overwegende dat de gemeenteraad het bedrag kan vaststellen of gevallen van korting of vrijstellingen en betalingsmodaliteiten kan regelen;

        Gelet op de financiële toestand van de gemeente;

        Publieke stemming
        Aanwezig: Walter Teugels, Maarten Mast, Lien Casier, David De Valck, Steven Elpers, Toon Luypaert, Julie Asselman, Mario Vandevelde, Tonia Abbeloos, Chantal Mostaert, Joris Verspecht, Ludwig De Mesmaeker, Toon Dours, Luc Robberechts, Stefaan Van Den Eynde, Nathalie Hellinckx, Anne Del Piero, Tom Van Gestel, Francis Wijns, Tom Vandenbossche, Jean De Block, Reinhoud De Bosscher, Luc Vrijders, Michiel De Potter, Chris Van den Bossche
        Voorstanders: Walter Teugels, Maarten Mast, Lien Casier, David De Valck, Steven Elpers, Toon Luypaert, Julie Asselman, Mario Vandevelde, Tonia Abbeloos, Chantal Mostaert, Joris Verspecht, Ludwig De Mesmaeker, Toon Dours, Luc Robberechts, Stefaan Van Den Eynde, Nathalie Hellinckx, Anne Del Piero, Tom Van Gestel, Francis Wijns, Tom Vandenbossche, Jean De Block, Reinhoud De Bosscher, Luc Vrijders, Michiel De Potter
        Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
        besluit

        Artikel 1

        In artikel 1 van het gemeenteraadsbesluit van 27 mei 2019 houdende de belasting op de aanvraag voor een voornaamswijziging wordt het woord “contante” toegevoegd tussen “een” en “belasting”;

        Artikel 2

        In artikel 5 van het gemeenteraadsbesluit van 27 mei 2019 houdende de belasting op de aanvraag voor een voornaamswijziging wordt het woord “ingekohierd” vervangen door:

        ingevorderd door middel van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar wordt verklaard door het college van burgemeester en schepenen, en ingevorderd door de financieel directeur. De belasting is dan eisbaar binnen de twee maand na de verzending van het aanslagbiljet;

        Artikel 3

        Artikel 7 van het gemeenteraadsbesluit van 27 mei 2019 houdende de belasting op de aanvraag voor een voornaamswijziging wordt vervangen door volgende bepalingen:

        Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008, zijn de bepalingen van titel VII, hoofdstukken 1, 3, 4, 6 tot en met 9bis, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en artikelen 126 tot en met 175 van het uitvoeringsbesluit van dat wetboek van toepassing op de provincie- en gemeentebelastingen, voor zover ze niet specifiek de belastingen op de inkomsten betreffen;

        Artikel 4

        Aan het gemeenteraadsbesluit van 27 mei 2019 houdende de belasting op de aanvraag voor een voornaamswijziging wordt volgend artikel toegevoegd:

        Artikel 8

        De belastingplichtige kan bezwaar indienen volgens de modaliteiten voorzien in artikel 9 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen;”

        Artikel 5

        De gecoördineerde versie van het gemeenteraadsbesluit van 27 mei 2019 houdende de belasting op de aanvraag voor een voornaamswijziging als bijlage bij dit besluit wordt goedgekeurd;

        Artikel 6

        Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2022 en wordt overeenkomstig artikel 286 van het decreet over het lokaal bestuur afgekondigd en bekendgemaakt.

      • Aanpassing van de retributie voor het afleveren van asbestafvalverpakking

        regelgeving

        Gelet op het decreet over het lokaal bestuur, artikel 40 en 41;

        Gelet op het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materialenkringlopen en afvalstoffen (materialendecreet);

        Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (VLAREMA);

        Gelet op Omzendbrief OMG 2020/O 2020/1 van OVAM van 18 december 2020;

        Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 20 oktober 2008 betreffende de hervorming van het afvalbeleid;

        Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 22 februari 2021 houdende de retributie voor het afleveren van asbestafvalverpakking;

        omschrijving/overwegende

        Overwegende dat het college van burgemeester en schepenen op 28 januari 2021 beslist heeft om in te stappen in het pilootproject van Intradura om een verpakkings- en beschermkit aan te bieden aan onze inwoners;

        Overwegende de gemeente op deze manier bijdraagt aan de specifieke doelstellingen van het lokaal bestuur om op een veilige manier asbestafval te verwerken;

        Gelet op de financiële toestand van de gemeente;

        Publieke stemming
        Aanwezig: Walter Teugels, Maarten Mast, Lien Casier, David De Valck, Steven Elpers, Toon Luypaert, Julie Asselman, Mario Vandevelde, Tonia Abbeloos, Chantal Mostaert, Joris Verspecht, Ludwig De Mesmaeker, Toon Dours, Luc Robberechts, Stefaan Van Den Eynde, Nathalie Hellinckx, Anne Del Piero, Tom Van Gestel, Francis Wijns, Tom Vandenbossche, Jean De Block, Reinhoud De Bosscher, Luc Vrijders, Michiel De Potter, Chris Van den Bossche
        Voorstanders: Walter Teugels, Maarten Mast, Lien Casier, David De Valck, Steven Elpers, Toon Luypaert, Julie Asselman, Mario Vandevelde, Tonia Abbeloos, Chantal Mostaert, Joris Verspecht, Ludwig De Mesmaeker, Toon Dours, Luc Robberechts, Stefaan Van Den Eynde, Nathalie Hellinckx, Anne Del Piero, Tom Van Gestel, Francis Wijns, Tom Vandenbossche, Jean De Block, Reinhoud De Bosscher, Luc Vrijders, Michiel De Potter
        Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
        besluit

        Artikel 1

        Artikel 6 van het gemeenteraadsbesluit van 22 februari 2021 houdende de retributie voor het afleveren van asbestafvalverpakking wordt aangevuld als volgt:

        … voor wat betreft het niet betwiste gedeelte. De retributie zal burgerrechtelijk ingevorderd worden voor wat betreft het betwiste gedeelte;”

        Artikel 2

        Artikel  7 en 8 van het gemeenteraadsbesluit van 22 februari 2021 houdende de retributie voor het afleveren van asbestafvalverpakking wordt opgeheven;

        Artikel 3

        De gecoördineerde versie van het gemeenteraadsbesluit van 22 februari 2021 houdende de retributie voor het afleveren van asbestafvalverpakking als bijlage bij dit besluit wordt goedgekeurd;

        Artikel 4

        Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2022 en wordt overeenkomstig artikel 286 van het decreet over het lokaal bestuur afgekondigd en bekendgemaakt.

      • Aanpassing van het gemeenteraadsbesluit houdende de belasting op de huis - aan - huis verspreiding van reclamedrukwerk (2020-2024)

        regelgeving

        Gelet op het decreet over het lokaal bestuur, artikel 40 en 41;

        Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, gewijzigd bij decreten van 28 mei 2010 en 17 februari 2012;

        Gelet op het decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen, gewijzigd bij decreten van 21 december 2012 en 1 maart 2013;

        Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (VLAREMA), met latere wijzigingen;

        Gelet op omzendbrief KB ABB 2019/2 van 15 februari 2019 over de gemeentefiscaliteit;

        Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 25 november 2019 houdende de belasting op de huis - aan - huis verspreiding van reclamedrukwerk (2020-2024);

        omschrijving/overwegende

        Overwegende dat de huis-aan-huis bedeling van reclamebladen blijft toenemen;

        Overwegende dat bovendien regelmatig op de openbare wegen papier van reclamebladen terecht komt;

        Overwegende dat de te verwerken papierafvalberg moet ingedijkt worden;

        Overwegende dat een belasting ter zake als een aangepast middel wordt beschouwd;

        Overwegende dat het opportuun is om de mogelijk ontduikingsmogelijkheden van de belasting tot een minimum te beperken;

        Overwegende dat het niet de bedoeling is de kleine handelaars, die het aantal bedelingen per jaar beperken, te belasten, omdat zij weinig bijdragen tot de te verwerken papierafvalberg;

        Overwegende dat het aangewezen is om de bepalingen inzake ambtshalve vaststelling van de belasting en inzake bezwaar aan te passen aan de terminologie van het decreet van 30 mei 2008;

        Gelet op de financiële toestand van de gemeente;

        Publieke stemming
        Aanwezig: Walter Teugels, Maarten Mast, Lien Casier, David De Valck, Steven Elpers, Toon Luypaert, Julie Asselman, Mario Vandevelde, Tonia Abbeloos, Chantal Mostaert, Joris Verspecht, Ludwig De Mesmaeker, Toon Dours, Luc Robberechts, Stefaan Van Den Eynde, Nathalie Hellinckx, Anne Del Piero, Tom Van Gestel, Francis Wijns, Tom Vandenbossche, Jean De Block, Reinhoud De Bosscher, Luc Vrijders, Michiel De Potter, Chris Van den Bossche
        Voorstanders: Walter Teugels, Maarten Mast, Lien Casier, David De Valck, Steven Elpers, Toon Luypaert, Julie Asselman, Mario Vandevelde, Tonia Abbeloos, Chantal Mostaert, Joris Verspecht, Ludwig De Mesmaeker, Toon Dours, Luc Robberechts, Stefaan Van Den Eynde, Nathalie Hellinckx, Anne Del Piero, Tom Van Gestel, Francis Wijns, Tom Vandenbossche, Jean De Block, Reinhoud De Bosscher, Luc Vrijders, Michiel De Potter
        Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
        besluit

        Artikel 1

        In artikel 7 van het gemeenteraadsbesluit van 25 november 2019 houdende de belasting op de huis - aan - huis verspreiding van reclamedrukwerk (2020-2024) worden volgende bepalingen toegevoegd aan “Bij gebreke aan of bij onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte wordt de belastingplichtige van ambtswege ingekohierd“:

        volgens de gegevens waarover het gemeentebestuur beschikt;

        Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve vaststelling van de belasting, betekent het college van burgemeester en schepenen aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag is gebaseerd evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting;

        De belastingplichtige beschikt over een termijn van 30 dagen volgend op de datum van verzending van de betekening om zijn opmerkingen schriftelijk voor te leggen;

        Artikel 2

        Artikel 9 van het gemeenteraadsbesluit van 25 november 2019 houdende de belasting op de huis - aan - huis verspreiding van reclamedrukwerk (2020-2024) wordt opgeheven;

        Artikel 3

        Volgend artikel 10 bis wordt toegevoegd aan het gemeenteraadsbesluit van 25 november 2019 houdende de belasting op de huis - aan - huis verspreiding van reclamedrukwerk (2020-2024):

        "Artikel 10 bis

        De kohieren worden ingevorderd door de financieel directeur volgens de vigerende wetgeving;
        De belasting is eisbaar binnen de twee maanden na het toezenden van het aanslagbiljet;"

        Artikel 4

        Artikel 12 van het gemeenteraadsbesluit van 25 november 2019 houdende de belasting op de huis - aan - huis verspreiding van reclamedrukwerk (2020-2024) wordt vervangen door volgende bepalingen:

        De belastingplichtige kan bezwaar indienen volgens de modaliteiten voorzien in artikel 9 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen;

        Artikel 5

        De gecoördineerde versie van het gemeenteraadsbesluit van 25 november 2019 houdende de belasting op de huis - aan - huis verspreiding van reclamedrukwerk (2020-2024) als bijlage bij dit besluit wordt goedgekeurd;

        Artikel 6

        Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2022 en wordt overeenkomstig artikel 286 van het decreet over het lokaal bestuur afgekondigd en bekendgemaakt.

      • Aanpassing van het gemeenteraadsbesluit houdende de belasting op het weghalen en bewaren van goederen (2020-2024)

        regelgeving

        Gelet op het decreet over het lokaal bestuur, artikel 40 en 41;

        Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, gewijzigd bij decreten van 28 mei 2010 en 17 februari 2012;

        Gelet op het Vlaams Woninghuurdecreet, artikel 48 en 49;

        Gelet op de wet van 4 februari 2020 houdende boek 3 "Goederen" van het Burgerlijk Wetboek, artikel 3.58 tot en met 3.60;

        Gelet op het Gerechtelijk Wetboek, artikel 1408 §1 dat bepaalt:

        "Behalve op zaken, niet vatbaar voor beslag verklaard door bijzondere wetten, mag ook geen beslag worden gelegd:

        1° op het nodige bed en beddengoed van de beslagene en van zijn gezin, de kleren en het linnengoed volstrekt noodzakelijk voor hun persoonlijk gebruik alsmede de meubelen nodig om deze op te bergen, een wasmachine en strijkijzer voor het onderhoud van het linnen, de toestellen die noodzakelijk zijn voor de verwarming van de gezinswoning, de tafel en de stoelen die voor de familie een gemeenschappelijke maaltijd mogelijk maken, alsook het vaatwerk en het huishoudgerei dat volstrekt noodzakelijk is voor het gezin, een meubel om het vaatwerk en het huishoudgerei op te bergen, een toestel om warme maaltijden te bereiden, een toestel om voedingsmiddelen te bewaren, één verlichtingstoestel per bewoonde kamer, de voorwerpen die noodzakelijk zijn voor de mindervalide gezinsleden, de voorwerpen die bestemd zijn om te worden gebruikt door de kinderen ten laste die onder hetzelfde dak wonen, de gezelschapsdieren, de voorwerpen en producten die noodzakelijk zijn voor de lichaamsverzorging en voor het onderhoud van de vertrekken, het gereedschap dat nodig is voor het onderhoud van de tuin, een en ander met uitsluiting van de luxemeubelen en luxeartikelen;

        2° op de boeken en overige voorwerpen, nodig voor de voortzetting van studies of voor de beroepsopleiding van de beslagene of van de kinderen te zijnen laste die onder hetzelfde dak wonen;

        3° op de goederen die de beslagene volstrekt nodig heeft voor zijn beroep, tot een waarde van (2.500 EUR) op het tijdstip van het beslag en naar keuze van de beslagene, behalve voor de betaling van de prijs van die goederen

        4° op de voorwerpen die dienen voor de uitoefening van de eredienst;

        5° op de levensmiddelen en brandstof die de beslagene en zijn gezin voor een maand nodig hebben;"

        Gelet op omzendbrief KB ABB 2019/2 van 15 februari 2019 over de gemeentefiscaliteit;

        Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 16 december 2019 houdende de belasting op het weghalen en bewaren van goederen (2020-2024);

        omschrijving/overwegende

        Overwegende dat bovengenoemde wet onder meer bepaalt dat de eigenaar verplicht is de redelijke kosten van bewaring, behoud en opsporing te vergoeden. De vinder of gemeente heeft een retentierecht zolang deze verplichting niet is nagekomen;

        Overwegende dat de gemeente de goederen die op de openbare weg geplaatst zijn ter uitvoering van vonnissen tot uitzetting en die de openbare weg belemmeren moet wegnemen en bewaren;

        Overwegende dat het aangewezen is de tekst van het gemeenteraadsbesluit aan te passen aan de wijziging van het burgerlijk wetboek;

        Gelet op de financiële toestand van de gemeente;

        Publieke stemming
        Aanwezig: Walter Teugels, Maarten Mast, Lien Casier, David De Valck, Steven Elpers, Toon Luypaert, Julie Asselman, Mario Vandevelde, Tonia Abbeloos, Chantal Mostaert, Joris Verspecht, Ludwig De Mesmaeker, Toon Dours, Luc Robberechts, Stefaan Van Den Eynde, Nathalie Hellinckx, Anne Del Piero, Tom Van Gestel, Francis Wijns, Tom Vandenbossche, Jean De Block, Reinhoud De Bosscher, Luc Vrijders, Michiel De Potter, Chris Van den Bossche
        Voorstanders: Walter Teugels, Maarten Mast, Lien Casier, David De Valck, Steven Elpers, Toon Luypaert, Julie Asselman, Mario Vandevelde, Tonia Abbeloos, Chantal Mostaert, Joris Verspecht, Ludwig De Mesmaeker, Toon Dours, Luc Robberechts, Stefaan Van Den Eynde, Nathalie Hellinckx, Anne Del Piero, Tom Van Gestel, Francis Wijns, Tom Vandenbossche, Jean De Block, Reinhoud De Bosscher, Luc Vrijders, Michiel De Potter
        Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
        besluit

        Artikel 1

        In artikel 1 van het gemeenteraadsbesluit van 16 december 2019 houdende de belasting op het weghalen en bewaren van goederen (2020-2024) wordt de zin “de wet van 30 december 1975 betreffende de goederen, buiten particuliere eigendommen gevonden of op de openbare weg geplaatst ter uitvoering van vonnissen tot uitzetting” gewijzigd in

        “artikel 48 en 49 van het Vlaams Woninghuurdecreet;”

        Artikel 2

        Artikel 3 van het gemeenteraadsbesluit van 16 december 2019 houdende de belasting op het weghalen en bewaren van goederen (2020-2024) wordt aangepast als volgt:

        Het bedrag van de belasting bedraagt:

        • voor het weghalen en bewaren van voorwerpen kleiner dan 0,1 m³ en minder dan 20 kg: een administratieve kost van 10 euro, vermeerderd met 5 euro bewaringsvergoeding per begonnen maand;
        • voor het weghalen van voorwerpen groter dan 0,1 m³ of meer dan 20 kg: 100,00 euro te verhogen met 50,00 euro per begonnen werkuur per ingeschakeld personeelslid van de gemeente, met een minimum van 250,00 euro;
        • voor het bewaren van voorwerpen groter dan 0,1 m³ of meer dan 20 kg: 5,00 euro per dag per 5 kubieke meter. Iedere begonnen 5 kubieke meter wordt aanzien als een eenheid van 5 kubieke meter en iedere begonnen dag wordt geteld voor een hele dag;”

        Artikel 3

        In artikel 5 van het gemeenteraadsbesluit van 16 december 2019 houdende de belasting op het weghalen en bewaren van goederen (2020-2024) wordt het woord “een kohierbelasting” gewijzigd in:

        “ingevorderd door middel van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar wordt verklaard door het college van burgemeester en schepenen, en ingevorderd door de financieel directeur. De belasting is dan eisbaar binnen de twee maand na de verzending van het aanslagbiljet;”

        Artikel 4

        In artikel 6 van het gemeenteraadsbesluit van 16 december 2019 houdende de belasting op het weghalen en bewaren van goederen (2020-2024) wordt tussen het woord “toepassing,” en “voor” de volgende bepalingen gevoegd:

        “op de provincie- en gemeentebelastingen,”

        Artikel 5

        Artikel 7 van het gemeenteraadsbesluit van 16 december 2019 houdende de belasting op het weghalen en bewaren van goederen (2020-2024) wordt de zin “Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden” geschrapt en vervangen door:

        “De belastingplichtige kan bezwaar indienen volgens de modaliteiten voorzien in artikel 9 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen;”

        Artikel 6

        De gecoördineerde versie van het gemeenteraadsbesluit van 16 december 2019 houdende de belasting op het weghalen en bewaren van goederen (2020-2024) als bijlage bij dit besluit wordt goedgekeurd;

        Artikel 7

        Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2022 en wordt overeenkomstig artikel 286 van het decreet over het lokaal bestuur afgekondigd en bekendgemaakt.

