De raad keurt de aanvullende belasting op de personenbelasting (2025) goed.
Gelet op de artikelen 464 tot en met 470/2 van het Wetboek van Inkomstenbelastingen 1992;
Gelet op het decreet over het lokaal bestuur;
Overwegende dat de financiële toestand van de gemeente de invoering vergt van alle rendabele belastingen;
Artikel 1
Voor het aanslagjaar 2025 wordt een aanvullende belasting gevestigd ten laste van de rijksinwoners die belastbaar zijn in de gemeente op 1 januari van het aanslagjaar;
Artikel 2
De belasting wordt vastgesteld op 7,1 % van de overeenkomstig artikel 466 van het Wetboek van de inkomstenbelasting 1992 berekende grondslag voor hetzelfde aanslagjaar. Deze belasting wordt gevestigd op basis van het inkomen dat de belastingplichtige heeft verworven in het aanslagjaar voorafgaande jaar;
Artikel 3
De vestiging en de inning van de gemeentelijke belasting zullen door het toedoen van het bestuur der directe belastingen geschieden, zoals bepaald in artikel 469 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen;
Artikel 4
Deze verordening wordt naar de toezichthoudende overheid gezonden.