De aangepaste Algemene Politieverordening wordt goedgekeurd.
Gelet op het decreet lokaal bestuur d.d. 22 december 2017 zoals gewijzigd;
Gelet op artikel 135 van de Nieuwe Gemeentewet
Gelet op de Wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties;
Gelet op de wet van 11 december 2023 tot wijziging van de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties, van de Nieuwe Gemeentewet en van de wet van 15 mei 2007 tot instelling van de functie van gemeenschapswacht, tot instelling van de dienst gemeenschapswachten en tot wijziging van artikel 119bis van de Nieuwe Gemeentewet;
Gelet op de beslissing van de gemeenteraad d.d. 27 maart 2023 houdende goedkeuring aanpassing van de Algemene Politieverordening;
Gelet op het voorstel tot aanpassingen aan het college van burgemeester en schepenen d.d. 8 mei 2025;
Gezien onderstaande aanpassingen/toevoegingen zullen gebeuren:
Artikel 23:
De natuurlijke of rechtspersonen die een overeenkomst hebben afgesloten met een maatschappij voor de verwijdering van hun afval uitgezonderd huishoudelijk afval moeten in die overeenkomst de dag en het tijdstip van de ophaling preciseren. Ze dienen er tevens over te waken dat de zakken of recipiënten met dit afval geen bron van hinder of vervuiling kunnen vormen en dat ze geen dieren kunnen aantrekken.
Wanneer de in het eerste lid beoogde ophaling plaatsvindt, dienen de zakken te worden klaargezet op de vooravond van de ophaling na 18 uur of de dag zelf, voor 6 uur of vóór de komst van de vuilniswagen.
Het gemeentebestuur kan de in het tweede lid voorziene tijdstippen voor de plaatsing van de zakken of recipiënten met afval wijzigen, wanneer die in strijd zijn met de voorschriften inzake openbare veiligheid, rust, volksgezondheid, netheid en zindelijkheid.
De afvalstoffen moeten aangeboden worden voor de huis-aan-huis inzameling, de inzameling per wijk of per straat in de voorgeschreven inzamelrecipiënten en conform de specifieke bepalingen opgenomen in de afvalkalender. Afvalstoffen die aangeboden worden op een andere wijze worden niet aanvaard. De aanbieder sluit het eenmalige inzamelrecipiënt zorgvuldig op de voorziene wijze, (sluiting, trekband, sluitflappen, …) zodat het veilig kan opgenomen worden door het personeel van de inzamelaar.
De aanbieder plaatst de aangeboden afvalstoffen aan de rand van de openbare weg en voor het betrokken perceel waar de aanbieder gevestigd is zonder het verkeer van voetgangers, fietsers of voertuigen te hinderen. De aanbieder die afgelegen van de openbare weg gevestigd is of die langs wegen, plaatsen of stegen gevestigd is die niet door de wagens van de ophaaldienst bereikbaar zijn, moeten de voorgeschreven inzamelrecipiënten plaatsen langs de dichtst bij zijn perceel grenzende openbare weg of op de door de gemeente of haar intergemeentelijk samenwerkingsverband bepaalde plaats. De ophaling huis-aan-huis wordt voorzien op de voor de ophaalwagens toegankelijke straten, wegen en pleinen.
Afvalzakken die niet werden opgehaald door de ophaaldienst omwille van een foute inhoud, dienen terug naar binnen te worden gebracht.
Artikel 46:
Iedere plaatsing van een torenkraan op de openbare ruimte is onderworpen aan de vergunning van het college van burgemeester en schepenen dient vergund te worden.
Onverminderd de reglementaire voorschriften inzake stedenbouw, leefmilieu en arbeidsbescherming, is het verplicht:
De overtredingen op dit artikel worden geregeld in de ARAB en de veiligheidswetgeving.
Artikel 48:
Alle innames van het openbaar domein dienen vergund te zijn:
Artikel 51:
Zonder vergunning van de burgemeester toelating van het gemeentebestuur mogen op de openbare ruimte geen laad- of hijstoestellen, containers of ander bouwwerfmateriaal geplaatst worden.
Artikel 52:
Bomen en beplantingen op private eigendommen moeten zodanig gesnoeid worden dat iedere tak:
Wanneer een levende haag tot afsluiting dient, moet zij op ten minste 50 cm van de scheidingslijn met de het openbaar weg domein geplant worden. Hagen mogen niet voorbij de grens met het openbaar domein komen.
Indien bijzondere veiligheidsredenen dat vereisen, kan de burgemeester andere afmetingen opleggen, bijvoorbeeld de hoogte van de haag aan de straatkant. De voorgeschreven werken dienen binnen de opgelegde termijn verricht te worden. Indien er aan onderhavige bepaling geen gevolg wordt gegeven, zullen de werken door de gemeente verricht worden op kosten en risico van de in gebreke blijvende partij.