      • Aanpassing van de belasting op het verwijderen van de asurne uit een graf of columbarium en belasting op ontgraving van stoffelijke overschotten (2020-2024)

        regelgeving

        Gelet op het decreet over het lokaal bestuur, artikel 40 en 41;

        Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, gewijzigd bij decreten van 28 mei 2010 en 17 februari 2012;

        Gelet op het decreet van 16 januari 2004 betreffende de begraafplaatsen en de lijkbezorging en latere wijzigingen;

        Gelet op de omzendbrief BB 2006/03 van 10 maart 2006 betreffende de toepassing van het decreet van 16 januari 2004 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging en uitvoeringsbesluiten;

        Gelet op omzendbrief KB ABB 2019/2 van 15 februari 2019 over de gemeentefiscaliteit;

        Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 25 november 2019 houdende belasting op het verwijderen van de asurne uit een graf of columbarium en belasting op ontgraving van stoffelijke overschotten (2020-2024);

        omschrijving/overwegende

        Overwegende dat een tarief dient vastgesteld te worden voor de opgraving (verwijdering) van de as uit een graf of een columbarium of de opgraving van stoffelijke overblijfselen;

        Overwegende dat de arbeidsintensiteit en de hygiënische omstandigheden naargelang het gaat om een opgraving van kisten of een verplaatsing en de opgraving van asurnen zeer kunnen verschillen en een gedifferentieerd tarief verantwoord is;

        Overwegende dat het aangewezen is om het gemeenteraadbesluit aan te passen aan de terminologie van het decreet van 30 mei 2008;

        Gelet op de financiële toestand van de gemeente;

        Publieke stemming
        Aanwezig: Walter Teugels, Maarten Mast, Lien Casier, David De Valck, Steven Elpers, Toon Luypaert, Julie Asselman, Mario Vandevelde, Tonia Abbeloos, Chantal Mostaert, Joris Verspecht, Ludwig De Mesmaeker, Toon Dours, Luc Robberechts, Stefaan Van Den Eynde, Nathalie Hellinckx, Anne Del Piero, Tom Van Gestel, Francis Wijns, Tom Vandenbossche, Jean De Block, Reinhoud De Bosscher, Luc Vrijders, Michiel De Potter, Chris Van den Bossche
        Voorstanders: Walter Teugels, Maarten Mast, Lien Casier, David De Valck, Steven Elpers, Toon Luypaert, Julie Asselman, Mario Vandevelde, Tonia Abbeloos, Chantal Mostaert, Joris Verspecht, Ludwig De Mesmaeker, Toon Dours, Luc Robberechts, Stefaan Van Den Eynde, Nathalie Hellinckx, Anne Del Piero, Tom Van Gestel, Francis Wijns, Tom Vandenbossche, Jean De Block, Reinhoud De Bosscher, Luc Vrijders, Michiel De Potter
        Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
        besluit

        Artikel 1

        Aan artikel 5 van het gemeenteraadsbesluit van 25 november 2019 houdende belasting op het verwijderen van de asurne uit een graf of columbarium en belasting op ontgraving van stoffelijke overschotten (2020-2024) wordt volgende bepaling toegevoegd aan “Bij gebreke aan betaling wordt de belasting ingekohierd”:

        en wordt ze een kohierbelasting”;

        Artikel 2

        Artikel 7 van het gemeenteraadsbesluit van 25 november 2019 houdende belasting op het verwijderen van de asurne uit een graf of columbarium en belasting op ontgraving van stoffelijke overschotten (2020-2024) wordt vervangen door volgende bepalingen:

        De belastingplichtige kan bezwaar indienen volgens de modaliteiten voorzien in artikel 9 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen;

        Artikel 3

        De gecoördineerde versie van het gemeenteraadsbesluit van 25 november 2019 houdende belasting op het verwijderen van de asurne uit een graf of columbarium en belasting op ontgraving van stoffelijke overschotten (2020-2024) als bijlage bij dit besluit wordt goedgekeurd;

        Artikel 4

        Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2022 en wordt overeenkomstig artikel 286 van het decreet over het lokaal bestuur afgekondigd en bekendgemaakt.

      • Aanpassing van het gemeenteraadsbesluit houdende de belasting op standplaatsen op de markt (2020-2024)

        regelgeving

        Gelet op het decreet over het lokaal bestuur, artikel 40 en 41;

        Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, gewijzigd bij decreten van 28 mei 2010 en 17 februari 2012;

        Gelet op omzendbrief KB ABB 2019/2 van 15 februari 2019 over de gemeentefiscaliteit;

        Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 16 december 2019 houdende de belasting op standplaatsen op de markt (2020-2024);

        omschrijving/overwegende

        Overwegende dat het gemeentebestuur wekelijks een markt organiseert;

        Overwegende dat het aangewezen is om tekst van het gemeenteraadsbesluit van 16 december 2019 aan te passen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008;

        Gelet op de financiële toestand van de gemeente;

        Publieke stemming
        Aanwezig: Walter Teugels, Maarten Mast, Lien Casier, David De Valck, Steven Elpers, Toon Luypaert, Julie Asselman, Mario Vandevelde, Tonia Abbeloos, Chantal Mostaert, Joris Verspecht, Ludwig De Mesmaeker, Toon Dours, Luc Robberechts, Stefaan Van Den Eynde, Nathalie Hellinckx, Anne Del Piero, Tom Van Gestel, Francis Wijns, Tom Vandenbossche, Jean De Block, Reinhoud De Bosscher, Luc Vrijders, Michiel De Potter, Chris Van den Bossche
        Voorstanders: Walter Teugels, Maarten Mast, Lien Casier, David De Valck, Steven Elpers, Toon Luypaert, Julie Asselman, Mario Vandevelde, Tonia Abbeloos, Chantal Mostaert, Joris Verspecht, Ludwig De Mesmaeker, Toon Dours, Luc Robberechts, Stefaan Van Den Eynde, Nathalie Hellinckx, Anne Del Piero, Tom Van Gestel, Francis Wijns, Tom Vandenbossche, Jean De Block, Reinhoud De Bosscher, Luc Vrijders, Michiel De Potter
        Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
        besluit

        Artikel 1

        In artikel 4 van het gemeenteraadsbesluit van 16 december 2019 houdende de belasting op standplaatsen op de markt (2020-2024) wordt het zinsdeel “ingekohierd en is ze onmiddellijk eisbaar” opgeheven en vervangen door volgende bepalingen:

        “ingevorderd door middel van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar wordt verklaard door het college van burgemeester en schepenen, en ingevorderd door de financieel directeur. De belasting is dan eisbaar binnen de twee maand na de verzending van het aanslagbiljet;”

        Artikel 2

        Artikel 5 van het gemeenteraadsbesluit van 16 december 2019 houdende de belasting op standplaatsen op de markt (2020-2024) wordt vervangen door volgende bepalingen:

        “De belastingplichtige kan bezwaar indienen volgens de modaliteiten voorzien in artikel 9 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen;”

        Artikel 3

        Aan het gemeenteraadsbesluit van 16 december 2019 houdende de belasting op standplaatsen op de markt (2020-2024) wordt volgend artikel toegevoegd:

        "Artikel 6

        Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008, zijn de bepalingen van titel VII, hoofdstukken 1, 3, 4, 6 tot en met 9bis, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en artikelen 126 tot en met 175 van het uitvoeringsbesluit van dat wetboek van toepassing op de provincie- en gemeentebelastingen, voor zover ze niet specifiek de belastingen op de inkomsten betreffen;”

        Artikel 4

        De gecoördineerde versie van het gemeenteraadsbesluit van 16 december 2019 houdende de belasting op standplaatsen op de markt (2020-2024) als bijlage bij dit besluit wordt goedgekeurd;

        Artikel 5

        Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2022 en wordt overeenkomstig artikel 286 van het decreet over het lokaal bestuur afgekondigd en bekendgemaakt.

      • Retributie voor de afgifte van een vergunning voor de exploitatie van taxidiensten (2022-2024)

        regelgeving

        Gelet op het decreet over het lokaal bestuur, artikel 40 en 41;

        Gelet op het decreet van 20 april 2001 betreffende de organisatie van het personenvervoer over de weg en tot oprichting van de Mobiliteitsraad voor Vlaanderen en latere wijzigingen;

        Gelet op het decreet van 29 maart 2019 betreffende het individueel bezoldigd personenvervoer;

        Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 18 juli 2003 betreffende de taxidiensten en diensten voor het verhuren van voertuigen met bestuurder;

        Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 8 november 2019 betreffende de exploitatievoorwaarden voor het individueel bezoldigd personenvervoer;

        Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 16 december 2019 houdende het belastingreglement voor de exploitatie van taxidiensten (2020-2024);

        Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 16 december 2019 houdende het belastingreglement voor de exploitatie van diensten voor het verhuren van voertuigen met bestuurder (2020-2024);

        omschrijving/overwegende

        Overwegende dat de gemeente bevoegd is voor het afleveren van de vergunningen voor taxidiensten en voor de controle op de afgeleverde vergunningen;

        Overwegende dat het decreet van 8 november 2019 een gemeentelijke retributie op afgifte van vergunningen voor de exploitatie van taxidiensten oplegt;

        Overwegende dat het decreet van 8 november 2019 niet langer spreekt van een belasting maar van een retributie;

        Overwegende dat voor de nieuwe vergunningen het onderscheid inzake retributie tussen de exploitatie van taxidiensten en de exploitatie van diensten voor het verhuren van voertuigen met bestuurder vervalt;

        Overwegende dat het decreet van 20 april 2001 van toepassing blijft op de lopende vergunningen;

        Gelet op de financiële toestand van de gemeente;

        Publieke stemming
        Aanwezig: Walter Teugels, Maarten Mast, Lien Casier, David De Valck, Steven Elpers, Toon Luypaert, Julie Asselman, Mario Vandevelde, Tonia Abbeloos, Chantal Mostaert, Joris Verspecht, Ludwig De Mesmaeker, Toon Dours, Luc Robberechts, Stefaan Van Den Eynde, Nathalie Hellinckx, Anne Del Piero, Tom Van Gestel, Francis Wijns, Tom Vandenbossche, Jean De Block, Reinhoud De Bosscher, Luc Vrijders, Michiel De Potter, Chris Van den Bossche
        Voorstanders: Walter Teugels, Maarten Mast, Lien Casier, David De Valck, Steven Elpers, Toon Luypaert, Julie Asselman, Mario Vandevelde, Tonia Abbeloos, Chantal Mostaert, Joris Verspecht, Ludwig De Mesmaeker, Toon Dours, Luc Robberechts, Stefaan Van Den Eynde, Nathalie Hellinckx, Anne Del Piero, Tom Van Gestel, Francis Wijns, Tom Vandenbossche, Jean De Block, Reinhoud De Bosscher, Luc Vrijders, Michiel De Potter
        Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
        besluit

        Artikel 1

        Er wordt met ingang van 1 januari 2022 en eindigend op 31 december 2024, een retributie gevestigd op het afleveren van vergunningen tot het exploiteren van een taxidienst;

        Artikel 2

        De belasting is verschuldigd door elke natuurlijke persoon of rechtspersoon, die houder is van een vergunning voor de exploitatie van een taxidienst;

        Artikel 3

        De retributie wordt vastgesteld op:

        • tot 1 januari 2025: 250 euro voor voertuigen met een ecoscore van minstens 74 voor voertuigen met vijf zitplaatsen, van minstens 71 voor voertuigen met meer dan vijf zitplaatsen en van minstens 61 voor voertuigen met meer dan vijf zitplaatsen die voldoen aan de definitie van een minibus, vermeld in artikel 1, §2, 48, van het Koninklijk Besluit van 15 maart 1968;
        • tot 1 januari 2030: 250 euro voor zero-emissievoertuigen;
        • 350 euro voor alle andere voertuigen;
        • 20 euro voor de uitreiking van een bestuurderspas;

        Artikel 4

        Een bijkomende retributie wordt vastgesteld op 75 euro per jaar en per in de akte van de vergunning vermeld voertuig ten laste van de exploitanten van de taxidiensten zonder standplaats op de openbare weg maar waarvan de voertuigen voorzien zijn van radiotelefonie;

        Artikel 5

        De bedragen van de retributies vermeld in artikel 3 en 4 worden op 1 januari van elk jaar aangepast volgens de schommelingen van het indexcijfer van de consumptieprijzen (basis = indexcijfer van de maand december 2019);

        Artikel 6

        De retributie is verschuldigd voor de hele looptijd van de vergunning, onafhankelijk van het moment waarop de vergunning afgegeven werd. De vergunninghouder is de eerste jaarlijkse retributie verschuldigd op het ogenblik van de afgifte van de vergunning en nadien telkens op 1 januari van het kalenderjaar;

        Artikel 7

        De vermindering van het aantal voertuigen of de opschorting van de exploitatie met één of meer voertuigen geeft geen aanleiding tot teruggave van de retributie. Dit geldt eveneens voor de opschorting of de intrekking van een vergunning of het buiten werking stellen van één of meer voertuigen voor welke reden dan ook;

        Artikel 8

        De retributie wordt het eerste jaar geïnd bij de uitreiking van de vergunning of de bestuurderspas. De volgende jaren wordt de retributie geïnd bij wege van een factuur opgemaakt door de gemeentelijke diensten;

        Artikel 9

        Bij gebrek aan betaling in der minne zal de retributie ingevorderd worden volgens de modaliteiten bepaald in artikel 177 van het decreet over het lokaal bestuur voor wat betreft het niet betwiste gedeelte. De retributie zal burgerrechtelijk ingevorderd worden voor wat betreft het betwiste gedeelte;

        Artikel 10

        Het gemeenteraadsbesluit van 16 december 2019 houdende het belastingreglement voor de exploitatie van taxidiensten (2020-2024) en het gemeenteraadsbesluit van 16 december 2019 houdende het belastingreglement voor de exploitatie van diensten voor het verhuren van voertuigen met bestuurder (2020-2024) worden opgeheven behalve wat betreft de lopende vergunningen van vóór 1 januari 2020 waarvoor de belastingreglementen blijven gelden tot aan het einde van de vergunningstermijn;

        Artikel 11

        Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2022 en wordt overeenkomstig artikel 286 van het decreet over het lokaal bestuur afgekondigd en bekendgemaakt.

      • Aanpassing van de retributie op het gebruik van het recyclagepark geldend vanaf 1 mei 2020

        regelgeving

        Gelet op het decreet over het lokaal bestuur, artikel 40 en 41;

        Gelet op de invoering van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen, (afgekort VLAREMA) sinds 1 juni 2012, die het Vlaams reglement inzake afvalvoorkoming- en beheer (het vroegere VLAREA) vervangt;

        Gelet op de gemeenteraadsbeslissingen dd. 20 oktober, 24 november en 15 december 2008 houdende de hervorming van het afvalbeleid;

        Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 27 april 2020 houdende de retributie op het gebruik van het recyclagepark geldend vanaf 1 mei 2020;

        omschrijving/overwegende

        Overwegende dat de Vlaamse Regering bij het vaststellen van de regelgeving zich heeft laten leiden door het beginsel “de vervuiler betaalt”;

        Overwegende dat een nieuw recyclagepark werd aangelegd dat voorzien werd van een gratis gedeelte en een betalend gedeelte;

        Overwegende dat het betalend gedeelte van het recyclagepark voorzien is van een identificatiecontrole en van geijkte weegbruggen die het mogelijk maakt een betaling te vragen aan de bezoekers op basis van het aangevoerd gewicht van de afvalfracties;

        Gezien het aangewezen is de retributie op de betalende fracties aangebracht op het recyclagepark gelijk te schakelen;

        Overwegende dat het snoeiafval vanaf 1 september 2018 gratis kan meegegeven worden met de wekelijkse inzameling van GFT;

        Overwegende dat het snoeiafval ook wordt ingezameld in het betalende gedeelte van het recyclagepark;

        Overwegende dat het aangewezen is per gezin 200 kg snoeihout per jaar per gezin gratis te laten aanleveren (indien apart aangeleverd) in het recyclagepark;

        Overwegende dat de voorgestelde wijziging een aanpassing van het bestaand retributiereglement betreffende de aanbieding van huishoudelijke afvalstoffen noodzakelijk maakt;

        Overwegende dat het aangewezen is de bepalingen inzake gebrek aan betaling in overeenstemming te brengen met de bepalingen van het decreet over het lokaal bestuur;

        Publieke stemming
        Aanwezig: Walter Teugels, Maarten Mast, Lien Casier, David De Valck, Steven Elpers, Toon Luypaert, Julie Asselman, Mario Vandevelde, Tonia Abbeloos, Chantal Mostaert, Joris Verspecht, Ludwig De Mesmaeker, Toon Dours, Luc Robberechts, Stefaan Van Den Eynde, Nathalie Hellinckx, Anne Del Piero, Tom Van Gestel, Francis Wijns, Tom Vandenbossche, Jean De Block, Reinhoud De Bosscher, Luc Vrijders, Michiel De Potter, Chris Van den Bossche
        Voorstanders: Walter Teugels, Maarten Mast, Lien Casier, David De Valck, Steven Elpers, Toon Luypaert, Julie Asselman, Mario Vandevelde, Tonia Abbeloos, Chantal Mostaert, Ludwig De Mesmaeker, Stefaan Van Den Eynde, Nathalie Hellinckx, Anne Del Piero, Tom Van Gestel, Jean De Block, Reinhoud De Bosscher, Michiel De Potter
        Tegenstanders: Joris Verspecht, Toon Dours, Luc Robberechts, Francis Wijns, Tom Vandenbossche, Luc Vrijders
        Resultaat: Met 18 stemmen voor, 6 stemmen tegen
        besluit

        Artikel 1

        Volgend artikel 6 bis wordt toegevoegd aan het gemeenteraadsbesluit van 27 april 2020 houdende de retributie op het gebruik van het recyclagepark geldend vanaf 1 mei 2020:

        “Artikel 6bis

        Bij gebrek aan betaling in der minne zal de retributie ingevorderd worden volgens de modaliteiten bepaald in artikel 177 van het decreet over het lokaal bestuur voor wat betreft het niet betwiste gedeelte. De retributie zal burgerrechtelijk ingevorderd worden voor wat betreft het betwiste gedeelte;”

        Artikel 2

        De gecoördineerde versie van het gemeenteraadsbesluit van 27 april 2020 houdende de retributie op het gebruik van het recyclagepark geldend vanaf 1 mei 2020 als bijlage bij dit besluit wordt goedgekeurd;

        Artikel 3

        Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2022 en wordt overeenkomstig artikel 286 van het decreet over het lokaal bestuur afgekondigd en bekendgemaakt.

      • Aanpassing van het gemeenteraadsbesluit houdende de retributie op grafconcessies

        regelgeving

        Gelet op het decreet over het lokaal bestuur, artikel 40 en 41;

        Gelet op het decreet van 16 januari 2004 betreffende de begraafplaatsen en de lijkbezorging;

        Gelet op de omzendbrief BB 2006/03 van 10 maart 2006 betreffende de toepassing van het decreet van 16 januari 2004 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging en uitvoeringsbesluiten;

        Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 25 november 2019 houdende retributie op grafconcessies;

        omschrijving/overwegende

        Overwegende dat het gemeentebestuur wegens de beperkte beschikbare plaats op de kerkhoven prioriteit wenst te verlenen aan inwoners van de gemeente voor het verlenen van grafconcessies;

        Overwegende dat het aangewezen is de bepalingen inzake gebrek aan betaling in der minne in overeenstemming te brengen met de bepalingen van het decreet over het lokaal bestuur;

        Gelet op de financiële toestand van de gemeente;

        Publieke stemming
        Aanwezig: Walter Teugels, Maarten Mast, Lien Casier, David De Valck, Steven Elpers, Toon Luypaert, Julie Asselman, Mario Vandevelde, Tonia Abbeloos, Chantal Mostaert, Joris Verspecht, Ludwig De Mesmaeker, Toon Dours, Luc Robberechts, Stefaan Van Den Eynde, Nathalie Hellinckx, Anne Del Piero, Tom Van Gestel, Francis Wijns, Tom Vandenbossche, Jean De Block, Reinhoud De Bosscher, Luc Vrijders, Michiel De Potter, Chris Van den Bossche
        Voorstanders: Walter Teugels, Maarten Mast, Lien Casier, David De Valck, Steven Elpers, Toon Luypaert, Julie Asselman, Mario Vandevelde, Tonia Abbeloos, Chantal Mostaert, Joris Verspecht, Ludwig De Mesmaeker, Toon Dours, Luc Robberechts, Stefaan Van Den Eynde, Nathalie Hellinckx, Anne Del Piero, Tom Van Gestel, Francis Wijns, Tom Vandenbossche, Jean De Block, Reinhoud De Bosscher, Luc Vrijders, Michiel De Potter
        Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
        besluit

        Artikel 1

        In artikel 5 van het gemeenteraadsbesluit van 25 november 2019 houdende retributie op grafconcessies wordt de bepaling “Bij gebreke van contante betaling wordt de retributie van ambtswege ingekohierd en is ze onmiddellijk eisbaar;” geschrapt en vervangen door volgende alinea:

        “Bij gebrek aan betaling in der minne, zal de retributie burgerrechtelijk ingevorderd worden voor wat betreft het betwiste gedeelte. De invordering van het niet-betwiste gedeelte zal gebeuren volgens de modaliteiten voorzien in artikel 177, 2° van het decreet over het lokaal bestuur;”

        Artikel 2

        De gecoördineerde versie van het gemeenteraadsbesluit van 25 november 2019 houdende retributie op grafconcessies als bijlage bij dit besluit wordt goedgekeurd;

        Artikel 3

        Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2022 en wordt overeenkomstig artikel 286 van het decreet over het lokaal bestuur afgekondigd en bekendgemaakt.

