Gelet op de artikels 41, 162 en 170, §4 van de Grondwet;
Gelet op het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 40 en 41;
Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, en latere wijzigingen;
Gelet op het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid, artikel 2.2.6, en latere wijzigingen;
Gelet op het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse wooncode;
Gelet op het ministerieel besluit van 13 december 2016 houdende goedkeuring van de subsidie voor de Interlokale Vereniging Regionaal Woonbeleid Noord-West Brabant;
Gelet op omzendbrief KB ABB 2019/2 van 15 februari 2019 over de gemeentefiscaliteit;
Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 22 februari 2021 houdende reglement verwaarloosde woningen en gebouwen;
Gelet op het gemeenteraadsbesluit van heden houdende reglement opname register verwaarloosde woningen en gebouwen
Overwegende dat het nuttig is om een geïntegreerd beleid te voeren ter bestrijding van leegstand en verwaarlozing van woningen en gebouwen;
Overwegende dat de strijd tegen de verkrotting en verwaarlozing van woningen en gebouwen onder meer een effect zal hebben als de opname van dergelijke gebouwen en woningen in een register ook daadwerkelijk leidt tot een belasting;
Gelet op de financiële toestand van de gemeente;
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
De definities in Boek 2, Deel 2, Titel 3 van de Vlaamse Codex Wonen van 2021 zijn van toepassing.
De begripsomschrijvingen opgenomen in artikel 1 van het reglement opname register verwaarloosde woningen en gebouwen
Artikel 2. Belasting op verwaarloosde woningen en gebouwen
§ 1. Er wordt voor de aanslagjaren 2022 tot en met 2025 een gemeentebelasting gevestigd op de woningen en gebouwen die op 1 januari van dat aanslagjaar gedurende minstens twaalf opeenvolgende maanden zijn opgenomen in het verwaarlozingsregister. De definities van woning, gebouw, verwaarloosd gebouw en woning en register van verwaarloosde woningen en gebouwen zijn omschreven in artikel 1 van reglement opname register verwaarloosde woningen en gebouwen;
Artikel 3. Belastingplichtige
§ 1. De belasting is verschuldigd door de zakelijk gerechtigde van de verwaarloosde woning of gebouw op 1 januari van het aanslagjaar. Zolang het gebouw of de woning niet uit het verwaarlozingsregister is geschrapt, blijft de belasting verschuldigd op het ogenblijk dat een nieuwe termijn van 12 maanden verstrijkt;
Ingeval er een recht van opstal, erfpacht of vruchtgebruik bestaat, is de belasting verschuldigd door de houder van dat zakelijk recht van opstal, van erfpacht of van vruchtgebruik op het ogenblik dat de belasting van het aanslagjaar verschuldigd wordt;
§ 2. In geval van mede-eigendom zijn alle mede-eigenaars een deel van de belasting verschuldigd, elk naar rata van hun aandeel in de eigendom;
§ 3. In geval van overdracht van het zakelijk recht stelt de overdrager of zijn instrumenterende ambtenaar (notaris) de verkrijger van het zakelijk recht er voorafgaandelijk van in kennis dat het goed is opgenomen in het verwaarlozingsregister;
De overdrager of zijn instrumenterende ambtenaar (notaris) stelt de administratie, schriftelijk, binnen twee maanden na het verlijden van de authentieke overdrachtsakte in kennis van de overdracht, de datum ervan, en de identiteitsgegevens van de nieuwe zakelijk gerechtigde;
§ 4. Bij ontstentenis van deze kennisgeving wordt de overdrager van een zakelijk recht, in afwijking van § 1, als belastingplichtige beschouwd voor de volgende belastingen die na de overdracht van het zakelijk recht worden gevestigd;
Het bedrag van de gemeentelijke verwaarlozingsbelasting voor woningen en gebouwen bedraagt:
Artikel 5. Vrijstellingen van de belasting
§ 1. Een vrijstelling van de belasting dient jaarlijks schriftelijk aangevraagd te worden. De houder van het zakelijk recht die gebruik wenst te maken van een vrijstelling als vermeld in § 3, dient zelf hiervoor de nodige bewijsstukken voor te leggen aan de administratie.
De aanvraag tot vrijstelling moet vóór de verjaardag van de opnamedatum ingediend zijn.
De administratie doet uitspraak over de aanvraag tot vrijstelling en betekent haar beslissing aan de indiener ervan binnen een termijn van 90 dagen, ingaand de dag na de betekening van de aanvraag;
Een vrijstelling aangevraagd en bekomen door één van de mede-eigenaars geldt automatisch voor alle andere mede-eigenaars van de woning of het gebouw. Enkel de indiener van de vrijstelling zal door de administratie op de hoogte gebracht worden van de beslissing van de administratie. De aanvrager van de vrijstelling stelt de mede-eigenaar op de hoogte van de vrijstelling;
§ 2. Binnen een termijn van 30 dagen, ingaand de dag na de betekening van het schrijven, vermeld in § 1, kan de zakelijk gerechtigde, bij het college van burgemeester en schepenen beroep aantekenen tegen de beslissing tot de weigering van vrijstelling. Het beroep moet worden betekend via beveiligde zending;
Het college van burgemeester en schepenen doet uitspraak over het beroep en tekent zijn beslissing aan de indiener ervan binnen een termijn van 90 dagen, ingaand de dag na de betekening van het beroepschrift. De uitspraak wordt per beveiligde zending betekend.
§ 3. Van de verwaarlozingsbelasting zijn vrijgesteld:
Persoonsgebonden vrijstellingen (gaan niet over op nieuwe zakelijk gerechtigden in geval van overdracht):
1. De belastingplichtige die:
Artikel 6. Inkohieren
De belasting wordt ingevorderd bij wege van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen;
Artikel 7. Betalingstermijn
De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet;
Artikel 8. Bezwaar
De belastingplichtige kan bezwaar indienen volgens de vigerende wetgeving;
Artikel 9. Inwerkingtreding
Dit reglement treedt in werking met ingang van 1 januari 2022 en wordt bekendgemaakt overeenkomstig de artikels 285 tot en met 288 van het decreet;
Artikel 10.
Woningen en gebouwen die werden geregistreerd in het gemeentelijke register van verwaarloosde woningen en gebouwen overeenkomstig alle voorgaande reglementen en die nog niet geschrapt zijn blijven opgenomen, met behoud van de oorspronkelijke opnamedatum.