Artikel 86bis:
§ 1. Ter vrijwaring en herstel van de openbare rust kan de politie motorvoertuigen, die op een openbare plaats een verstoring vormen van de openbare rust of veiligheid, bestuurlijk in beslag nemen als preventieve politiemaatregel.
Deze bestuurlijke inbeslagname betreft een preventieve dwangmaatregel waarbij een motorvoertuig tijdelijk aan het vrije beschikkingsrecht van de bestuurder of de eigenaar wordt onttrokken ter vrijwaring van de openbare orde, zonder dat daarmee een eigendomsoverdracht gepaard gaat.
Het begrip motorvoertuig houdt eveneens alle toebehoren in, alsook de inhoud en de voorwerpen die er aan vastgemaakt zijn.
§ 2. De bestuurlijke inbeslagname houdt in dat het motorvoertuig onmiddellijk wordt getakeld en opgeslagen op kosten van de bestuurder of de eigenaar van het motorvoertuig.
§ 3. Het motorvoertuig wordt bestuurlijk in beslag genomen voor een minimale termijn van 72 uren en zolang dit met het oog op de openbare rust vereist is met een maximum van 6 maanden.
§ 4. Bij het in beslag nemen van een motorvoertuig dient de politie de bestuurder en de eigenaar van het motorvoertuig onverwijld op de hoogte te stellen van de reden van inbeslagname en de procedure voor de vrijgave.
§ 5. De bestuurder en de eigenaar van het in beslag genomen motorvoertuig hebben het recht om een schriftelijk en gemotiveerd verzoek voor vrijgave in te dienen bij de burgemeester.
§ 6. De kosten voor takeling, opslag/bewaring en eventuele andere administratieve lasten verbonden aan de bestuurlijke inbeslagname zijn voor rekening van de bestuurder of de eigenaar van het motorvoertuig. De kosten gelden eveneens indien het motorvoertuig niet wordt opgehaald na de maximale termijn van 6 maanden, zoals bepaald in § 3.
Artikel 129:
Onderstaande gedragingen, zoals beschreven in het Strafwetboek, kunnen bestraft worden met respectievelijke straffen bepaald in het Strafwetboek of met een administratieve geldboete van maximum 350 euro de wettelijk bepaalde maximale administratieve geldboete:
In deze politieverordening worden deze ambtenaren de gemachtigde ambtenaren genoemd.
Artikel 131:
§ 1. Voor zover door wetten, decreten, besluiten, algemene of provinciale verordeningen geen straffen of sancties zijn voorzien, kunnen de inbreuken tegen de bepalingen van deze politieverordening gestraft worden met een administratieve sanctie overeenkomstig de wet van 24 juni 2013 en latere wijzigingen:
§ 2. Alternatieve maatregelen voor de administratieve geldboete, zoals bedoeld in § 1, punt 1, kunnen worden opgelegd: de gemeenschapsdienst, gedefinieerd als zijnde een prestatie van algemeen belang uitgevoerd door de overtreder ten gunste van de gemeenschap, de lokale bemiddeling, gedefinieerd als zijnde een maatregel die het voor de overtreder mogelijk maakt om, door tussenkomst van een bemiddelaar, de veroorzaakte schade te herstellen of schadeloos te stellen of om het conflict te doen bedaren.
§ 3. Een procedure van ouderlijke betrokkenheid kan worden voorzien voorafgaand aan het aanbod tot bemiddeling, tot gemeenschapsdienst of desgevallend, de oplegging van een administratieve geldboete.
Artikel 132:
De opgelegde administratieve geldboete kan niet hoger zijn dan het wettelijk voorziene maximum, met name 350 euro wettelijk bepaalde maximale boetebedrag.
Minderjarigen die de volle leeftijd van 16 jaar hebben bereikt op het tijdstip van de feiten kunnen gestraft worden met een administratieve geldboete van maximum 175 euro het wettelijk bepaalde maximale boetebedrag.
De omvang van de administratieve geldboete is proportioneel op grond van de zwaarte van de inbreuk die de boete verantwoordt en eventuele herhaling. De bij deze verordening voorgeschreven administratieve geldboete wordt verhoogd in geval van herhaling, zonder dat deze boete het wettelijk voorziene maximum mag overschrijden.
Herhaling bestaat wanneer de overtreder reeds werd gesanctioneerd voor eenzelfde inbreuk binnen de vierentwintig maanden voorafgaand aan de nieuwe vaststelling van de inbreuk.
Artikel 134:
Onderhavige verordening zal worden bekendgemaakt overeenkomstig artikel 286 §1, 1°, artikel 287 en 288 van het decreet lokaal bestuur d.d. 22 december 2017 en de wet van 24 juni 2013 en latere wijzigingen, meer specifiek artikel 15 met betrekking tot minderjarigen.
Gelet op het positief advies van de jeugdraad d.d. 30 april 2025;
De aangepaste Algemene Politieverordening aan dit besluit gehecht wordt goedgekeurd.