      • Aanpassing van het gemeenteraadsbesluit houdende de retributie op het plaatsen van bewegwijzering voor en van bedrijven en/of handelszaken, gelegen buiten de bebouwde kom van Merchtem-centrum en buiten de industriezone

        regelgeving

        Gelet op het decreet over het lokaal bestuur, artikel 40 en 41;

        Gelet op het Koninklijk Besluit van 1 december 1975, houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en latere wijzigingen;

        Gelet op het Ministerieel Besluit van 11 oktober 1976, houdende de minimum afmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens en latere wijzigingen;

        Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 16 december 2019 houdende retributie op het plaatsen van bewegwijzering voor en van bedrijven en/of handelszaken, gelegen buiten de bebouwde kom van Merchtem-centrum en buiten de industriezone;

        omschrijving/overwegende

        Overwegende dat de plaatsing van de bewegwijzering altijd gebeurt na betaling en het aangewezen is het reglement aan te passen aan deze realiteit;

        Overwegende dat het aangewezen is de bepalingen inzake gebrek aan betaling in der minne in overeenstemming te brengen met de bepalingen van het decreet over het lokaal bestuur;

        Gelet op de financiële toestand van de gemeente;

        Publieke stemming
        Aanwezig: Walter Teugels, Maarten Mast, Lien Casier, David De Valck, Steven Elpers, Toon Luypaert, Julie Asselman, Mario Vandevelde, Tonia Abbeloos, Chantal Mostaert, Joris Verspecht, Ludwig De Mesmaeker, Toon Dours, Luc Robberechts, Stefaan Van Den Eynde, Nathalie Hellinckx, Anne Del Piero, Tom Van Gestel, Francis Wijns, Tom Vandenbossche, Jean De Block, Reinhoud De Bosscher, Luc Vrijders, Michiel De Potter, Chris Van den Bossche
        Voorstanders: Walter Teugels, Maarten Mast, Lien Casier, David De Valck, Steven Elpers, Toon Luypaert, Julie Asselman, Mario Vandevelde, Tonia Abbeloos, Chantal Mostaert, Stefaan Van Den Eynde, Nathalie Hellinckx, Anne Del Piero, Tom Van Gestel, Jean De Block, Reinhoud De Bosscher, Michiel De Potter
        Tegenstanders: Joris Verspecht, Toon Dours, Luc Robberechts, Francis Wijns, Tom Vandenbossche, Luc Vrijders
        Onthouders: Ludwig De Mesmaeker
        Resultaat: Met 17 stemmen voor, 6 stemmen tegen, 1 onthouding
        besluit

        Artikel 1

        Artikel 8 van het gemeenteraadsbesluit van 16 december 2019 houdende retributie op het plaatsen van bewegwijzering voor en van bedrijven en/of handelszaken, gelegen buiten de bebouwde kom van Merchtem-centrum en buiten de industriezone wordt vervangen door volgende bepalingen:

        "De retributie is contant betaalbaar na toezending van de factuur. Plaatsing gebeurt na ontvangst van het verschuldigde bedrag;

        Bij gebrek aan betaling in der minne, zal de retributie burgerrechtelijk ingevorderd worden voor wat betreft het betwiste gedeelte. De invordering van het niet-betwiste gedeelte zal gebeuren volgen de modaliteiten voorzien in artikel 177, 2° van het decreet over het lokaal bestuur;"

        Artikel 2

        De gecoördineerde versie van het gemeenteraadsbesluit van 16 december 2019 houdende retributie op het plaatsen van bewegwijzering voor en van bedrijven en/of handelszaken, gelegen buiten de bebouwde kom van Merchtem-centrum en buiten de industriezone als bijlage bij dit besluit wordt goedgekeurd;

        Artikel 3

        Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2022 en wordt overeenkomstig artikel 286 van het decreet over het lokaal bestuur afgekondigd en bekendgemaakt.

      • Aanpassing van het gemeenteraadsbesluit houdende het retributiereglement op werken aan nutsvoorzieningen op gemeentelijk openbaar domein

        regelgeving

        Gelet op het decreet over het lokaal bestuur, artikel 40 en 41;

        Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 16 december 2019 houdende het retributiereglement op werken aan nutsvoorzieningen op gemeentelijk openbaar domein;

        omschrijving/overwegende

        Overwegende dat de gemeente en de burgers voortdurend geconfronteerd worden met de plaatsing van en/of onderhoud aan verschillende nutsvoorzieningen op gemeentelijk grondgebied;

        Overwegende dat deze nutsvoorzieningen werkzaamheden vergen langs de gemeentelijke wegen en aldus een impact hebben op het openbaar domein;

        Gelet op de goedkeuring door de gemeente van de Code voor Infrastructuur- en Nutswerken langs gemeentewegen die tot doel heeft een snelle en vlotte uitvoering van de werken te bevorderen, teneinde de hinder en de duur van de werken tot een minimum te herleiden;

        Overwegende dat deze Code werd opgemaakt door een overlegplatform bestaande uit een delegatie van nutsbedrijven en een delegatie van de gemeenten;

        Overwegende dat er op het vlak van het onderhoud en de herstellingen ook geregeld dringende werken moeten worden uitgevoerd die verband houden met de continuïteit van de dienstverlening en dat er daarnaast een aantal werken zijn zoals aansluitingswerken, herstellingen en andere kleine onderhoudswerken die omzeggens constant een impact hebben op het openbaar domein;

        Gelet op de actualisatie van de Code naar aanleiding van meer aandacht voor minder hinder, meer oog voor het totaal concept en het gebruik van nieuwe e-instrumenten GIPOD, KLIP...;

        Overwegende dat het aangewezen is de bepalingen inzake gebrek aan betaling in de der minne in overeenstemming te brengen met het decreet over het lokaal bestuur;

        Gelet op de financiële toestand van de gemeente;

        Publieke stemming
        Aanwezig: Walter Teugels, Maarten Mast, Lien Casier, David De Valck, Steven Elpers, Toon Luypaert, Julie Asselman, Mario Vandevelde, Tonia Abbeloos, Chantal Mostaert, Joris Verspecht, Ludwig De Mesmaeker, Toon Dours, Luc Robberechts, Stefaan Van Den Eynde, Nathalie Hellinckx, Anne Del Piero, Tom Van Gestel, Francis Wijns, Tom Vandenbossche, Jean De Block, Reinhoud De Bosscher, Luc Vrijders, Michiel De Potter, Chris Van den Bossche
        Voorstanders: Walter Teugels, Maarten Mast, Lien Casier, David De Valck, Steven Elpers, Toon Luypaert, Julie Asselman, Mario Vandevelde, Tonia Abbeloos, Chantal Mostaert, Joris Verspecht, Ludwig De Mesmaeker, Toon Dours, Luc Robberechts, Stefaan Van Den Eynde, Nathalie Hellinckx, Anne Del Piero, Tom Van Gestel, Francis Wijns, Tom Vandenbossche, Jean De Block, Reinhoud De Bosscher, Luc Vrijders, Michiel De Potter
        Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
        besluit

        Artikel 1

        In artikel 1 en 3 van het gemeenteraadsbesluit van 16 december 2019 houdende het retributiereglement op werken aan nutsvoorzieningen op gemeentelijk openbaar domein wordt de bepaling “stad/gemeente” vervangen door “gemeente”.

        Artikel 2

        Aan artikel 4 van het gemeenteraadsbesluit van 16 december 2019 houdende het retributiereglement op werken aan nutsvoorzieningen op gemeentelijk openbaar domein wordt volgende alinea toegevoegd:

        “Bij gebrek aan betaling in der minne, zal de retributie burgerrechtelijk ingevorderd worden voor wat betreft het betwiste gedeelte. De invordering van het niet-betwiste gedeelte zal gebeuren volgens de modaliteiten voorzien in artikel 177, 2° van het decreet over het lokaal bestuur;”

        Artikel 3

        In artikel 5 van het gemeenteraadsbesluit van 16 december 2019 houdende het retributiereglement op werken aan nutsvoorzieningen op gemeentelijk openbaar domein wordt de eerste alinea opgeheven;

        Artikel 4

        De gecoördineerde versie van het gemeenteraadsbesluit van 16 december 2019 houdende het retributiereglement op werken aan nutsvoorzieningen op gemeentelijk openbaar domein als bijlage bij dit besluit wordt goedgekeurd;

        Artikel 5

        Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2022 en wordt overeenkomstig artikel 286 van het decreet over het lokaal bestuur afgekondigd en bekendgemaakt.

      • Leningsovereenkomst AGB Merchtem kredieten investeringsprojecten 2022

        regelgeving

        Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 26 oktober 2009 waarin de oprichting en de statuten van het Autonoom Gemeentebedrijf Merchtem, afgekort AGB Merchtem werden goedgekeurd;

        Gelet op de goedkeuring  van de gemeenteraadsbeslissing van 26 oktober 2009 door de Vlaamse minister van Bestuurszaken, binnenlands Bestuur, Inburgering, Toerisme en Vlaamse Rand op 5 februari 2010 en de publicatie van deze beslissing in het Belgisch staatsblad van 25 februari 2010;

        Gelet op het prijssubsidiereglement dat werd goedgekeurd op 24 oktober 2016;

        Gelet op het Decreet over het Lokaal bestuur;

        Gelet op de beheersovereenkomst tussen de gemeente en het AGB;

        omschrijving/overwegende

        Overwegende het voorstel van de meerjarenplanaanpassing 2 2020 – 2025 van het Autonoom Gemeentebedrijf Merchtem;

        Overwegende dat de kredieten in de investeringsprojecten 2022 worden geraamd op 368.000 euro; 

        Overwegende dat de liquiditeitspositie van het AGB geen integrale en onmiddellijke financiering van de transactiekredieten toelaat; dat het aangewezen is dat de gemeente ter financiering een lening toestaat aan het AGB; 

        Overwegende dat Voorafgaande beslissing nr. 2010.047 dd. 30.03.2010 bevestigt dat het renteloze karakter van een lening die wordt verstrekt door een gemeente aan een AGB niet wordt aangemerkt als een verkregen abnormaal of goedgunstig voordeel in hoofde van het AGB;

        motivering

        Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; 

        Na toelichting en beraadslaging;

        Publieke stemming
        Aanwezig: Walter Teugels, Maarten Mast, Lien Casier, David De Valck, Steven Elpers, Toon Luypaert, Julie Asselman, Mario Vandevelde, Tonia Abbeloos, Chantal Mostaert, Joris Verspecht, Ludwig De Mesmaeker, Toon Dours, Luc Robberechts, Stefaan Van Den Eynde, Nathalie Hellinckx, Anne Del Piero, Tom Van Gestel, Francis Wijns, Tom Vandenbossche, Jean De Block, Reinhoud De Bosscher, Luc Vrijders, Michiel De Potter, Chris Van den Bossche
        Voorstanders: Walter Teugels, Maarten Mast, Lien Casier, David De Valck, Steven Elpers, Toon Luypaert, Julie Asselman, Mario Vandevelde, Tonia Abbeloos, Chantal Mostaert, Joris Verspecht, Ludwig De Mesmaeker, Toon Dours, Luc Robberechts, Stefaan Van Den Eynde, Nathalie Hellinckx, Anne Del Piero, Tom Van Gestel, Francis Wijns, Tom Vandenbossche, Jean De Block, Reinhoud De Bosscher, Luc Vrijders, Michiel De Potter
        Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
        besluit

        De gemeente keurt volgende leningsovereenkomst goed:

        LENINGSOVEREENKOMST TRANSACTIEKREDIETEN INVESTERINGSPORTEFEUILLE 2022

        Tussen:

        De GEMEENTE MERCHTEM, met zetel te 1785 Merchtem, Nieuwstraat 1, hier vertegenwoordigd door:

        -         De voorzitter van de gemeenteraad, zijnde de heer Walter Teugels;

        -         De algemeen directeur, zijnde de heer Chris Van den Bossche;

        Dit besluit van de gemeenteraad onmiddellijk uitvoerbaar doch onderworpen aan het algemeen administratief toezicht van de provinciegouverneur;

        hierna genoemd ‘Uitlener’, enerzijds en

        Het AUTONOOM GEMEENTEBEDRIJF MERCHTEM, afgekort “AGB Merchtem”, met zetel te 1785 Merchtem, Nieuwstraat 1 en ondernemingsnummer 0824.869.093, hier vertegenwoordigd door de voorzitter van de raad van bestuur, zijnde David De Valck,

        Opgericht bij besluit van de gemeenteraad van de Gemeente Merchtem op 26 oktober 2009 en goedgekeurd door de Vlaamse minister van Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering, Toerisme en Vlaamse Rand op 5 februari 2010 en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 25 februari 2010;

        De voorzitter van de raad van bestuur werd gemachtigd deze overeenkomst te ondertekenen door de Raad van Bestuur dd. 28 mei 2013;

        Dit besluit van de raad van bestuur onmiddellijk uitvoerbaar doch onderworpen aan het algemeen administratief toezicht van de provinciegouverneur;

        hierna genoemd ‘Lener’, anderzijds,

        hierna samen genoemd ‘de partijen’

        wordt een leningsovereenkomst gesloten met volgende voorwaarden:

        Artikel 1

        Voorwerp

        De Uitlener verleent een lening aan de Lener, die de lening aanvaardt, gelijk aan de hoofdsom, met de duurtijd en volgens de regeling en de voorwaarden, zoals die hierna worden bepaald.

        Artikel 2

        Hoofdsom

        De Lener erkent aan de Uitlener de som van 368.000,00 euro verschuldigd te zijn. Dit bedrag wordt evenwel aangepast aan het effectief opgenomen bedrag.

        Artikel 3

        Doel van de lening

        De lening zal uitsluitend worden aangewend voor de financiering van de investeringsprojecten 2022.

        Het bedrag van de lening wordt aan de Lener ter beschikking gesteld door opnamen via de rekening-courant tussen de Uitlener en de Lener.

        Elke aanwending van het ontleende bedrag in strijd met deze overeenkomst heeft van rechtswege de onmiddellijke opeisbaarheid van het openstaande bedrag voor gevolg.

        Artikel 4

        Duurtijd

        Deze lening is toegestaan voor een termijn tot 31 december 2033.

        Tussen partijen is uitdrukkelijk overeengekomen dat al de bepalingen van de huidige overeenkomst na de vervaltijd van toepassing zullen blijven ingeval de terugbetaling, om het even welke reden, niet op de vastgestelde datum zou geschieden, en dit zonder alsdan afbreuk te doen aan de eisbaarheid.

        Artikel 5

        Vaststelling renteloosheid

        Er is door de Lener geen enkele rente verschuldigd gedurende de volledige periode dat de lening loopt.

        Artikel 6

        Terugbetaling

        De Lener verbindt zich er toe om het ontleende bedrag als volgt terug te betalen:

                       Hoofdsom                         368.000                  

                        aantal jaren                        12                           

                        rentevoet                           0%                          

        jaarnummer vervaldag aflossing intrest  uitstaand saldo
        1 31/dec/22 € 16.727,27 € 0,00 € 351.272,73
        2 31/dec/23 € 33.454,54 € 0,00 € 317.818,19
        3 31/dec/24 € 33.454,54 € 0,00 € 284.363,65
        4 31/dec/25 € 33.454,54 € 0,00 € 250.909,11
        5 31/dec/26 € 33.454,54 € 0,00 € 217.454,57
        6 31/dec/27 € 33.454,54 € 0,00 € 184.000,03
        7 31/dec/28 € 33.454,54 € 0,00 € 150.545,49
        8 31/dec/29 € 33.454,54 € 0,00 € 117.090,95
        9 31/dec/30 € 33.454,54 € 0,00 € 83.636,41
        10 31/dec/31 € 33.454,54 € 0,00 € 50.181,87
        11 31/dec/32 € 24.775,30 € 0,00 € 25.406,57
        12 31/dec/33 € 25.406,57   € 0,00

         

        Afhankelijk van het bedrag dat effectief door de Lener wordt opgenomen, wordt de definitieve aflossingstabel opgesteld. De eerste vervaldag is 31 december van het jaar van ingebruikname van het actief.

        De terugbetaling gebeurt in eerste instantie door middel van schuldvergelijking met de prijssubsidies die door de Uitlener aan de Lener verschuldigd zijn. De Lener machtigt de Uitlener om het passende bedrag op de prijssubsidies in te houden en te boeken als schuld aan de Lener. Deze inhoudingen worden gelijk gespreid over de vier kwartalen (behoudens akkoord van het directiecomité met een afwijking op de gelijke spreiding over de kwartalen).

        Indien de prijssubsidies, die door de Uitlener aan de Lener worden toegekend, niet volstaan om de terugbetalingen te voldoen, is het saldo op de vervaldag betaalbaar op rekening BE40 0910 0016 8363 van de Uitlener.

        Artikel 7

        Boete bij te late terugbetaling

        Over te laat terugbetaalde bedragen is door de Lener bij wijze van boete rente verschuldigd tegen het op dat ogenblik geldende Euribor rentepercentage (minimaal 0,00%), verhoogd met 100 basispunten, en zulks ten belope van het aantal maanden laattijdigheid waarbij iedere begonnen maand als een volledige maand zal worden aangerekend. De Uitlener is bevoegd onmiddellijke betaling daarvan te verlangen.

        Ingeval van niet betaling binnen de vijftien (15) dagen na aanmaning bij ter post aangetekende brief wordt het volledige bedrag der lening onmiddellijk opeisbaar en zal het gehele nog verschuldigde bedrag vermeerderd worden met de rente zoals in vorige alinea berekend.

        Artikel 8

        Opeisbaarheid

        Alle uit hoofde van de lening verschuldigde bedragen kunnen met onmiddellijke ingang worden opgeëist, en de lening geldt bij opeising als opgezegd indien:

        de Lener in strijd handelt met deze overeenkomst en het verzuim niet is te herstellen;

        de Lener in strijd handelt met deze overeenkomst en de Lener niet alsnog nagekomen heeft binnen 30 dagen na sommatie per aangetekend schrijven of een langere termijn in de sommatie genoemd, zich in regel te stellen.

        Bij niet-naleving door de Lener van haar verplichting(en) heeft de Uitlener het recht onverminderd alle persoonlijk vorderingen en dwangmaatregelen in het algemeen verhaal uit te oefenen op al de goederen van de Lener zowel roerende als onroerende. Alle kosten van beslag, inbegrepen van bewarend beslag, zijn ten laste van de Lener.

        Artikel 9

        Wijzigingen

        Deze leningsovereenkomst bevat de integrale overeenkomst tussen de Uitlener en de Lener en vervangt alle andere mondelinge - of schriftelijke overeenkomsten tussen de Partijen. Deze overeenkomst kan enkel schriftelijk en via uitdrukkelijk akkoord tussen de Partijen worden gewijzigd.

        Artikel 10

        Niet-overdraagbaarheid

        Behoudens in gevallen, vermeld in onderhavige overeenkomst, kan deze overeenkomst, noch enige rechten daarin, geheel of gedeeltelijk worden overgedragen aan derde partijen.

        Artikel 11

        Toepasselijk recht

        Deze Leningsovereenkomst renteloze lening is onderworpen aan het Belgisch recht. Enkel de hoven en rechtbanken van de woonplaats van de Uitlener zijn bevoegd.

        Artikel 12

        Splitsbaarheid

        De nietigheid van één der artikelen van deze overeenkomst of een deel daarvan, tast de geldigheid van de overige bepalingen van deze overeenkomst niet aan, noch van de overeenkomst in haar geheel.  Hun afdwingbaarheid blijft onverminderd tot wat wettelijk toegelaten is.

        Ingeval van ongeldigheid of onafdwingbaarheid van enige bepaling van de overeenkomst zullen partijen ter goeder trouw onderhandelen teneinde deze te vervangen door een bepaling die zoveel mogelijk hetzelfde effect teweegbrengt als de ongeldige of onafdwingbare bepaling.

        Evenzo zullen partijen te goeder trouw onderhandelen teneinde een voor iedere partij aanvaardbare oplossing te vinden indien zich een situatie voordoet, die niet voorzien is in de overeenkomst.

        Aldus opgemaakt en ondertekend te Merchtem op […] in twee originele exemplaren, waarvan elke partij erkent er één te hebben ontvangen

         

        Voor de Uitlener,

         

        De Algemeen Directeur,                                                        De Voorzitter van de gemeenteraad,

        C. Van den Bossche                                                              W. Teugels

         

         

         

        Voor de Lener,

         

        De Voorzitter van de raad van bestuur,

        D. De Valck

      • Goedkeuren prijssubsidiefactor 2022 AGB

        regelgeving

        Gelet op de gemeenteraadsbeslissing 26 oktober 2009 waarin de oprichting en de statuten van het Autonoom Gemeentebedrijf Merchtem, afgekort AGB Merchtem werden goedgekeurd;

        Gelet op de goedkeuring van de gemeenteraadsbeslissing van 26 oktober 2009 door de Vlaamse minister van Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering, Toerisme en Vlaamse Rand op 5 februari 2010  en de publicatie van deze beslissing in het Belgisch Staatsblad van 25 februari 2010;

        Gelet op het prijssubsidiereglement goedgekeurd door de gemeenteraad op 24 oktober 2016;

        Overwegende dat het om economisch leefbaar te zijn nodig was dat het Autonoom Gemeentebedrijf Merchtem vanwege de Gemeente Merchtem prijssubsidies ontving als vergoeding voor het recht van toegang tot de sporthal;

        Gelet op het voorstel van prijssubsidiereglement vanwege het college van burgemeester en schepenen;

        Gelet op het Decreet over het lokaal bestuur;

        Na toelichting en beraadslaging;

        Publieke stemming
        Aanwezig: Walter Teugels, Maarten Mast, Lien Casier, David De Valck, Steven Elpers, Toon Luypaert, Julie Asselman, Mario Vandevelde, Tonia Abbeloos, Chantal Mostaert, Joris Verspecht, Ludwig De Mesmaeker, Toon Dours, Luc Robberechts, Stefaan Van Den Eynde, Nathalie Hellinckx, Anne Del Piero, Tom Van Gestel, Francis Wijns, Tom Vandenbossche, Jean De Block, Reinhoud De Bosscher, Luc Vrijders, Michiel De Potter, Chris Van den Bossche
        Voorstanders: Walter Teugels, Maarten Mast, Lien Casier, David De Valck, Steven Elpers, Toon Luypaert, Julie Asselman, Mario Vandevelde, Tonia Abbeloos, Chantal Mostaert, Joris Verspecht, Ludwig De Mesmaeker, Toon Dours, Luc Robberechts, Stefaan Van Den Eynde, Nathalie Hellinckx, Anne Del Piero, Tom Van Gestel, Francis Wijns, Tom Vandenbossche, Jean De Block, Reinhoud De Bosscher, Luc Vrijders, Michiel De Potter
        Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
        besluit

        Artikel 1 

        De gemeenteraad keurt het prijssubsidiereglement, vermeld in artikel 2 van huidige beslissing, ten voordele van het Autonoom Gemeentebedrijf Merchtem goed.

        Artikel 2

        Het Autonoom Gemeentebedrijf Merchtem heeft haar inkomsten en uitgaven geraamd voor het kalenderjaar 2022 (zie bijlage). Op basis van deze ramingen heeft het Autonoom Gemeentebedrijf Merchtem vastgesteld dat voor het kalenderjaar 2022 de inkomsten uit het verlenen van recht op toegang tot de zalen minstens 520.059,80 (inclusief 6%BTW) moeten bedragen om economisch rendabel te zijn. 

        Om economisch rendabel te zijn wenst het Autonoom gemeentebedrijf Merchtem vanaf het eerste kwartaal 2022 de voorziene toegangsprijzen(inclusief 6% BTW) voor recht op toegang tot de zalen te vermenigvuldigen met een factor 10,81.

        De Gemeente Merchtem erkent dat het Autonoom Gemeentebedrijf Merchtem, op basis van deze ramingen, de voorziene toegangsprijzen (inclusief 6% BTW) voor het recht op toegang tot de zalen moet vermenigvuldigen met een factor 10,81 om economisch rendabel te zijn.

        Rekening houdend met de sportieve en sociale functie van de zalen wenst de Gemeente Merchtem dat er tijdens het kalenderjaar 2022 geen prijsverhogingen doorgevoerd worden ten aanzien van gebruikers van de infrastructuur. De Gemeente Merchtem wenst immers de toegangsgelden te beperken opdat de zalen in de gemeente toegankelijk zijn voor alle burgers. De Gemeente Merchtem verbindt zich ertoe om voor het jaar 2022 deze beperkte toegangsgelden te subsidiëren middels de toekenning van prijssubsidies.

        De waarde van de prijssubsidie toegekend door de Gemeente Merchtem voor recht op toegang tot de sportzalen bedraagt de prijs (inclusief 6%BTW) die de bezoeker voor recht op toegang betaalt vermenigvuldigd met een factor 9,81.

        De gesubsidieerde toegangsgelden (inclusief 6% BTW) kunnen steeds geherevalueerd worden in het kader van een periodieke evaluatie van de totale exploitatiekosten van het autonoom Gemeentebedrijf Merchtem. in de mate dat er een prijssubsidieaanpassing noodzakelijk is zal de Gemeente Merchtem deze steeds documenteren.

        Tot er een nieuw prijssubsidiereglement goedgekeurd wordt, blijft het huidige van toepassing.

      • Aanpassing van het gemeenteraadsbesluit houdende de belasting op tweede verblijven (2020-2024)

        regelgeving

        Gelet op het decreet over het lokaal bestuur, artikel 40 en 41;

        Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, zoals gewijzigd;

        Gelet op omzendbrief KB ABB 2019/2 van 15 februari 2019 over de gemeentefiscaliteit;

        Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 16 december 2019 houdende de belasting op tweede verblijven (2020-2024);

        omschrijving/overwegende

        Overwegende dat het billijk is diegene die een tweede verblijf betrekken te onderwerpen aan een speciale belasting;

        Overwegende dat de gemeente onder meer instaat voor de aanleg van infrastructuur op haar grondgebied, waarvan niet alleen in de gemeente gedomicilieerde personengebruik maken, maar ook niet-gedomicilieerde personen die in de gemeente verblijven;

        Overwegende dat de niet-gedomicilieerde personen bovendien geen inkomstenbelasting betalen die ten goede komt aan gemeente Merchtem en het bijgevolg past deze personen op een andere manier te doen bijdragen in de algemene lasten die de gemeente draagt;

        Overwegende dat de aanpassing van het belastingsreglement op leegstand van gebouwen en woningen ook gevolgen heeft op de belasting op tweede verblijven;

        Gelet op de financiële toestand van de gemeente;

        Publieke stemming
        Aanwezig: Walter Teugels, Maarten Mast, Lien Casier, David De Valck, Steven Elpers, Toon Luypaert, Julie Asselman, Mario Vandevelde, Tonia Abbeloos, Chantal Mostaert, Joris Verspecht, Ludwig De Mesmaeker, Toon Dours, Luc Robberechts, Stefaan Van Den Eynde, Nathalie Hellinckx, Anne Del Piero, Tom Van Gestel, Francis Wijns, Tom Vandenbossche, Jean De Block, Reinhoud De Bosscher, Luc Vrijders, Michiel De Potter, Chris Van den Bossche
        Voorstanders: Walter Teugels, Maarten Mast, Lien Casier, David De Valck, Steven Elpers, Toon Luypaert, Julie Asselman, Mario Vandevelde, Tonia Abbeloos, Chantal Mostaert, Joris Verspecht, Ludwig De Mesmaeker, Toon Dours, Luc Robberechts, Stefaan Van Den Eynde, Nathalie Hellinckx, Anne Del Piero, Tom Van Gestel, Francis Wijns, Tom Vandenbossche, Jean De Block, Reinhoud De Bosscher, Luc Vrijders, Michiel De Potter
        Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
        besluit

        Artikel 1

        In de eerste alinea van artikel 2 van het gemeenteraadsbesluit van 16 december 2019 houdende de belasting op tweede verblijven (2020-2024) wordt de bepaling "op 1 januari van het aanslagjaar" toegevoegd tussen de woorden "verblijfsgelegenheid die" en "voor";

        Artikel 2

        Artikel 2 van het gemeenteraadsbesluit van 16 december 2019 houdende de belasting op tweede verblijven (2020-2024) wordt aangevuld met volgende tweede alinea:

        “Het gebruik van tweede verblijfplaats wordt beoordeeld op basis van een plaatsbezoek en het verbruik van nutsvoorzieningen. Om als tweede verblijfplaats beoordeeld te worden, dient het waterverbruik minimum 30 m³ per jaar te bedragen, het elektriciteitsverbruik minimum 600 kWh per jaar te bedragen of het gasverbruik minimum 2.316 kWh per jaar te bedragen. Wanneer het verbruik lager is, komt het gebouw of de woning in aanmerking om opgenomen te worden in het leegstandsregister woningen/gebouwen;”

        Artikel 3

        De tweede alinea van artikel 4 van het gemeenteraadsbesluit van 16 december 2019 houdende de belasting op tweede verblijven (2020-2024) wordt vervangen door volgende bepalingen:

        “Bij gebrek aan aangifte of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte wordt de belasting ambtshalve gevestigd volgens de modaliteiten vermeld in artikel 7 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen.”

        Artikel 4

        In artikel 5 wordt het woord “kunnen” tussen de woorden “belasting” en “worden” geschrapt;

        Artikel 5

        In artikel 6 wordt het woord “rollen” vervangen door “kohieren”.

        Artikel 6

        De gecoördineerde versie van het gemeenteraadsbesluit van 16 december 2019 houdende de belasting op tweede verblijven (2020-2024) als bijlage bij dit besluit wordt goedgekeurd;

        Artikel 7

        Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2022 en wordt overeenkomstig artikel 286 van het decreet over het lokaal bestuur afgekondigd en bekendgemaakt.

      • Vaststellen coronatoelage 2021 AGB

        regelgeving

        Gelet op de gemeenteraadsbeslissing 26 oktober 2009 waarin de oprichting en de statuten van het Autonoom Gemeentebedrijf Merchtem, afgekort AGB Merchtem werden goedgekeurd;

        Gelet op de goedkeuring van de gemeenteraadsbeslissing van 26 oktober 2009 door de Vlaamse minister van Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering, Toerisme en Vlaamse Rand op 5 februari 2010  en de publicatie van deze beslissing in het Belgisch Staatsblad van 25 februari 2010;

        Gelet op het prijssubsidiereglement goedgekeurd door de gemeenteraad op 24 oktober 2016;

        Overwegende dat het om economisch leefbaar te zijn nodig was dat het Autonoom Gemeentebedrijf Merchtem vanwege de Gemeente Merchtem prijssubsidies ontving als vergoeding voor het recht van toegang tot de sporthal;

        Gelet op het voorstel van prijssubsidiereglement vanwege het college van burgemeester en schepenen;

        Gelet op het Decreet over het lokaal bestuur;

        Na toelichting en beraadslaging;

        omschrijving/overwegende

        De nieuwe circulaire 2021/C/57 van 11 juni 2021 stelt dat enkel het resultaat van boekjaar 2021 vanaf 1 oktober zal worden beoordeeld in de context van een winstoogmerk van een autonoom gemeentebedrijf (AGB). Dat betekent dat de gemeenten een corona-toelage kunnen toekennen aan hun AGB, met betrekking tot het corona-verlies van de eerste 3 kwartalen van 2021. Hierdoor zal de coronatoelage voor 2021 moeten berekend worden;

        Publieke stemming
        Aanwezig: Walter Teugels, Maarten Mast, Lien Casier, David De Valck, Steven Elpers, Toon Luypaert, Julie Asselman, Mario Vandevelde, Tonia Abbeloos, Chantal Mostaert, Joris Verspecht, Ludwig De Mesmaeker, Toon Dours, Luc Robberechts, Stefaan Van Den Eynde, Nathalie Hellinckx, Anne Del Piero, Tom Van Gestel, Francis Wijns, Tom Vandenbossche, Jean De Block, Reinhoud De Bosscher, Luc Vrijders, Michiel De Potter, Chris Van den Bossche
        Voorstanders: Walter Teugels, Maarten Mast, Lien Casier, David De Valck, Steven Elpers, Toon Luypaert, Julie Asselman, Mario Vandevelde, Tonia Abbeloos, Chantal Mostaert, Joris Verspecht, Ludwig De Mesmaeker, Toon Dours, Luc Robberechts, Stefaan Van Den Eynde, Nathalie Hellinckx, Anne Del Piero, Tom Van Gestel, Francis Wijns, Tom Vandenbossche, Jean De Block, Reinhoud De Bosscher, Luc Vrijders, Michiel De Potter
        Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
        besluit

        Artikel 1

        De gemeenteraad keurt de corona toelage, vermeld in artikel 2 van huidige beslissing, ten voordele van het Autonoom Gemeentebedrijf Merchtem goed.

        Artikel 2

        Het Autonoom Gemeentebedrijf Merchtem heeft haar inkomsten en uitgaven geraamd voor de periode van Q1-Q3 2021 (zie bijlage);

        Rekening houdend met de sportieve en sociale functie van de zalen wenst de Gemeente Merchtem dat er tijdens het kalenderjaar 2021 geen prijsverhogingen doorgevoerd worden ten aanzien van gebruikers van de infrastructuur. De Gemeente Merchtem wenst immers de toegangsgelden te beperken opdat de zalen in de gemeente toegankelijk zijn voor alle burgers. Gedurende de eerste drie kwartalen van 2021 werd de normale werking van het autonoom Gemeentebedrijf Merchtem verstoord door corona.

        De Gemeente Merchtem verbindt zich ertoe om voor het jaar 2021 deze beperkte toegangsgelden te subsidiëren middels de toekenning van een coronatoelage;

        De waarde van de corona toelage toegekend door de Gemeente Merchtem wordt vastgesteld op 205.940,45€

      • Goedkeuring Meerjarenplanaanpassing 2 2020-2025 - AGB Merchtem

        regelgeving

        Gelet op artikel 37 van de statuten van het Autonoom Gemeentebedrijf Merchtem;

        Gelet op het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur;

        Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids-en beheerscyclus van de lokale en de provinciale besturen (BVR BBC);

        Gelet op het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningenstelsels en de digitale rapportering van de beleids-en beheerscyclus van de lokale en de provinciale besturen (MB BBC);

        omschrijving/overwegende

        Gelet op de notulen van het directiecomité d.d. 9 december 2021, houdende vaststelling meerjarenplanaanpassing 2 2020-2025 Autonoom Gemeentebedrijf Merchtem;

        Gelet op de notulen van het managementteam d.d. december 2021, houdende goedkeuring meerjarenplanaanpassing 2 2020-2025 Autonoom Gemeentebedrijf Merchtem;

        Gelet op de notulen van de commissie financiën dd. 14 december 2021, houdende goedkeuring meerjarenplanaanpassing 2 2020-2025 Autonoom Gemeentebedrijf Merchtem;

        Gelet op de notulen van de Raad van Bestuur d.d. 20 december 2021, houdende vaststelling van de meerjarenplanning  2 2020-2025 Autonoom Gemeentebedrijf Merchtem;

        Dit betreft de vaststelling van de beginkredieten voor het boekjaar 2022;

        Publieke stemming
        Aanwezig: Walter Teugels, Maarten Mast, Lien Casier, David De Valck, Steven Elpers, Toon Luypaert, Julie Asselman, Mario Vandevelde, Tonia Abbeloos, Chantal Mostaert, Joris Verspecht, Ludwig De Mesmaeker, Toon Dours, Luc Robberechts, Stefaan Van Den Eynde, Nathalie Hellinckx, Anne Del Piero, Tom Van Gestel, Francis Wijns, Tom Vandenbossche, Jean De Block, Reinhoud De Bosscher, Luc Vrijders, Michiel De Potter, Chris Van den Bossche
        Voorstanders: Walter Teugels, Maarten Mast, Lien Casier, David De Valck, Steven Elpers, Toon Luypaert, Julie Asselman, Mario Vandevelde, Tonia Abbeloos, Chantal Mostaert, Joris Verspecht, Ludwig De Mesmaeker, Toon Dours, Luc Robberechts, Stefaan Van Den Eynde, Nathalie Hellinckx, Anne Del Piero, Tom Van Gestel, Francis Wijns, Tom Vandenbossche, Jean De Block, Reinhoud De Bosscher, Luc Vrijders, Michiel De Potter
        Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
        besluit

        Artikel 1

        De meerjarenplanaanpassing 2 2020-2025 van het AGB Merchtem wordt goedgekeurd door de gemeenteraad.

        Artikel 2

        Deze beslissing wordt aan de provinciegouverneur verzonden.

      • Meerjarenplanaanpassing 3 2020-2025 - Gemeente en OCMW Merchtem- gedeelte gemeente

        regelgeving

        Gelet op het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur;

        Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids-en beheerscyclus van de lokale en provinciale besturen (BVR BBC);

        Gelet op het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningenstelsels en de digitale rapportering van de beleids-en beheerscyclus van de lokale en provinciale besturen (MB BBC).

        omschrijving/overwegende

        Gelet op de notulen van het college d.d. 9 december 2021, houdende vaststelling meerjarenplanaanpassing 3 2020-2025 Gemeente en OCMW Merchtem;

        Gelet op de notulen van het managementteam d.d. december 2021, houdende goedkeuring van de meerjarenplanaanpassing 3 2020-2025 Gemeente en OCMW Merchtem;

        Gelet op de notulen van de commissie Financiën - Algemene Zaken d.d. 14 december 2021, houdende goedkeuring meerjarenplanaanpassing 3 2020-2025 Gemeente en OCMW Merchtem;

        Dit betreft de vaststelling van de beginkredieten voor het boekjaar 2022;

        Publieke stemming
        Aanwezig: Walter Teugels, Maarten Mast, Lien Casier, David De Valck, Steven Elpers, Toon Luypaert, Julie Asselman, Mario Vandevelde, Tonia Abbeloos, Chantal Mostaert, Joris Verspecht, Ludwig De Mesmaeker, Toon Dours, Luc Robberechts, Stefaan Van Den Eynde, Nathalie Hellinckx, Anne Del Piero, Tom Van Gestel, Francis Wijns, Tom Vandenbossche, Jean De Block, Reinhoud De Bosscher, Luc Vrijders, Michiel De Potter, Chris Van den Bossche
        Voorstanders: Walter Teugels, Maarten Mast, Lien Casier, David De Valck, Steven Elpers, Toon Luypaert, Julie Asselman, Mario Vandevelde, Tonia Abbeloos, Chantal Mostaert, Ludwig De Mesmaeker, Stefaan Van Den Eynde, Nathalie Hellinckx, Anne Del Piero, Tom Van Gestel, Jean De Block, Reinhoud De Bosscher, Michiel De Potter
        Onthouders: Joris Verspecht, Toon Dours, Luc Robberechts, Francis Wijns, Tom Vandenbossche, Luc Vrijders
        Resultaat: Met 18 stemmen voor, 6 onthoudingen
        besluit

        Artikel 1

        De meerjarenplanaanpassing 3 2020-2025 Gemeente en OCMW Merchtem, zoals bijgevoegd als bijlage, wordt goedgekeurd voor het gedeelte Gemeente Merchtem.

        Artikel 2

        Deze beslissing wordt aan de toezichthoudende overheid verzonden.

      • Meerjarenplanaanpassing 3 2020-2025 - Gemeente en OCMW Merchtem - gedeelte OCMW

        regelgeving

        Gelet op het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur;

        Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 over de beleids-en beheerscyclus van de lokale en provinciale besturen (BVR BBC);

        Gelet op het ministerieel besluit van 26 juni 2018 tot vaststelling van de modellen en de nadere voorschriften van de beleidsrapporten, de rekeningenstelsels en de digitale rapportering van de beleids-en beheerscyclus van de lokale en provinciale besturen (MB BBC)

        omschrijving/overwegende

        Gelet op de notulen van het vast bureau d.d. 9 december 2021, houdende vaststelling meerjarenplanaanpassing 3 2020-2025 Gemeente en OCMW Merchtem

        Gelet op de notulen van het managementteam d.d. december 2021, houdende goedkeuring meerjarenplanaanpassing 3 2020-2025 Gemeente en OCMW Merchtem;

        Gelet op de notulen van de commissie financiën dd. 14 december 2021, houdende goedkeuring meerjarenplanaanpassing 3 2020-2025 Gemeente en OCMW Merchtem;

        Gelet op de notulen van de raad d.d. 20 december 2021, houdende goedkeuring meerjarenplanaanpassing 3 2020-2025 Gemeente en OCMW Merchtem voor het onderdeel OCMW Merchtem;

        Dit betreft de vaststelling van de beginkredieten voor het boekjaar 2022;

        Publieke stemming
        Aanwezig: Walter Teugels, Maarten Mast, Lien Casier, David De Valck, Steven Elpers, Toon Luypaert, Julie Asselman, Mario Vandevelde, Tonia Abbeloos, Chantal Mostaert, Joris Verspecht, Ludwig De Mesmaeker, Toon Dours, Luc Robberechts, Stefaan Van Den Eynde, Nathalie Hellinckx, Anne Del Piero, Tom Van Gestel, Francis Wijns, Tom Vandenbossche, Jean De Block, Reinhoud De Bosscher, Luc Vrijders, Michiel De Potter, Chris Van den Bossche
        Voorstanders: Walter Teugels, Maarten Mast, Lien Casier, David De Valck, Steven Elpers, Toon Luypaert, Julie Asselman, Mario Vandevelde, Tonia Abbeloos, Chantal Mostaert, Ludwig De Mesmaeker, Stefaan Van Den Eynde, Nathalie Hellinckx, Anne Del Piero, Tom Van Gestel, Jean De Block, Reinhoud De Bosscher, Michiel De Potter
        Onthouders: Joris Verspecht, Toon Dours, Luc Robberechts, Francis Wijns, Tom Vandenbossche, Luc Vrijders
        Resultaat: Met 18 stemmen voor, 6 onthoudingen
        besluit

        Artikel 1

        Er wordt kennis genomen van de beslissing van de raad inzake de goedkeuring van de meerjarenplanaanpassing 3 2020-2025 Gemeente en OCMW Merchtem voor het onderdeel OCMW Merchtem;

        Artikel 2

        De gemeenteraad keurt de meerjarenplanaanpassing 3 2020-2025 Gemeente en OCMW Merchtem voor het onderdeel OCMW Merchtem, goed.

        Artikel 3

        Deze beslissing wordt aan de toezichthoudende overheid verzonden.

      • Kennisneming - Rapportering volgens artikel 177 van het decreet over het lokaal bestuur - Q3 2021

        besluit

        Ter kennis genomen.

    • Burgerzaken

      • Reglement opname leegstandsregister woningen en gebouwen

        regelgeving

        Gelet op de artikels 41, 162 en 170, §4 van de Grondwet;

        Gelet op het decreet over het lokaal bestuur, artikel 40 en 41;

        Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, en latere wijzigingen;

        Gelet op het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid, artikel 2.2.6, en latere wijzigingen;

        Gelet op het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse wooncode;

        Gelet op het bestuursdecreet van 7 december 2018;

        Gelet op het ministerieel besluit van 13 december 2016 houdende goedkeuring van de subsidie voor de Interlokale Vereniging Regionaal Woonbeleid Noord-West Brabant;

        Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 27 januari 2020 houdende de gemeentebelastingen op de leegstand van gebouwen en woningen;

        motivering

        Overwegende dat het besluit van de Vlaamse regering van 8 juli 2016 houdende subsidiëring van (intergemeentelijke) projecten ter ondersteuning van het lokaal woonbeleid, de gemeenten oplegt om leegstaande woningen en gebouwen op te nemen in een register conform artikel 2.2.6 van het decreet Grond- en Pandenbeleid;

        Overwegende dat het wenselijk is dat het op het grondgebied van de gemeente beschikbare woningen- en gebouwenbestand ook als dusdanig gebruikt worden, omdat leegstand leidt tot verloedering wat extra taken meebrengt voor de gemeente;

        Overwegende dat de langdurige leegstand van woningen en gebouwen in de gemeente moet voorkomen en bestreden worden omdat leegstaande woningen en gebouwen leidt tot meer opdrachten voor de gemeenten;

        Overwegende dat een gemeentelijk reglement dient aangenomen te worden waarin de indicaties van leegstand en de procedure tot vaststelling van de leegstand worden vastgesteld;

        Overwegende dat door voorgaande de gemeente Merchtem beslist een eigen reglement opname leegstandsregister woningen en gebouwen op te stellen;

        Publieke stemming
        Aanwezig: Walter Teugels, Maarten Mast, Lien Casier, David De Valck, Steven Elpers, Toon Luypaert, Julie Asselman, Mario Vandevelde, Tonia Abbeloos, Chantal Mostaert, Joris Verspecht, Ludwig De Mesmaeker, Toon Dours, Luc Robberechts, Stefaan Van Den Eynde, Nathalie Hellinckx, Anne Del Piero, Tom Van Gestel, Francis Wijns, Tom Vandenbossche, Jean De Block, Reinhoud De Bosscher, Luc Vrijders, Michiel De Potter, Chris Van den Bossche
        Voorstanders: Walter Teugels, Maarten Mast, Lien Casier, David De Valck, Steven Elpers, Toon Luypaert, Julie Asselman, Mario Vandevelde, Tonia Abbeloos, Chantal Mostaert, Joris Verspecht, Ludwig De Mesmaeker, Toon Dours, Luc Robberechts, Stefaan Van Den Eynde, Nathalie Hellinckx, Anne Del Piero, Tom Van Gestel, Francis Wijns, Tom Vandenbossche, Jean De Block, Reinhoud De Bosscher, Luc Vrijders, Michiel De Potter
        Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
        besluit

        Artikel 1. Begripsomschrijvingen

        De definities in Boek 2, Deel 2, Titel 3 van de Vlaamse Codex Wonen van 2021 zijn van toepassing.

        Voor toepassing van dit gemeentelijk reglement voor de opmaak van het leegstandsregister wordt verstaan onder:

        1. Administratie: de gemeentelijke dienst, die door het gemeentebestuur belast wordt met de opmaak, de opbouw, het beheer en de actualisering van het leegstandsregister;

        2. Administratieve akte: deze genummerde akte bestaat uit een fotodossier, een beschrijvend verslag met vermelding van de elementen die de leegstand staven en als besluit de beslissing tot opname in het leegstandsregister;

        3. Beschrijvend verslag: dit werkinstrument wordt gebruikt ter voorbereiding van de administratieve akte en laat de administratie toe ter plekke vaststellingen te noteren en deze eventueel later aan te vullen met gewijzigde informatie alsook met bezwaren van de zakelijk gerechtigde;

        4. Gebouw: elk bebouwd onroerend goed, dat zowel het hoofdgebouw als de bijgebouwen omvat, met uitsluiting van bedrijfsruimten, vermeld in artikel 2,1° van het decreet van 19 april 1995 en latere wijzigingen, houdende de maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten;

        5.Woning: elk onroerend goed of deel ervan dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van een gezin of alleenstaande:

        • eengezinswoning: elk bebouwd onroerend goed dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van één gezin of één alleenstaande, waarin zich geen andere woningen bevinden.
        • appartement/studio: elk bebouwd onroerend goed dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van één gezin of één alleenstaande, waarin zich meerdere woningen bevinden.
        • kamer of studentenkamer: een woning waarin een toilet, een bad of douche of een kookgelegenheid ontbreken en waarvan de bewoners voor een of meerdere van die voorzieningen aangewezen zijn op de gemeenschappelijke ruimten in of aansluitend bij het gebouw waarvan de woning deel uitmaakt. 

        6. Leegstaande woning: woning die gedurende een periode van ten minste 12 opeenvolgende maanden niet aangewend wordt in overeenstemming met:

        1. de woonfunctie of 
        2. de volgende functies die een effectief en niet-occasioneel gebruik van de woning met zich meebrengen: samenkomsten en activiteiten van feitelijke verenigingen of andere verenigingen zonder winstoogmerk, die voornamelijk gebruik maakt van onbezoldigde vrijwilligers, en voor zo ver zij een band hebben met de inwoners van de gemeenten zoals blijkt uit ledenbestanden en deelnemers;

        7. Leegstaand gebouw: gebouw waarvan meer dan de helft van de totale vloeroppervlakte niet overeenkomstig de functie van het gebouw wordt aangewend gedurende een periode van ten minste twaalf opeenvolgende maanden. Hierbij wordt geen rekening gehouden met woningen die deel uitmaken van het gebouw;

        De functie van het gebouw is deze die overeenkomt met een voor het gebouw of voor gedeelten daarvan uitgereikte omgevingsvergunning of meldingsakte als vermeld in artikel 6 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning. Bij een gebouw waarvoor geen vergunning of melding voorhanden is of waarvan de functie niet duidelijk uit een vergunning of melding blijkt, wordt deze functie afgeleid uit het gewoonlijk gebruik van het gebouw voorafgaand aan het vermoeden van leegstand, zoals dat blijkt uit aangiften, akten of bescheiden;

        Een gebouw dat in hoofdzaak gediend heeft voor een economische activiteit, vermeld in artikel 2,2° van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten, wordt niet beschouwd als leegstaand zolang de oorspronkelijke beoefenaar van deze activiteit een gedeelte van het gebouw bewoont en dat gedeelte niet af-splitsbaar is. Een gedeelte is eerst af-splitsbaar indien het na sloping van de overige gedeelten kan worden beschouwd als een afzonderlijke woning die voldoet aan de bouwfysische vereisten;

        8. Leegstand bij nieuwbouw: een nieuw gebouw of een nieuwe woning wordt als een leegstaand gebouw of een leegstaande woning beschouwd indien dat gebouw of die woning binnen 5 jaar na de afgifte van een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen in laatste administratieve aanleg niet aangewend wordt overeenkomstig zijn functie;

        9. Zakelijk gerechtigde: de houder of medehouder van één van de volgende zakelijke rechten: de volle eigendom, het recht van opstal of van erfpacht, het vruchtgebruik;

        10. Vertegenwoordiger zakelijk gerechtigde: een persoon die optreedt namens de zakelijk gerechtigde dient bij het dossier een schriftelijke machtiging tot vertegenwoordiging toe te voegen, tenzij hij optreedt als raadsman die ingeschreven is aan de balie als advocaat of als advocaat-stagiair;

        11. Beveiligde zending: één van de hiernavolgende betekeningswijze een (elektronisch) aangetekende zending; een afgifte tegen ontvangstbewijs of via e-loket;

        11. Opnamedatum: de datum waarop het gebouw of de woning in het leegstandsregister wordt opgenomen;

        12. Verjaardag: het ogenblik van het verstrijken van elke nieuwe periode van twaalf maanden vanaf de opnamedatum, zolang het gebouw of de woning niet uit het leegstandsregister is geschrapt;

        Artikel 2. Leegstandsregister

        § 1. De administratie houdt een leegstandsregister bij. Het leegstandsregister bestaat uit twee afzonderlijke lijsten:

        1. een lijst 'leegstaande gebouwen';
        2. een lijst 'leegstaande woningen';

        Een woning die geïnventariseerd is als ongeschikt en/of onbewoonbaar, wordt niet opgenomen in het leegstandsregister;

        § 2. In elke lijst worden de volgende gegevens opgenomen:

        1. het adres van de leegstaande woning of het leegstaande gebouw;
        2. de kadastrale gegevens van de leegstaande woning of het leegstaande gebouw;
        3. de identiteit en het (de) adres(sen) van de zakelijk gerechtigde(n);
        4. het nummer en de datum van de administratieve akte;
        5. de indicatie of indicaties die aanleiding hebben gegeven tot de opname;

        Artikel 3. Registratie van leegstand

        De administratie bezit de onderzoeks-, controle- en vaststellingsbevoegdheden, voor de opsporing en registratie van de leegstand;

        § 1. Een leegstaand gebouw of een leegstaande woning wordt opgenomen in het leegstandsregister aan de hand van een genummerde administratieve akte bestaande uit:

        • één of meerdere foto's;
        • een beschrijvend verslag, met vermelding van de indicaties die de leegstand staven;

        De datum van de administratieve akte geldt als de datum van de vaststelling van de leegstand en geldt als opnamedatum;

        § 2. De leegstand wordt beoordeeld op basis van:

        • het ontbreken van een inschrijving in het bevolkingsregister op het adres van de woning of;
        • het ontbreken van een aangifte als tweede verblijf, en;
        • er is - volgens het vergunningsregister - geen recente stedenbouwkundige vergunning gekend van maximum 5 jaar oud;

        Aangevuld met tenminste één objectieve indicatie zoals vermeld in de volgende niet-limitatieve opsomming:

        • de onmogelijkheid om het gebouw en/of terrein te betreden, bijvoorbeeld door een geblokkeerde toegang of verzegeling;
        • tekenen van verwaarlozing van het gebouw en de omgeving (vb. ramen stuk, gaten in dak, woning niet meer water en/of winddicht, verwaarloosde tuin);
        • tekenen van niet-bewoning (vb. rolluiken steeds af, sterk bevuilde ramen, uitpuilende brievenbus ...);
        • meer dan 2 jaar aanbieden van het gebouw of van de woning als 'te huur' of 'te koop';
        • het ontbreken van aansluitingen op de nutsvoorzieningen;
        • een dermate laag gebruik van de nutsvoorzieningen dat een gebruik overeenkomstig de functie van het gebouw kan worden uitgesloten;
        • de vermindering van het kadastraal inkomen naar aanleiding van leegstand of improductiviteit overeenkomstig artikel 15 WIB 1992;
        • getuigenissen: verklaringen van omwonende(n), postbode, wijkagent;

        Een gebouw of een woning wordt niet opgenomen in het gemeentelijk leegstandsregister:

        • wanneer de zakelijk gerechtigde kan aantonen dat het gebouw of de woning effectief aangewend kan worden conform de functie;
        • gedurende een periode van maximum 2 jaar waarin het gebouw of de woonentiteit als 'te huur' of 'te koop' wordt aangeboden;

        De startdatum van de periode vangt aan:

        • voor nieuwbouwprojecten op de datum van inschrijving in het bevolkingsregister van de eerste woonentiteit binnen het gebouw;
        • voor bestaande gebouwen vanaf de datum van opname in het bevolkingsregister;
        • gedurende een periode van maximum 5 jaar wanneer het gebouw of de woning een afgewerkte of nieuwbouw betreft en voor zover de woning nog niet in gebruik geweest is overeenkomstig de vergunde functie;

        § 3. Behoudens wat vermeld onder artikel 1.6° 2. wordt een ander gebruik van een woning dan effectieve bewoning niet aanvaard als zijnde gebruik van de woning. Als effectieve bewoning geldt:

        • het gebruik als hoofdverblijfplaats;
        • het gebruik als tweede verblijfplaats;

        Het gebruik van tweede verblijfplaats wordt beoordeeld op basis van een plaatsbezoek en het verbruik van nutsvoorzieningen. Om als tweede verblijfplaats beoordeeld te worden, dient het waterverbruik minimum 30 m³ per jaar te bedragen, het elektrisch verbruik minimum 600 kWh per jaar te bedragen of het gasverbruik minimum 2.316 kWh per jaar te bedragen. Wanneer het verbruik lager is, komt het gebouw of de woning in aanmerking om opgenomen te worden in het leegstandsregister van woningen en gebouwen.

        § 4. Een woning of een gebouw dat opgenomen is in het gemeentelijk register van verwaarloosde gebouwen of woningen kan eveneens worden opgenomen op het leegstandsregister;

        Artikel 4. Kennisgeving van registratie

        § 1. De zakelijk gerechtigde wordt per beveiligde zending in kennis gesteld van de beslissing tot opname in het leegstandsregister. De kennisgeving bevat:

        • de administratieve akte eventueel met inbegrip van het beschrijvend verslag en het fotodossier;
        • informatie over de gevolgen van de opname in het leegstandsregister;
        • informatie met betrekking tot de beroepsprocedure tegen de opname in het leegstandsregister;
        • informatie over de mogelijkheid tot schrapping uit het leegstandsregister;

        § 2. De beveiligde zending wordt gericht aan de woonplaats van de zakelijk gerechtigde. Bij gebrek hieraan aan zijn verblijfplaats. Bij gebrek hieraan aan het adres van de woning of het gebouw waarop de administratieve akte betrekking heeft.

        Artikel 5. Beroep tegen registratie

        § 1. Binnen een termijn van 30 dagen, ingaand de dag na deze van de betekening van het schrijven, vermeld in artikel 4, kan een zakelijk gerechtigde bij het college van burgemeester en schepenen beroep aantekenen tegen de beslissing tot opname in het leegstandsregister. Het beroep wordt schriftelijk betekend. Het beroepschrift moet ondertekend zijn en moet minimaal volgende gegevens bevatten:

        • de identiteit en het adres van de indiener;
        • de vermelding van het nummer van de administratieve akte en het adres van het gebouw of de woning waarop het beroepschrift betrekking heeft;
        • de bewijsstukken die aantonen dat de opname van het gebouw of de woning in het leegstandsregister ten onrechte is gebeurd. De vaststelling van de leegstand kan betwist worden met alle bewijsmiddelen van gemeen recht, uitgezonderd de eed;

        Als datum van het beroepschrift wordt de postdatum, de datum van elektronische zending of de datum van afgifte van het beroep gehanteerd;

        Zolang de indieningstermijn van dertig dagen niet verstreken is, kan een vervangend beroepschrift ingediend worden, waarbij het eerdere beroepschrift als ingetrokken wordt beschouwd;

        Een laattijdig ingediend beroep tegen een voorgenomen registratie wordt behandeld als een verzoek tot schrapping als vermeld in artikel 6.

        Aan de indiener van het beroepschrift wordt een ontvangstbevestiging verstuurd;

        § 2. Het beroepschrift is alleen onontvankelijk als:

        • het te laat is ingediend of niet is ingediend overeenkomstig de bepalingen in §1, of
        • het beroepschrift niet uitgaat van een zakelijk gerechtigde, of
        • het beroepschrift niet ondertekend is;

        Als het beroepschrift onontvankelijk is, deelt het college van burgemeester en schepenen dit onverwijld mee aan de indiener;

        Het indienen van een aangepast of nieuw beroep is mogelijk zolang de beroepstermijn van §1 niet verstreken is;

        De administratie onderzoekt de gegrondheid van de ontvankelijke beroepschriften op stukken als de feiten vatbaar zijn voor directe, eenvoudige vaststelling of met een feitenonderzoek. Het beroep wordt geacht ongegrond te zijn als de toegang tot een gebouw of een woning geweigerd of verhinderd wordt voor het feitenonderzoek;

        § 2. Het college van burgemeester en schepenen doet uitspraak over het beroep en betekent zijn beslissing aan de indiener ervan binnen een termijn van 90 dagen, die ingaat op de dag na deze van de betekening van het beroepschrift. De uitspraak wordt per beveiligde zending betekend;

        § 3. Als de beslissing tot opname in het leegstandsregister niet tijdig betwist wordt, of het beroep van de zakelijk gerechtigde onontvankelijk of ongegrond verklaard wordt, neemt de administratie het gebouw of de woning in het leegstandsregister op vanaf de datum van de administratieve akte;

        Artikel 6. Schrapping uit het leegstandsregister

        § 1. Een woning wordt uit het leegstandsregister geschrapt als een zakelijk gerechtigde bewijst dat de woning gedurende een termijn van ten minste zes opeenvolgende maanden aangewend wordt overeenkomstig de woonfunctie of als de woning gesloopt werd. Ingeval van sloop moet al de puin zijn geruimd.

        De datum van schrapping is de eerste dag van de aanwending overeenkomstig de functie of de dag van de sloop. Het effectief gebruik zal blijken uit de inschrijvingen in de bevolkingsregisters of desgevallend na een onderzoek ter plaatse.

        Een gebouw wordt uit het leegstandsregister geschrapt als een zakelijk gerechtigde bewijst dat meer dan de helft van de totale vloeroppervlakte het gebouw ten minste zes opeenvolgende maanden in overeenstemming met de functie wordt gebruikt.

        De datum van schrapping is de eerste dag van de aanwending overeenkomstig de functie of de dag van de sloop. De administratie stelt deze aanwending vast via administratieve data of desgevallend na een onderzoek ter plaatse.

        § 2. Voor de schrapping uit het leegstandsregister richt de zakelijk gerechtigde een gemotiveerd schriftelijk verzoek aan de administratie. Dit verzoek bevat:

        • de identiteit en het adres van de indiener;
        • de vermelding van het nummer van de administratieve akte en het adres van het gebouw of de woning waarop de vraag tot schrapping betrekking heeft;
        • de bewijsstukken overeenkomstig §1 die aantonen dat de woning of het gebouw geschrapt mag worden uit het leegstandsregister;

        De aanvraag tot schrapping moet vóór de verjaardag van de opnamedatum ingediend zijn. 

        Als datum van het beroepschrift wordt de postdatum, de datum van elektronische zending of de datum van afgifte van het beroep gehanteerd.

        De administratie onderzoekt of er redenen zijn tot schrapping uit het leegstandsregister en neemt een beslissing binnen een termijn van 90 dagen na ontvangst van het verzoek. De administratie brengt de zakelijk gerechtigde op de hoogte van haar beslissing met een beveiligde zending.
        Tegen de beslissing over het verzoek tot schrapping kan de zakelijk gerechtigde beroep aantekenen volgens de procedure, vermeld in artikel 5.
        § 3. De administratie kan het gebouw of de woning ambtshalve uit het leegstandsregister schrappen, indien zij vaststelt dat aan de voorwaarden voor de schrapping, vermeld in artikel 6, voldaan is.

        Artikel 7. Opheffing

        Het gemeenteraadsbesluit van 27 januari 2020 houdende de gemeentebelastingen op de leegstand van gebouwen en woningen wordt opgeheven.

        Artikel 8. Inwerkingtreding

        Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2022 en wordt bekendgemaakt overeenkomstig de  artikels 285 tot en met 288 van het decreet lokaal bestuur;

        Artikel 9.

        Woningen en gebouwen die werden geregistreerd in het gemeentelijke leegstandsregister overeenkomstig alle voorgaande reglementen en die nog niet geschrapt zijn blijven opgenomen, met behoud van de oorspronkelijke opnamedatum.

      • Gemeentebelasting op de leegstand van gebouwen en woningen

        regelgeving

        Gelet op de artikels 41, 162 en 170, §4 van de Grondwet;

        Gelet op het decreet over het lokaal bestuur, artikel 40 en 41;

        Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, en latere wijzigingen;

        Gelet op het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid, artikel 2.2.6, en latere wijzigingen;

        Gelet op het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse wooncode;

        Gelet op het ministerieel besluit van 13 december 2016 houdende goedkeuring van de subsidie voor de Interlokale Vereniging Regionaal Woonbeleid Noord-West Brabant;

        Gelet op omzendbrief KB ABB 2019/2 van 15 februari 2019 over de gemeentefiscaliteit;

        Gelet op het gemeenteraadsbesluit van heden houdende het reglement opname leegstandregister woningen en gebouwen;

        motivering

        Overwegende dat de langdurige leegstand van woningen en gebouwen in de gemeente moet voorkomen en bestreden worden omdat leegstaande woningen en gebouwen leidt tot meer opdrachten voor de gemeenten;

        Overwegende dat een gemeentelijk reglement werd aangenomen waarin de indicaties van leegstand en de procedure tot vaststelling van de leegstand worden vastgesteld;

        Overwegende dat de strijd tegen de leegstaande woningen en gebouwen onder meer een effect zal hebben als de opname van dergelijke gebouwen en woningen in een leegstandsregister ook daadwerkelijk leidt tot een belasting;

        Gelet op de financiële toestand van de gemeente;

        Publieke stemming
        Aanwezig: Walter Teugels, Maarten Mast, Lien Casier, David De Valck, Steven Elpers, Toon Luypaert, Julie Asselman, Mario Vandevelde, Tonia Abbeloos, Chantal Mostaert, Joris Verspecht, Ludwig De Mesmaeker, Toon Dours, Luc Robberechts, Stefaan Van Den Eynde, Nathalie Hellinckx, Anne Del Piero, Tom Van Gestel, Francis Wijns, Tom Vandenbossche, Jean De Block, Reinhoud De Bosscher, Luc Vrijders, Michiel De Potter, Chris Van den Bossche
        Voorstanders: Walter Teugels, Maarten Mast, Lien Casier, David De Valck, Steven Elpers, Toon Luypaert, Julie Asselman, Mario Vandevelde, Tonia Abbeloos, Chantal Mostaert, Ludwig De Mesmaeker, Stefaan Van Den Eynde, Nathalie Hellinckx, Anne Del Piero, Michiel De Potter
        Tegenstanders: Tom Van Gestel, Jean De Block, Reinhoud De Bosscher
        Onthouders: Joris Verspecht, Toon Dours, Luc Robberechts, Francis Wijns, Tom Vandenbossche, Luc Vrijders
        Resultaat: Met 15 stemmen voor, 3 stemmen tegen, 6 onthoudingen
        besluit

        Artikel 1. Begripsomschrijvingen

        De definities in Boek 2, Deel 2, Titel 3 van de Vlaamse Codex Wonen van 2021 zijn van toepassing;

        De begripsomschrijvingen opgenomen in artikel 1 van het reglement opname leegstandsregister woningen en gebouwen zijn van toepassing;

        Artikel 2. Belasting op leegstaande woningen en gebouwen

        § 1. Er wordt voor de aanslagjaren 2022 tot en met 2025 een gemeentebelasting gevestigd op de woningen en gebouwen die op 1 januari van dat aanslagjaar gedurende minstens twaalf opeenvolgende maanden zijn opgenomen in het leegstandsregister. De definities van woning, gebouw, leegstaande woning, leegstaand gebouw en leegstandsregister zijn omschreven in artikel 1 van het reglement opname leegstandregister woningen en gebouwen;

        § 2. De belastingen voor een leegstaande woning of een leegstaand gebouw is voor het eerst verschuldigd vanaf het ogenblik dat de woning of dat gebouw gedurende twaalf opeenvolgende maanden is opgenomen in het gemeentelijk register van leegstaande woningen en gebouwen;
        Zolang het gebouw of de woning niet uit het leegstandsregister is geschrapt, blijft de belasting verschuldigd op het ogenblik dat een nieuwe termijn van twaalf maanden verstrijkt; 

        Artikel 3. Belastingplichtige

        § 1. De belasting is verschuldigd door de zakelijk gerechtigde van de leegstaande woning of het leegstaande gebouw op 1 januari van het aanslagjaar;

        Ingeval er een recht van opstal, erfpacht of vruchtgebruik bestaat, is de belasting verschuldigd door de houder van dat zakelijk recht van opstal, van erfpacht of van vruchtgebruik op het ogenblik dat de belasting van het aanslagjaar verschuldigd wordt;

        § 2. In geval van mede-eigendom zijn alle mede-eigenaars een deel van de belasting verschuldigd, elk naar rata van hun aandeel in de eigendom;

        § 3. In geval van overdracht van het zakelijk recht stelt de overdrager of zijn instrumenterende ambtenaar (notaris) de verkrijger van het zakelijk recht er voorafgaandelijk van in kennis dat het goed is opgenomen in het leegstandsregister;

        De overdrager of zijn instrumenterende ambtenaar (notaris) stelt de administratie, schriftelijk, binnen twee maanden na het verlijden van de authentieke overdrachtsakte in kennis van de overdracht, de datum ervan, en de identiteitsgegevens van de nieuwe zakelijk gerechtigde;

        § 4. Bij ontstentenis van deze kennisgeving wordt de overdrager van een zakelijk recht, in afwijking van § 1, als belastingplichtige beschouwd voor de volgende belastingen die na de overdracht van het zakelijk recht worden gevestigd;

        Artikel 4. Tarief van de belasting

        Het bedrag van de gemeentelijke leegstandsbelasting voor woningen en gebouwen bedraagt:

        • 1e jaar: € 1500
        • 2e jaar: € 3000
        • Vanaf het 3e jaar dat een gebouw of woning een termijn van twaalf maanden in het leegstandsregister staat, wordt de belasting van € 3000 jaarlijks verhoogd met € 250;

        Artikel 5. Vrijstellingen van de belasting

        § 1. Een vrijstelling van de belasting dient jaarlijks schriftelijk aangevraagd te worden. De houder van het zakelijk recht die gebruik wenst te maken van een vrijstelling als vermeld in § 3, dient zelf hiervoor de nodige bewijsstukken voor te leggen aan de administratie;

        De aanvraag tot vrijstelling moet vóór de verjaardag van de opnamedatum ingediend zijn;

        De administratie doet uitspraak over de aanvraag tot vrijstelling en betekent haar beslissing aan de indiener ervan binnen een termijn van 90 dagen, ingaand de dag na de betekening van de aanvraag;

        Een vrijstelling aangevraagd en bekomen door één van de mede-eigenaars geldt automatisch voor alle andere mede-eigenaars van de woning of het gebouw. Enkel de indiener van de vrijstelling zal door de administratie op de hoogte gebracht worden van de beslissing van de administratie. De aanvrager van de vrijstelling stelt de mede-eigenaar op de hoogte van de vrijstelling;

        § 2. Binnen een termijn van 30 dagen, ingaand de dag na de betekening van het schrijven, vermeld in § 1, kan de zakelijk gerechtigde, bij het college van burgemeester en schepenen beroep aantekenen tegen de beslissing tot de weigering van vrijstelling. Het beroep moet worden betekend via beveiligde zending;

        Het college van burgemeester en schepenen doet uitspraak over het beroep en tekent zijn beslissing aan de indiener ervan binnen een termijn van 90 dagen, ingaand de dag na de betekening van het beroepschrift. De uitspraak wordt per beveiligde zending betekend;

        § 3. Van de leegstandsbelasting zijn vrijgesteld:

        Persoonsgebonden vrijstellingen (gaan niet over op nieuwe zakelijk gerechtigden in geval van overdracht):

        1. De belastingplichtige die:

        • verblijft in een erkende ouderenvoorziening (woonzorgcentrum, serviceflat, assistentiewoning)
        • voor een langdurig verblijf werd opgenomen in een psychiatrische - of andere instelling.
        Deze vrijstelling geldt voor de duur van het verblijf met een maximum van 3 belastbare termijnen. Een attest moet worden voorgelegd;
        2. De belastingplichtige waarvan de handelingsbekwaamheid beperkt werd ingevolge een gerechtelijke beslissing. Deze vrijstelling geldt voor de duur van het verblijf met een maximum van 3 belastbare termijnen. Een afschrift van de gerechtelijke beslissing moet worden voorgelegd; 
        3. De belastingplichtige van de woning waarvoor volgens de bepalingen van het gemeentelijk belastingreglement op tweede verblijven belasting betaald wordt. Onder tweede verblijf wordt verstaan elke woongelegenheid waarvan diegene die er kan verblijven, voor deze woongelegenheid op 1 januari van het dienstjaar niet ingeschreven is in het bevolkingsregister, ongeacht het feit of het gaat om landhuizen, bungalows, appartementen, grote of kleine weekendhuizen of buitengoederen, optrekjes, chalets en alle andere vaste woongelegenheden met inbegrip van de met chalets gelijkgestelde caravans;
        4. De belastingplichtige die sinds minder dan één jaar zakelijk gerechtigde is van het gebouw of de woning, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt voor het belastingjaar volgend op het berkrijgen van het zakelijk recht;
        Deze vrijstelling geldt niet voor:
        • overdracht aan een vennootschap die door de overdrager rechtstreeks of onrechtstreeks gecontroleerd wordt;

        • de overdracht die het gevolg is van een fusie, splitsing of andere overgang ten algemene titel;

        5. Wanneer de belastingplichtige deel uitmaakt van een openstaande nalatenschap met betrekking tot de woning/gebouw. De vrijstelling geldt voor een maximale duur van drie jaar;

        Gebouw- of woninggebonden vrijstellingen (gaan over op nieuwe zakelijk gerechtigden in geval van overdracht):

        Een vrijstelling wordt verleend indien het gebouw of de woning:

        1. Gelegen is binnen de grenzen van een door de overheid bevoegde overheid voorlopig of definitief goedgekeurd onteigeningsplan. Deze vrijstelling kan jaarlijks worden aangevraagd zolang het onteigeningsplan niet opgeheven is;

        2. Geen voorwerp meer kan uitmaken van een stedenbouwkundige vergunning omdat een voorlopig of definitief onteigeningsplan is vastgesteld;

        3. Krachtens decreet beschermd is als monument, of opgenomen is op een bij besluit vastgesteld ontwerp van lijst tot bescherming als monument;

        4. Deel uitmaakt van een krachtens decreet beschermd stads- of dorpsgezicht of landschap, of van een stads- of dorpsgezicht of landschap dat opgenomen is op een bij besluit vastgesteld ontwerp van lijst tot bescherming als stads- of dorpsgezicht of landschap; 

        5. Vernield of beschadigd werd ten gevolge van een plotse ramp die zich voordoet buiten de wil van de houder van het zakelijk recht en waardoor de schade dermate is dat het gebruik onmogelijk is, bv. brand, gasontploffing, blikseminslag…; met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een periode van drie jaar volgend op de datum van de vernieling of beschadiging;

        6. Onmogelijk daadwerkelijk gebruikt kan worden omwille van een verzegeling in het kader van een strafrechtelijk onderzoek of omwille van een expertise in het kader van een gerechtelijke procedure of omwille van een gerechtelijk vonnis of een overheidsbeslissing onafhankelijk van de wil van de belastingplichtige, met dien verstande dat deze vrijstelling geldt slechts gedurende een periode van maximum 2 jaar volgend op het aanvang van de onmogelijkheid tot daadwerkelijk gebruik. De nodige bewijsstukken van de gerechtelijke procedure moeten hierbij voorgelegd worden en de belastingplichtige moet spontaan de administratie op de hoogte houden over het verloop van de procedure;

        7. Gerenoveerd wordt: Een woning of gebouw wordt gerenoveerd als:

        a. Het gaat om handelingen, die stedenbouwkundig gezien vergunningsplichtig zijn, een niet-vervallen omgevingsvergunning kan worden voorgelegd. De vrijstelling geldt voor een termijn van maximum 5 jaar volgend na datum verlening van de omgevingsvergunning;

        b. Het gaat om niet-vergunningsplichtige handelingen, een renovatienota wordt voorgelegd. De vrijstelling geldt voor een termijn van maximum 3 jaar en kan maar eenmalig aan dezelfde houder van het zakelijk recht worden toegekend;

        De renovatienota moet gedetailleerd, gedateerd en ondertekend zijn. Deze moet door de administratie goedgekeurd zijn en minstens volgende elementen omvatten:

        • een overzicht van de voorgenomen werken die stedenbouwkundig niet vergunningsplichtig zijn;

        • een gedetailleerd tijdschema waaruit blijkt dat binnen een periode van maximaal 24 maanden de woning/gebouw gerenoveerd wordt;

        • bestekken of facturen ten bedrage van minimaal 10.000 euro. Deze facturen en bestekken mogen niet ouder zijn dan 1 jaar;

        • schetsen en foto's van de te renoveren vertrekken;

        • indien van toepassing, het akkoord van alle mede-eigenaars;

        8. Panden in beheer van sociale verhuurkantoren, sociale huisvestingsmaatschappijen, OCMW’s, gemeenten en de privésector die volgens het sociaal huurbesluit ter beschikking zijn gesteld van woonbehoeftige gezinnen of alleenstaanden. De vrijstelling geldt voor een termijn van maximum 5 jaar;

        Indien de belastingplichtige de leegstand laat aanhouden omwille van een vreemde oorzaak die de belastingplichtige niet kan worden toegerekend, wordt mogelijks eveneens een vrijstelling verleend;

        Als er een vrijstelling wordt verleend, dan is de belastingplichtige vrijgesteld van belasting voor de toegekende periode;

        Vrijstellingen van de leegstandsbelasting die toegekend zijn op basis van het reglement van 27 januari 2020 blijven met hun oorspronkelijke begin- en einddatum gelden bij de toepassing van dit reglement;

        Artikel 6. Inkohieren

        De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen;

        Artikel 7. Betalingstermijn

        De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet;

        Artikel 8. Bezwaar

        De belastingplichtige kan bezwaar indienen volgens de vigerende wetgeving;

        Artikel 9. Inwerkingtreding

        Dit reglement treedt in werking met ingang van 1 januari 2022 en wordt bekendgemaakt overeenkomstig de artikels 285 tot en met 288 van het decreet over het lokaal bestuur;

        Artikel 10.

        Woningen en gebouwen die werden geregistreerd in het gemeentelijke leegstandsregister overeenkomstig alle voorgaande reglementen en die nog niet geschrapt zijn blijven opgenomen, met behoud van de oorspronkelijke opnamedatum.

      • Reglement opname register verwaarloosde woningen en gebouwen

        regelgeving

        Gelet op de artikels 41, 162 en 170, §4 van de Grondwet;

        Gelet op het decreet, artikel 40 en 41;

        Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, en latere wijzigingen;

        Gelet op het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid, artikel 2.2.6, en latere wijzigingen;

        Gelet op het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse wooncode;

        Gelet op het bestuursdecreet van 7 december 2018;

        Gelet op het ministerieel besluit van 13 december 2016 houdende goedkeuring van de subsidie voor de Interlokale Vereniging Regionaal Woonbeleid Noord-West Brabant;

        Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 22 februari 2021 houdende reglement verwaarloosde woningen en gebouwen;

        motivering

        Overwegend dat het nuttig is om een geïntegreerd beleid te voeren ter bestrijding van leegstand en verwaarlozing van woningen en gebouwen;

        Overwegende dat door voorgaande de gemeente Merchtem beslist een eigen reglement opname leegstandregister woningen en gebouwen op te stellen;

        Publieke stemming
        Aanwezig: Walter Teugels, Maarten Mast, Lien Casier, David De Valck, Steven Elpers, Toon Luypaert, Julie Asselman, Mario Vandevelde, Tonia Abbeloos, Chantal Mostaert, Joris Verspecht, Ludwig De Mesmaeker, Toon Dours, Luc Robberechts, Stefaan Van Den Eynde, Nathalie Hellinckx, Anne Del Piero, Tom Van Gestel, Francis Wijns, Tom Vandenbossche, Jean De Block, Reinhoud De Bosscher, Luc Vrijders, Michiel De Potter, Chris Van den Bossche
        Voorstanders: Walter Teugels, Maarten Mast, Lien Casier, David De Valck, Steven Elpers, Toon Luypaert, Julie Asselman, Mario Vandevelde, Tonia Abbeloos, Chantal Mostaert, Joris Verspecht, Ludwig De Mesmaeker, Toon Dours, Luc Robberechts, Stefaan Van Den Eynde, Nathalie Hellinckx, Anne Del Piero, Tom Van Gestel, Francis Wijns, Tom Vandenbossche, Jean De Block, Reinhoud De Bosscher, Luc Vrijders, Michiel De Potter
        Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
        besluit

        Artikel 1. Begripsomschrijvingen

        De definities in Boek 2, Deel 2, Titel 3 van de Vlaamse Codex Wonen van 2021 zijn van toepassing.

        Voor toepassing van dit gemeentelijk reglement voor de opmaak van het verwaarlozingsregister wordt verstaan onder:

        1. Administratie: de administratieve eenheid van de Woonwinkel West-Brabant, die door het gemeentebestuur belast wordt met de opmaak, de opbouw, het beheer en de actualisering van het verwaarlozingsregister;

        2. Administratieve akte: deze genummerde akte bestaat uit een fotodossier, een beschrijvend verslag met vermelding van de elementen die de verwaarlozing staven en als besluit de beslissing tot opname in het verwaarlozingsregister;

        3. Technisch verslag: dit werkinstrument wordt gebruikt ter voorbereiding van de administratieve akte en laat de administratie toe ter plekke vaststellingen te noteren en deze eventueel later aan te vullen met gewijzigde informatie alsook met bezwaren van de zakelijk gerechtigde;

        4. Gebouw: elk bebouwd onroerend goed, dat zowel het hoofdgebouw als de bijgebouwen omvat, met uitsluiting van bedrijfsruimten, vermeld in artikel 2,1° van het decreet van 19 april 1995 en latere wijzigingen, houdende de maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten;

        5. Woning: elk onroerend goed of deel ervan dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van een gezin of alleenstaande:

        • eengezinswoning: elk bebouwd onroerend goed dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van één gezin of één alleenstaande, waarin zich geen andere woningen bevinden.
        • appartement/studio: elk bebouwd onroerend goed dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van één gezin of één alleenstaande, waarin zich meerdere woningen bevinden.
        • kamer of studentenkamer: een woning waarin een toilet, een bad of douche of een kookgelegenheid ontbreken en waarvan de bewoners voor een of meerdere van die voorzieningen aangewezen zijn op de gemeenschappelijke ruimten in of aansluitend bij het gebouw waarvan de woning deel uitmaakt. 
        6. Zakelijk gerechtigde: de houder of medehouder van één van de volgende zakelijke rechten: de volle eigendom, het recht van opstal of van erfpacht, het vruchtgebruik;

        7. Vertegenwoordiger zakelijk gerechtigde: een persoon die optreedt namens de zakelijk gerechtigde, dient bij het dossier een schriftelijke machtiging tot vertegenwoordiging toe te voegen, tenzij hij optreedt als raadsman die ingeschreven is aan de balie als advocaat of als advocaat-stagiair.

        8. Beveiligde zending: één van de hiernavolgende betekeningswijze een (elektronisch) aangetekende zending; een afgifte tegen ontvangstbewijs of via e-loket;

        9. Opnamedatum: de datum waarop het gebouw of de woning in het verwaarlozingsregister wordt opgenomen;

        10. Verjaardag: het ogenblik van het verstrijken van elke nieuwe periode van twaalf maanden vanaf de opnamedatum, zolang het gebouw of de woning niet uit het verwaarlozingsregister is geschrapt;

        11. Gewestelijke inventaris van ongeschikte en onbewoonbare woningen (VIVOO): de inventaris, sinds 1 januari 2017 vermeld in artikel 26 van het Heffingsdecreet

        Artikel 2. Gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen (verwaarlozingsregister)

        § 1. De administratie houdt een verwaarlozingsregister bij. Het verwaarlozingsregister bestaat uit twee afzonderlijke lijsten:

        1. een lijst 'verwaarloosde gebouwen';
        2. een lijst 'verwaarloosde woningen';

        § 2. In elke lijst worden de volgende gegevens opgenomen:

        1. het adres van de verwaarloosde woning of het verwaarloosde gebouw;
        2. de kadastrale gegevens van de verwaarloosde woning of het verwaarloosde gebouw;
        3. de identiteit en het (de) adres(sen) van de zakelijk gerechtigde(n);
        4. het nummer en de datum van de administratieve akte;
        5. de indicatie of indicaties die aanleiding hebben gegeven tot de opname;

        Artikel 3. Registratie van verwaarlozing

        De administratie bezit de onderzoeks-, controle- en vaststellingsbevoegdheden, voor de opsporing en registratie van de verwaarlozing;

        § 1. Een verwaarloosd gebouw of een verwaarloosde woning wordt opgenomen in het verwaarlozingsregister aan de hand van een genummerde administratieve akte bestaande uit:

        • één of meerdere foto's;
        • een technisch verslag, met vermelding van de indicaties die de verwaarlozing staven;

        De datum van de administratieve akte geldt als de datum van de vaststelling van de verwaarlozing en geldt als opnamedatum;

        § 2. Er is sprake van verwaarlozing als:

        • het gebouw of de woning werd opgenomen in het leegstandsregister en
        • er minimaal 5 indicaties aanwezig zijn, zoals vermeld in de volgende niet-limitatieve opsomming:
          • losliggende elementen aan de dakbedekking
          • sterk verweerde elementen aan de dakbedekking
          • doorbuiging of verzakking van het dakgebinte
          • vereiste aansluitingen die ontbreken aan de dakranden
          • loszittende of sterk verweerde delen aan de dakranden
          • afwezigheid, niettegenstaand vereist ,van goten
          • afhangende/ gebroken elementen aan de goten
          • meerdere lekkages met zichtbare schade aan de goten
          • afwezigheid, niettegenstaand vereist, van regenafvoerbuizen
          • ernstige beschadigingen/ lekkages aan regenafvoerbuizen
          • gevaarlijk overhellend/ onstabiele gemetselde elementen van schoorstenen
          • loszittende delen van gemetselde schoorstenen
          • gevaarlijk overhellend/ onstabiele zelfdragende pijpsysteem van schoorstenen
          • grote heterogeniteit van materialen ingevolge onverantwoorde verbouwingen aan gevelvlak
          • uitgevallen voegwerk (1-2cm)
          • loskomende stukken steen
          • structurele breuken, barsten/ verzakkingen
          • afbladderend schilderwerk aan gevel
          • afvallend pleisterwerk
          • loszittende gevelbekleding
          • sterk verweerde gevelbekleding
          • storende affichering en/ of betimmering
          • dichtgemaakte gevelopeningen
          • niet afgewerkt gebouw - verval omgevingsvergunning
          • corrosie aan gevelelementen
          • verwering van de meeste elementen van balkons
          • verwering van de meeste elementen van inliggende loggia’s
          • ernstige verwering van de meeste elementen van erker(s)
          • verweerde ramen en deuren
          • afbladderende verf aan ramen en deuren
          • glasbreuk aan ramen en deuren
          • vervallen bijgebouw
          • vuil of afvalstorting op grond
          • aanwezigheid onkruid / verwildering van aangeplant groen op grond
          • uitpuilende brievenbussenaanwezigheid van verwilderd groen op gebouw

        Artikel 4. Kennisgeving van registratie

        § 1. De zakelijk gerechtigde wordt per beveiligde zending in kennis gesteld van de beslissing tot opname in het. De kennisgeving bevat:

        • de genummerde administratieve akte met inbegrip van het beschrijvend verslag en het fotodossier;
        • informatie over de gevolgen van de opname in het verwaarlozingsregister;
        • informatie met betrekking tot de beroepsprocedure tegen de opname in het verwaarlozingsregister;
        • informatie over de mogelijkheid tot schrapping uit het verwaarlozingsregister;
        § 2. De beveiligde zending wordt gericht aan de woonplaats van de zakelijk gerechtigde. Bij gebrek hieraan aan zijn verblijfplaats. Bij gebrek hieraan aan het adres van de woning of het gebouw waarop de administratieve akte betrekking heeft.

        Artikel 5. Beroep tegen registratie

        § 1. Binnen een termijn van 30 dagen, ingaand de dag na deze van de betekening van het schrijven, vermeld in artikel 4, kan een zakelijk gerechtigde of zijn vertegenwoordiger bij het college van burgemeester en schepenen schriftelijk beroep aantekenen tegen de beslissing tot opname in het verwaarlozingsregister. Het beroepschrift moet ondertekend zijn en moet minimaal volgende gegevens bevatten:

        • de identiteit en het adres van de indiener;
        • de vermelding van het nummer van de administratieve akte 
        • het adres van het gebouw of de woning waarop het beroepschrift betrekking heeft;
        • de bewijsstukken die aantonen dat de opname van het gebouw of de woning in het ten onrechte is gebeurd. De vaststelling van de verwaarlozing kan betwist worden met alle bewijsmiddelen van gemeen recht, uitgezonderd de eed;

        Als datum van het beroepschrift wordt de postdatum, de datum van elektronische zending of de datum van afgifte van het beroep gehanteerd;

        § 2. Een laattijdig ingediend beroep tegen een voorgenomen registratie wordt behandeld als een verzoek tot schrapping als vermeld in artikel 6.

        § 3. De administratie onderzoekt de gegrondheid van de ontvankelijke beroepschriften. Het onderzoek gebeurt op stukken als de feiten vatbaar zijn voor directe, eenvoudige vaststelling.

        § 4. Het college van burgemeester en schepenen doet uitspraak over het beroep en betekent zijn beslissing met een beveiligde zending aan de indiener ervan, binnen een termijn van 90 dagen, die ingaat op de dag na deze van de betekening van het beroepschrift. 

        § 5. Wordt het beroep ingewilligd, dan wordt de woning of het gebouw niet opgenomen in het verwaarlozingsregister

        § 6. De administratie neemt het gebouw of de woning op in het verwaarlozingsregister op vanaf de datum van de administratieve akte, als:

        • er niet tijdig betwist wordt, of 
        • het beroep van de zakelijk gerechtigde onontvankelijk of ongegrond verklaard wordt

        Artikel 6. Schrapping uit het verwaarlozingregister

        § 1. Een woning wordt uit het verwaarlozingsregister geschrapt als de zakelijk gerechtigde bewijst dat de woning:

        • niet meer in het leegstandsregister opgenomen is of
        • minder dan 5 indicaties van verwaarlozing, vermeld in artikel 3, vertoont of 
        • het pand gesloopt werd. In geval van sloop moet alle puin zijn geruimd. 

        § 2. Voor de schrapping uit het verwaarlozingsregister richt de zakelijk gerechtigde of zijn vertegenwoordiger een gemotiveerd schriftelijk verzoek aan de administratie. Dit verzoek bevat:

        • de identiteit en het adres van de indiener;
        • de vermelding van het nummer van de administratieve akte en het adres van het gebouw of de woning waarop de vraag tot schrapping betrekking heeft;
        • de bewijsstukken overeenkomstig §1 die aantonen dat de woning of het gebouw geschrapt mag worden uit het verwaarlozingsregister, de beëindiging  van de verwaarlozing kan aangetoond worden met alle bewijsmiddelen van gemeen recht, uitgezonderd de eed en verklaring op eer.

        Als datum van het beroepschrift wordt de postdatum, de datum van elektronische zending of de datum van afgifte van het beroep gehanteerd.

        De administratie onderzoekt of er redenen zijn tot schrapping uit het verwaarlozingsregister en neemt een beslissing binnen een termijn van 90 dagen na ontvangst van het verzoek. De administratie brengt de zakelijk gerechtigde op de hoogte van haar beslissing met een beveiligde zending. Als de kennisgeving van haar beslissing niet is gebeurd binnen de voorziene termijn, wordt het verzoek tot schrapping te zijn ingewilligd.

        § 3. De administratie onderzoekt de gegrondheid van de ontvankelijke beroepschriften. Het onderzoek gebeurt op stukken als de feiten vatbaar zijn voor directe, eenvoudige vaststelling.

        § 4. Tegen de beslissing over het verzoek tot schrapping kan de zakelijk gerechtigde of zijn vertegenwoordiger beroep aantekenen volgens de procedure, vermeld in artikel 5.

        § 5. Wordt het verzoek ingewilligd, dan wordt de woning of het gebouw geschrapt uit het verwaarlozingsregister. De datum van de betekening van het verzoek tot schrapping geldt als datum van schrapping uit het verwaarlozingsregister van woningen en gebouwen.

        Artikel 7. Opheffing

        Het gemeenteraadsbesluit van 22 februari 2022 houdende Reglement verwaarloosde woningen en gebouwen wordt opgeheven.

        Artikel 8. Inwerkingtreding

        Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2022 en wordt bekendgemaakt overeenkomstig de artikels 285 tot en met 288 van het decreet over het lokaal bestuur;

        Artikel 9.

        Woningen en gebouwen die werden geregistreerd in het gemeentelijke verwaarlozingsregister overeenkomstig alle voorgaande reglementen en die nog niet geschrapt zijn blijven opgenomen, met behoud van de oorspronkelijke opnamedatum.

      • Gemeentebelasting op verwaarloosde woningen en gebouwen

        regelgeving

        Gelet op de artikels 41, 162 en 170, §4 van de Grondwet;

        Gelet op het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 40 en 41;

        Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, en latere wijzigingen;

        Gelet op het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid, artikel 2.2.6, en latere wijzigingen;

        Gelet op het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse wooncode;

        Gelet op het ministerieel besluit van 13 december 2016 houdende goedkeuring van de subsidie voor de Interlokale Vereniging Regionaal Woonbeleid Noord-West Brabant;

        Gelet op omzendbrief KB ABB 2019/2 van 15 februari 2019 over de gemeentefiscaliteit;

        Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 22 februari 2021 houdende reglement verwaarloosde woningen en gebouwen;

        Gelet op het gemeenteraadsbesluit van heden houdende reglement opname register verwaarloosde woningen en gebouwen

        motivering

        Overwegende dat het nuttig is om een geïntegreerd beleid te voeren ter bestrijding van leegstand en verwaarlozing van woningen en gebouwen;

        Overwegende dat de strijd tegen de verkrotting en verwaarlozing van woningen en gebouwen onder meer een effect zal hebben als de opname van dergelijke gebouwen en woningen in een register ook daadwerkelijk leidt tot een belasting;

        Gelet op de financiële toestand van de gemeente;

        Publieke stemming
        Aanwezig: Walter Teugels, Maarten Mast, Lien Casier, David De Valck, Steven Elpers, Toon Luypaert, Julie Asselman, Mario Vandevelde, Tonia Abbeloos, Chantal Mostaert, Joris Verspecht, Ludwig De Mesmaeker, Toon Dours, Luc Robberechts, Stefaan Van Den Eynde, Nathalie Hellinckx, Anne Del Piero, Tom Van Gestel, Francis Wijns, Tom Vandenbossche, Jean De Block, Reinhoud De Bosscher, Luc Vrijders, Michiel De Potter, Chris Van den Bossche
        Voorstanders: Walter Teugels, Maarten Mast, Lien Casier, David De Valck, Steven Elpers, Toon Luypaert, Julie Asselman, Mario Vandevelde, Tonia Abbeloos, Chantal Mostaert, Ludwig De Mesmaeker, Stefaan Van Den Eynde, Nathalie Hellinckx, Anne Del Piero, Michiel De Potter
        Tegenstanders: Joris Verspecht, Toon Dours, Luc Robberechts, Tom Van Gestel, Francis Wijns, Tom Vandenbossche, Jean De Block, Reinhoud De Bosscher, Luc Vrijders
        Resultaat: Met 15 stemmen voor, 9 stemmen tegen
        besluit

        Artikel 1. Begripsomschrijvingen

        De definities in Boek 2, Deel 2, Titel 3 van de Vlaamse Codex Wonen van 2021 zijn van toepassing.

        De begripsomschrijvingen opgenomen in artikel 1 van het reglement opname register verwaarloosde woningen en gebouwen

        Artikel 2. Belasting op verwaarloosde woningen en gebouwen

        § 1. Er wordt voor de aanslagjaren 2022 tot en met 2025 een gemeentebelasting gevestigd op de woningen en gebouwen die op 1 januari van dat aanslagjaar gedurende minstens twaalf opeenvolgende maanden zijn opgenomen in het verwaarlozingsregister. De definities van woning, gebouw, verwaarloosd gebouw en woning  en register van verwaarloosde woningen en gebouwen zijn omschreven in artikel 1 van reglement opname register verwaarloosde woningen en gebouwen;

        § 2. De belastingen voor verwaarloosde woningen of gebouwen is voor het eerst verschuldigd vanaf het ogenblik dat de woning of dat gebouw gedurende twaalf opeenvolgende maanden is opgenomen in het gemeentelijk register van verwaarloosde woningen en gebouwen;
        Zolang het gebouw of de woning niet uit het verwaarlozingsregister is geschrapt, blijft de belasting verschuldigd op het ogenblik dat een nieuwe termijn van twaalf maanden verstrijkt; 

        Artikel 3. Belastingplichtige

        § 1. De belasting is verschuldigd door de zakelijk gerechtigde van de verwaarloosde woning of  gebouw op 1 januari van het aanslagjaar. Zolang het gebouw of de woning niet uit het verwaarlozingsregister is geschrapt, blijft de belasting verschuldigd op het ogenblijk dat een nieuwe termijn van 12 maanden verstrijkt;

        Ingeval er een recht van opstal, erfpacht of vruchtgebruik bestaat, is de belasting verschuldigd door de houder van dat zakelijk recht van opstal, van erfpacht of van vruchtgebruik op het ogenblik dat de belasting van het aanslagjaar verschuldigd wordt;

        § 2. In geval van mede-eigendom zijn alle mede-eigenaars een deel van de belasting verschuldigd, elk naar rata van hun aandeel in de eigendom;

        § 3. In geval van overdracht van het zakelijk recht stelt de overdrager of zijn instrumenterende ambtenaar (notaris) de verkrijger van het zakelijk recht er voorafgaandelijk van in kennis dat het goed is opgenomen in het verwaarlozingsregister;

        De overdrager of zijn instrumenterende ambtenaar (notaris) stelt de administratie, schriftelijk, binnen twee maanden na het verlijden van de authentieke overdrachtsakte in kennis van de overdracht, de datum ervan, en de identiteitsgegevens van de nieuwe zakelijk gerechtigde;

        § 4. Bij ontstentenis van deze kennisgeving wordt de overdrager van een zakelijk recht, in afwijking van § 1, als belastingplichtige beschouwd voor de volgende belastingen die na de overdracht van het zakelijk recht worden gevestigd;

        Artikel 4. Tarief van de belasting

        Het bedrag van de gemeentelijke verwaarlozingsbelasting voor woningen en gebouwen bedraagt:

        • 1e jaar: € 1500
        • 2e jaar: € 3000
        • Vanaf het 3e jaar dat een gebouw of woning een termijn van twaalf maanden op het verwaarlozingsregister staat, wordt de belasting van € 3000 jaarlijks verhoogd met € 250;

        Artikel 5. Vrijstellingen van de belasting

        § 1. Een vrijstelling van de belasting dient jaarlijks schriftelijk aangevraagd te worden. De houder van het zakelijk recht die gebruik wenst te maken van een vrijstelling als vermeld in § 3, dient zelf hiervoor de nodige bewijsstukken voor te leggen aan de administratie.

        De aanvraag tot vrijstelling moet vóór de verjaardag van de opnamedatum ingediend zijn. 

        De administratie doet uitspraak over de aanvraag tot vrijstelling en betekent haar beslissing aan de indiener ervan binnen een termijn van 90 dagen, ingaand de dag na de betekening van de aanvraag;

        Een vrijstelling aangevraagd en bekomen door één van de mede-eigenaars geldt automatisch voor alle andere mede-eigenaars van de woning of het gebouw. Enkel de indiener van de vrijstelling zal door de administratie op de hoogte gebracht worden van de beslissing van de administratie. De aanvrager van de vrijstelling stelt de mede-eigenaar op de hoogte van de vrijstelling;

        § 2. Binnen een termijn van 30 dagen, ingaand de dag na de betekening van het schrijven, vermeld in § 1, kan de zakelijk gerechtigde, bij het college van burgemeester en schepenen beroep aantekenen tegen de beslissing tot de weigering van vrijstelling. Het beroep moet worden betekend via beveiligde zending;

        Het college van burgemeester en schepenen doet uitspraak over het beroep en tekent zijn beslissing aan de indiener ervan binnen een termijn van 90 dagen, ingaand de dag na de betekening van het beroepschrift. De uitspraak wordt per beveiligde zending betekend.

        § 3. Van de verwaarlozingsbelasting zijn vrijgesteld:

        Persoonsgebonden vrijstellingen (gaan niet over op nieuwe zakelijk gerechtigden in geval van overdracht):

        1. De belastingplichtige die:

        • verblijft in een erkende ouderenvoorziening (woonzorgcentrum, serviceflat, assistentiewoning)
        • voor een langdurig verblijf werd opgenomen in een psychiatrische - of andere instelling.
        Deze vrijstelling geldt voor de duur van het verblijf met een maximum van 3 belastbare termijnen. Een attest moet worden voorgelegd;
        2. De belastingplichtige waarvan de handelingsbekwaamheid beperkt werd ingevolge een gerechtelijke beslissing. Deze vrijstelling geldt voor de duur van het verblijf met een maximum van 3 belastbare termijnen. Een afschrift van de gerechtelijke beslissing moet worden voorgelegd; 
        3. De belastingplichtige van de woning waarvoor volgens de bepalingen van het gemeentelijk belastingreglement op tweede verblijven belasting betaald wordt. Onder tweede verblijf wordt verstaan elke woongelegenheid waarvan diegene die er kan verblijven, voor deze woongelegenheid op 1 januari van het dienstjaar niet ingeschreven is in het bevolkingsregister, ongeacht het feit of het gaat om landhuizen, bungalows, appartementen, grote of kleine weekendhuizen of buitengoederen, optrekjes, chalets en alle andere vaste woongelegenheden met inbegrip van de met chalets gelijkgestelde caravans;
        4. De belastingplichtige die sinds minder dan één jaar zakelijk gerechtigde is van het gebouw of de woning, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt voor het belastingjaar volgend op het berkrijgen van het zakelijk recht;
        Deze vrijstelling geldt niet voor:
        • overdracht aan een vennootschap die door de overdrager rechtstreeks of onrechtstreeks gecontroleerd wordt;
        • de overdracht die het gevolg is van een fusie, splitsing of andere overgang ten algemene titel;
        5. Wanneer de belastingplichtige deel uitmaakt van een openstaande nalatenschap met betrekking tot de woning/gebouw. De vrijstelling geldt voor een maximale duur van drie jaar;
        Gebouw- of woninggebonden vrijstellingen (gaan over op nieuwe zakelijk gerechtigden in geval van overdracht):
        Een vrijstelling wordt verleend indien het gebouw of de woning:
        1. Gelegen is binnen de grenzen van een door de overheid bevoegde overheid voorlopig of definitief goedgekeurd onteigeningsplan. Deze vrijstelling kan jaarlijks worden aangevraagd zolang het onteigeningsplan niet opgeheven is;
        2. Geen voorwerp meer kan uitmaken van een stedenbouwkundige vergunning omdat een voorlopig of definitief onteigeningsplan is vastgesteld;
        3. Krachtens decreet beschermd is als monument, of opgenomen is op een bij besluit vastgesteld ontwerp van lijst tot bescherming als monument;
        4. Deel uitmaakt van een krachtens decreet beschermd stads- of dorpsgezicht of landschap, of van een stads- of dorpsgezicht of landschap dat opgenomen is op een bij besluit vastgesteld ontwerp van lijst tot bescherming als stads- of dorpsgezicht of landschap; 
        5. Vernield of beschadigd werd ten gevolge van een plotse ramp die zich voordoet buiten de wil van de houder van het zakelijk recht en waardoor de schade dermate is dat het gebruik onmogelijk is, bv. brand, gasontploffing, blikseminslag…; met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een periode van drie jaar volgend op de datum van de vernieling of beschadiging;
        6. Onmogelijk daadwerkelijk gebruikt kan worden omwille van een verzegeling in het kader van een strafrechtelijk onderzoek of omwille van een expertise in het kader van een gerechtelijke procedure of omwille van een gerechtelijk vonnis of een overheidsbeslissing onafhankelijk van de wil van de belastingplichtige, met dien verstande dat deze vrijstelling geldt slechts gedurende een periode van maximum 2 jaar volgend op het aanvang van de onmogelijkheid tot daadwerkelijk gebruik. De nodige bewijsstukken van de gerechtelijke procedure moeten hierbij voorgelegd worden en de belastingplichtige moet spontaan de administratie op de hoogte houden over het verloop van de procedure;
        7. Gerenoveerd wordt: Een woning of gebouw wordt gerenoveerd als:
        a. Het gaat om handelingen, die stedenbouwkundig gezien vergunningsplichtig zijn, een niet-vervallen omgevingsvergunning kan worden voorgelegd. De vrijstelling geldt voor een termijn van maximum 5 jaar volgend na datum verlening van de omgevingsvergunning;
        b. Het gaat om niet-vergunningsplichtige handelingen, een renovatienota wordt voorgelegd. De vrijstelling geldt voor een termijn van maximum 3 jaar en kan maar eenmalig aan dezelfde houder van het zakelijk recht worden toegekend;
        De renovatienota moet gedetailleerd, gedateerd en ondertekend zijn. Deze moet door de administratie goedgekeurd zijn en minstens volgende elementen omvatten:
        • een overzicht van de voorgenomen werken die stedenbouwkundig niet vergunningsplichtig zijn;
        • een gedetailleerd tijdschema waaruit blijkt dat binnen een periode van maximaal 24 maanden de woning/gebouw gerenoveerd wordt;
        • bestekken of facturen ten bedrage van minimaal 10.000 euro. Deze facturen en bestekken mogen niet ouder zijn dan 1 jaar;
        • schetsen en foto's van de te renoveren vertrekken;
        • indien van toepassing, het akkoord van alle mede-eigenaars;
        8. Panden in beheer van sociale verhuurkantoren, sociale huisvestingsmaatschappijen, OCMW’s, gemeenten en de privésector die volgens het sociaal huurbesluit ter beschikking zijn gesteld van woonbehoeftige gezinnen of alleenstaanden. De vrijstelling geldt voor een termijn van maximum 5 jaar;
        9. Indien de belastingplichtige de verwaarlozing laat aanhouden omwille van een vreemde oorzaak die de belastingplichtige niet kan worden toegerekend, wordt mogelijks eveneens een vrijstelling verleend;
        Als er een vrijstelling wordt verleend, dan is de belastingplichtige vrijgesteld van belasting voor de toegekende periode;
        Vrijstellingen van de verwaarlozingsbelasting die toegekend zijn op basis van het reglement van 27 januari 2020 blijven met hun oorspronkelijke begin- en einddatum gelden bij de toepassing van dit reglement;

        Artikel 6. Inkohieren

        De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen;

        Artikel 7. Betalingstermijn

        De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet;

        Artikel 8. Bezwaar

        De belastingplichtige kan bezwaar indienen volgens de vigerende wetgeving;

        Artikel 9. Inwerkingtreding

        Dit reglement treedt in werking met ingang van 1 januari 2022 en wordt bekendgemaakt overeenkomstig de artikels 285 tot en met 288 van het decreet;

        Artikel 10.

        Woningen en gebouwen die werden geregistreerd in het gemeentelijke register van verwaarloosde woningen en gebouwen overeenkomstig alle voorgaande reglementen en die nog niet geschrapt zijn blijven opgenomen, met behoud van de oorspronkelijke opnamedatum.

    • Mobiliteit

      • Retributie op het kortparkeren

        regelgeving

        Gelet op artikel 173 van de Grondwet;

        Gelet op het decreet over het lokaal bestuur;

        Gelet op de wet betreffende de politie van het wegverkeer van 16 maart 1968;

        Gelet op het Koninklijk Besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg en latere wijzigingen;

        Gelet op het Ministerieel Besluit van 7 mei 1999 betreffende de parkeerkaart voor mensen met een handicap en latere wijzigingen;

        Gelet op het Ministerieel Besluit van 9 januari 2007 betreffende de gemeentelijke parkeerkaart;

        Gelet op het decreet van 16 mei 2008, aangevuld bij decreet van 9 juli 2010 houdende de invordering van parkeerheffingen door parkeerbedrijven;

        Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 25 oktober 2021 betreffende de goedkeuring van het aanvullend verkeersreglement Merchtem-centrum - invoeren parkeren met een beperkte parkeerduur 30min, 60min en 120min op verschillende locaties in de bebouwde kom Merchtem-centrum vanaf 3 januari 2022;

        motivering

        Overwegende dat de blauwe zone letterlijk en figuurlijk op zijn grenzen botste en het volledig centrum van Merchtem nagenoeg ingekleurd zou worden als blauwe zone;

        Overwegende er bijna zoveel bewonerskaarten werden uitgereikt dan er parkeerplaatsen voorzien zijn in de blauwe zone;

        Overwegende de input van handelaars en inwoners en naar aanleiding van de opmaak van het mobiliteitsplan, besproken met met zowel handelaars, horeca, mobiliteitsraad, denktank, Merchtemnaren, het gewest, studiebureau, scholen, enz. de voorkeur van 60 minuten parkings geniet in het centrum;

        Overwegende er randparkings voorzien zijn zonder tijdsbeperking voor diegene die langer in het centrum willen blijven;

        financiële impact

        Gelet op de financiële toestand van de gemeente;

        Publieke stemming
        Aanwezig: Walter Teugels, Maarten Mast, Lien Casier, David De Valck, Steven Elpers, Toon Luypaert, Julie Asselman, Mario Vandevelde, Tonia Abbeloos, Chantal Mostaert, Joris Verspecht, Ludwig De Mesmaeker, Toon Dours, Luc Robberechts, Stefaan Van Den Eynde, Nathalie Hellinckx, Anne Del Piero, Tom Van Gestel, Francis Wijns, Tom Vandenbossche, Jean De Block, Reinhoud De Bosscher, Luc Vrijders, Michiel De Potter, Chris Van den Bossche
        Voorstanders: Walter Teugels, Maarten Mast, Lien Casier, David De Valck, Steven Elpers, Toon Luypaert, Julie Asselman, Mario Vandevelde, Tonia Abbeloos, Chantal Mostaert, Joris Verspecht, Ludwig De Mesmaeker, Toon Dours, Luc Robberechts, Stefaan Van Den Eynde, Nathalie Hellinckx, Anne Del Piero, Francis Wijns, Tom Vandenbossche, Luc Vrijders, Michiel De Potter
        Tegenstanders: Tom Van Gestel, Jean De Block, Reinhoud De Bosscher
        Resultaat: Met 21 stemmen voor, 3 stemmen tegen
        besluit

        Artikel 1

        De gemeenteraadsbeslissing van 29 augustus 2016 houdende het retributiereglement inzake parkeren wordt opgeheven vanaf de invoering van het nieuwe reglement;

        Artikel 2

        Er wordt voor een periode met ingang van 3 januari 2022 tot en met 31 december 2024 een gemeentelijke retributie gevestigd op het kortparkeren van motorvoertuigen op de openbare weg of op de plaatsen gelijkgesteld aan de openbare weg;

        Dit reglement beoogt het parkeren van een motorvoertuig op plaatsen waar dat kortparkeren toegelaten is;

        Onder openbare weg verstaat men de wegen en hun trottoirs of nabijgelegen bermen die eigendom zijn van de gemeentelijke, provinciale of gewestelijke overheden;

        Onder met een openbare weg gelijkgestelde plaatsen verstaat men de parkeerplaatsen gelegen op de openbare weg, zoals vermeld in artikel 4 § 2 van de wet van 25 juni 1993 betreffende de uitoefening van ambulante en kermisactiviteiten;

        Artikel 3

        De retributie wordt als volgt vastgesteld:

        • Gratis voor de maximale duur die toegelaten is door de verkeersborden, zoals omschreven in artikel 2 van het aanvullend verkeersreglement Merchtem-centrum, invoeren parkeren met een beperkte parkeerduur;

        • Een forfaitair bedrag van 30,00 euro per dag voor elke periode die langer is dan deze die gratis is;

        De door de gebruiker gewenste parkeerduur wordt vastgesteld door het zichtbaar aanbrengen achter de voorruit van het voertuig van de parkeerschijf, of als er geen voorruit is, op het voorste gedeelte van het voertuig overeenkomstig artikel 27.1.1 van het Koninklijk Besluit van 1 december 1975 zoals gewijzigd door het koninklijk besluit van 9 januari 2007;

        Het gebruik van de parkeerschijf is verplicht van maandag tot en met zaterdag tussen 9 en 18 uur, uitgezonderd op feestdagen;

        Het parkeren van gemeentevoertuigen of OCMW-voertuigen, die duidelijk herkenbaar zijn voor de gemachtigde door het opschrift "Gemeente Merchtem" of "OCMW Merchtem" en die ingeschreven staan op naam van het gemeentebestuur of het OCMW van Merchtem, is gratis. De gebruiker hoeft geen parkeerschijf aan te brengen;

        Voertuigen die geparkeerd staan voor de inrij van eigendommen waarvan het inschrijvingsteken leesbaar op die inrij is aangebracht, zijn vrijgesteld van het plaatsen van de parkeerschijf en dus van de retributie;

        Artikel 4

        Het parkeren van voertuigen gebruikt door personen met een handicap is gratis;

        Het statuut van “persoon met een handicap” wordt beoordeeld op het ogenblik van het parkeren door het aanbrengen op een zichtbare plaats achter de voorruit van het voertuig van de kaart uitgereikt overeenkomstig het ministerieel besluit van 7 mei 1999,  en latere wijzigingen;

        Artikel 5

        De retributie wordt ten laste gelegd van de houder van de nummerplaat van het voertuig;

        De retributie is verschuldigd zodra het voertuig langer geparkeerd is dan de tijd die toegelaten is door de verkeersborden, en is betaalbaar door overschrijving op de rekening van de gemeente of haar concessiehouder. Deze laatste mogelijkheid wordt enkel aangeboden als de gebruiker opteert voor de toepassing van het forfaitair tarief;

        Artikel 6

        Als de parkeerschijf niet zichtbaar achter de voorruit van zijn voertuig is geplaatst of in geval de gebruiker de pijl niet op het streepje plaatst dat volgt op het tijdstip van aankomst of indien de gebruiker de aanduidingen wijzigt zonder dat het voertuig de parkeerplaats heeft verlaten, wordt de gebruiker steeds geacht te kiezen voor de betaling van het in artikel 3 bedoelde forfaitaire tarief;

        Bij toepassing van het hierboven vermelde forfait, brengt de aangestelde van de gemeente een uitnodiging om de retributie binnen de vijf dagen te betalen aan op de voorruit van het voertuig, of als er geen voorruit is, op het voorste gedeelte van het voertuig;

        In geval van niet-betaling van de verschuldigde som volgens die richtlijnen wordt een administratieve kost aangerekend die overeenkomt met:

        • voor de eerste herinnering: gratis;
        • voor de tweede herinnering: 10,00 euro;
        • voor de derde herinnering: 10,00 euro + portkosten aangetekende zending;

        Artikel 7

        De retributies kunnen geïnd worden via een aan te besteden concessie die alle waarborgen geeft inzake de uitoefening van een openbare dienst;

        Artikel 8

        Bij gebrek aan betaling in der minne wordt de invordering van de retributie ingevorderd op grond van artikel 177 van het decreet lokaal bestuur dat voorziet in de mogelijkheid om een dwangbevel uit te vaardigen met het oog op de invordering van onbetwiste en opeisbare niet-fiscale schuldvorderingen. Bij betwisting kan het gemeentebestuur zich tot de bevoegde burgerlijke rechtbank wenden om de retributie in te vorderen;

        Artikel 9

        Het parkeren op een parkeerplaats gebeurt steeds op risico van de gebruiker of diegene die burgerlijk verantwoordelijk is. Het gemeentebestuur en/of concessionaris kunnen niet aansprakelijk worden gesteld voor om het even welke beschadiging of verlies van het geparkeerde voertuig voor gevolg zou hebben; 

        Artikel 10

        Dit besluit wordt overeenkomstig artikel 286 van het decreet over het lokaal bestuur afgekondigd en bekendgemaakt.


    • Omgeving

      • Hernemen beslissing in verband met het deels herstellen en openstellen voetweg nr. 69 in het kader van het reeds goedgekeurde project toegankelijk groen in de Groene Rand - Belevingsnatuur in Brussegem

        regelgeving

        Gelet op artikel 40 en 41 uit het decreet lokaal bestuur;

        Gelet op het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen dat sinds 1 september 2019 van kracht is;

        omschrijving/overwegende

        Overwegende dat het decreet gemeentewegen tot doel heeft om een geïntegreerde benadering en uniforme regelgeving vast te stellen om gemeentewegen aan te leggen, te verplaatsen, te wijzigen of op te heffen; 

        Gelet op de volgende krachtlijnen uit het decreet:

        • Het decreet bepaalt één juridisch statuut voor alle wegen in beheer van de gemeente, wat de procedures en handhaving moet vereenvoudigen. Het onderscheid tussen gewone gemeentewegen en de voormalige buurtwegen is verdwenen;
        • De gemeenteraad beslist nu zelf over de aanleg, wijziging, verplaatsing of opheffing van gemeentewegen;
        • Het decreet bepaalt dat gemeentewegen enkel opgeheven kunnen worden door een beslissing van de gemeenteraad en niet langer door niet-gebruik. De gemeenteraad beslist dus over elke afschaffing van een gemeenteweg;
        motivering

        Overwegende dat de gemeenteraad tijdens haar zitting van 20 augustus 2020 het projectvoorstel voor toegankelijk groen in de Groene Rand - Belevingsnatuur in Brussegem goedkeurde;

        Gelet dat in het kader van dit project subsidies werden aangevraagd en verkregen via het Agentschap Natuur en Bos;

        Overwegende dat een van de belangrijkste elementen binnen dit project toegankelijke natuur is. Door het in eer herstellen van de historische voetweg wordt de bereikbaarheid van het bos verhoogd; 

        Het bos zal recreatief verbonden worden met het Wandelnetwerk Brabantse Kouters. De bestaande weg tussen het perceel en de Brusselsesteenweg wordt behouden, de voetweg met nr. 69 zal opnieuw hersteld worden vanop het perceel tot aan de Romeinsebaan en de twee zullen verbonden worden met een wandelweg door het bos (zie plan);

        Overwegende dat buurtweg nr. 69 deels hersteld dient te worden vanop het perceel tot aan de Romeinsebaan, en dit over een breedte van 1,65 m conform de Atlas der Buurtwegen. Er dient eveneens een trap in het talud langs de Romeinsebaan voorzien te worden, om de toegankelijkheid te verzekeren; 

        Overwegende dat door de gemeenteraad reeds in haar zitting van 23 augustus 2021 werd beslist om buurtweg nr. 69 deels te herstellen en open te stellen in het kader van het reeds goedgekeurde project toegankelijk groen in de Groene Rand - Belevingsnatuur in Brussegem;

        Overwegende dat door omwonende een klacht werd ingediend bij de gouverneur met de vraag om deze beslissing te vernietigen (zie bijlage);

        Overwegende dat de gouverneur besloten heeft om de beslissing niet te vernietigen (brief toegevoegd als bijlage), maar dat hij vraagt om de beslissing opnieuw te overwegen waarbij ook de argumenten van de klager deel uitmaken van de beslissing;

        Overwegende dat de argumentatie van de klager werd toegevoegd als bijlage;

        Publieke stemming
        Aanwezig: Walter Teugels, Maarten Mast, Lien Casier, David De Valck, Steven Elpers, Toon Luypaert, Julie Asselman, Mario Vandevelde, Tonia Abbeloos, Chantal Mostaert, Joris Verspecht, Ludwig De Mesmaeker, Toon Dours, Luc Robberechts, Stefaan Van Den Eynde, Nathalie Hellinckx, Anne Del Piero, Tom Van Gestel, Francis Wijns, Tom Vandenbossche, Jean De Block, Reinhoud De Bosscher, Luc Vrijders, Michiel De Potter, Chris Van den Bossche
        Voorstanders: Walter Teugels, Maarten Mast, Lien Casier, David De Valck, Steven Elpers, Toon Luypaert, Julie Asselman, Mario Vandevelde, Tonia Abbeloos, Chantal Mostaert, Joris Verspecht, Ludwig De Mesmaeker, Toon Dours, Luc Robberechts, Stefaan Van Den Eynde, Nathalie Hellinckx, Anne Del Piero, Tom Van Gestel, Francis Wijns, Tom Vandenbossche, Jean De Block, Reinhoud De Bosscher, Luc Vrijders, Michiel De Potter
        Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
        besluit

        Artikel 1

        De gemeenteraad neemt kennis van de argumenten van de klager ingediend tegen het herstellen en opnieuw openstellen van voetweg nr. 69, voor wat betreft het deel gelegen binnen het goedgekeurde VSGB project Belevingsnatuur in Brussegem;

        Artikel 2

        De gemeenteraad blijft bij haar beslissing genomen in haar zitting van 23 augustus 2021 en besluit voetweg nr. 69, gelegen binnen het goedgekeurde VSGB project Belevingsnatuur in Brussegem, tegen 1 januari 2023 te herstellen en opnieuw open te stellen vanop het perceel tot aan de Romeinsebaan, en dit over een breedte van 1,65 m. 

      • Goedkeuring akte van grondafstand van een perceel grond gelegen aan de Linthoutstraat, gekadastreerd als sectie B, deel van nummers 279 E P0000 en 284 G P0000

        regelgeving

        Gelet op de bepalingen opgenomen in het decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017, artikel 41;

        Gelet op het Bestuursdecreet van 7 december 2018;

        omschrijving/overwegende

        Gezien het perceel grond, gelegen Linthoutstraat, kadastraal gekend als sectie B, nummers 279 E P0000 en 284 G P0000 eigendom is van consoorten Kiekens;

        Gelet op de omgevingsvergunning voor het verkavelen van een perceel naar zes loten, een lot voor open bebouwing, vier loten voor halfopen bebouwing en een lot dat bij het openbaar domein wordt gevoegd, afgeleverd op 17 juni 2021 aan Herwig De Smedt (VK 775);

        Gelet op de belofte van grondafstand ondertekend door consoorten Kiekens op 5 januari 2021;

        Gelet op het proces-verbaal van meting opgemaakt door Herwig De Smedt, landmeter-expert, op 4 oktober 2021;

        Gelet op het feit dat de gemeente deze strook grond wenst in te lijven om reden van openbaar nut;

        motivering

        Gelet op het ontwerp van akte van gratis grondafstand opgemaakt door notarissen Steven Podevyn/Robbe Tack, notarissen te Merchtem, voor de gratis grondafstand van een strook grond gelegen Linthoutstraat, gekadastreerd als sectie B, deel van nummers 279 E P0000 en 284 G P0000, met een oppervlakte van tachtig centiaren (80 ca), 

        Publieke stemming
        Aanwezig: Walter Teugels, Maarten Mast, Lien Casier, David De Valck, Steven Elpers, Toon Luypaert, Julie Asselman, Mario Vandevelde, Tonia Abbeloos, Chantal Mostaert, Joris Verspecht, Ludwig De Mesmaeker, Toon Dours, Luc Robberechts, Stefaan Van Den Eynde, Nathalie Hellinckx, Anne Del Piero, Tom Van Gestel, Francis Wijns, Tom Vandenbossche, Jean De Block, Reinhoud De Bosscher, Luc Vrijders, Michiel De Potter, Chris Van den Bossche
        Voorstanders: Walter Teugels, Maarten Mast, Lien Casier, David De Valck, Steven Elpers, Toon Luypaert, Julie Asselman, Mario Vandevelde, Tonia Abbeloos, Chantal Mostaert, Joris Verspecht, Ludwig De Mesmaeker, Toon Dours, Luc Robberechts, Stefaan Van Den Eynde, Nathalie Hellinckx, Anne Del Piero, Tom Van Gestel, Francis Wijns, Tom Vandenbossche, Jean De Block, Reinhoud De Bosscher, Luc Vrijders, Michiel De Potter
        Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
        besluit

        De bijgevoegde ontwerpakte, opgemaakt voor notaris Steven Podevyn/Robbe Tack, notarissen te Merchtem, voor de gratis grondafstand van een perceel grond gelegen Linthoutstraat, gekadastreerd als sectie B, deel van nummers 279 E P0000 en 284 G P0000, met een oppervlakte van tachtig centiaren (80 ca), wordt goedgekeurd.

  • bijkomende agenda

    • Varia - Groen

      motivering
      • Fietsstallingen sporthal
      • Windmolens op de Kouter

      Het debat omtrent de behandeling van de variapunten wordt vermeld in het audio zittingsverslag van de gemeenteraad d.d. 20 december 2021. 

       

    • Varia - PRO Merchtem

      motivering
      • RUP Merchtem-centrum
      • Noodopvang

      Het debat omtrent de behandeling van de variapunten wordt vermeld in het audio zittingsverslag van de gemeenteraad d.d. 20 december 2021.

Namens de gemeenteraad,

Namens Gemeenteraad,

Chris Van den Bossche
Algemeen directeur

Walter Teugels
Voorzitter gemeenteraad