De gemeenteraad keurt de notulen goed.
Gelet op het decreet over het lokaal bestuur, artikel 40 en 41;
Gelet op het decreet over het lokaal bestuur, artikel 302 en 303;
Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 22 juni 2021 houdende het reglement klachtenbehandeling;
Gelet op het rapport van de algemeen directeur over de klachtenbehandeling van 2022 als bijlage, opgemaakt in toepassing van artikel 303 §3 van het decreet over het lokaal bestuur en voorbereid door de klachtencoördinator;
Overwegende de in 2022 ontvangen klachten;
Overwegende dat het jaarlijks verslag over de klachtenbehandeling volgende elementen bevat:
Overwegende dat het overzicht van de klachten en de behandeling eveneens geagendeerd wordt op het managementteam, het college van burgemeester en schepenen, het vast bureau en het directiecomité van het AGB;
Overwegende dat het college inzage wenst te geven in de meldingsregisters;
Overwegende dat na evaluatie door het mat blijkt dat de procesbeschrijving klachtenbehandeling dient te worden aangepast;
Artikel 1
De gemeenteraad neemt kennis van het rapport van de algemeen directeur over de klachtenbehandeling van 2022 als bijlage bij dit besluit en neemt er akte van dat de gemiddelde behandelingstijd 7,33 dagen bedraagt;
Artikel 2
De gemeenteraad neemt kennis van de meldingsregisters als bijlage bij dit besluit;
Artikel 3
De gemeenteraad neemt kennis van de briefwisselingen het Agentschap Binnenlands Bestuur betreffende klachten van burgers van 2022;
Artikel 4
De aangepaste procesbeschrijving klachtenbehandeling als bijlage bij het besluit wordt goedgekeurd en treedt in werking met ingang van 1 april 2023.
Gelet op het decreet over het lokaal bestuur, artikel 40 en 41;
Gelet op het decreet over het lokaal bestuur, artikel 39;
Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 25 maart 2019 houdende deontologische code voor de gemeente en OCMW-raadsleden;
Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 25 maart 2019 houdende vaststelling aantal leden deontologische commissie;
Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 29 april 2019 houdende vaststelling samenstelling deontologische commissie (2019-2024), zoals gewijzigd;
Overwegende dat het Vlaams Parlement aan artikel 39 van het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur de volgende zinnen heeft toegevoegd:
"De gemeenteraad neemt een deontologische code aan... “en richt een deontologische commissie op. De deontologische code regelt ook de samenstelling, werking en bevoegdheid van de deontologische commissie. De deontologische commissie bestaat minstens uit één vertegenwoordiger per fractie in de gemeenteraad.”;
Overwegende dat de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn reeds een deontologische commissie in de schoot van de gemeenteraad hebben opgericht;
Overwegende dat de gemeenteraad het aantal leden van de deontologische commissie heeft vastgesteld op 9, als volgt verdeeld over de fracties:
Overwegende dat Groen na de recente decreetwijziging recht heeft op een volwaardige vertegenwoordiger;
Overwegende dat het omwille van het principe van de evenredigheid aangewezen is om het aantal leden van de deontologische commissie te verhogen tot 11;
Artikel 1
Artikel 51, 52 en 53 (inclusief titel) van de deontologische code voor de gemeente- en OCMW-mandatarissen als volgt aan te passen:
Artikel 51
De deontologische commissie van de gemeenteraad/ raad voor maatschappelijk welzijn
§1. Oprichting van een deontologische commissie van de gemeenteraad/ raad voor maatschappelijk welzijn
Er wordt een deontologische commissie in de schoot van de gemeenteraad en een deontologische commissie in de schoot van de raad voor maatschappelijk welzijn opgericht.
§2. Bevoegdheid van de deontologische commissies
De commissie gaat na over welke mandataris er een melding gemaakt wordt en in welke hoedanigheid.
Als de deontologische commissie een onderzoek naar een inbreuk op de deontologische code afrondt, brengt ze de gemeenteraad of de raad voor maatschappelijk welzijn op de hoogte van dat onderzoek en van haar advies of uitspraak.
De deontologische commissies kunnen geen tuchtmaatregelen of blaam opleggen maar de besprekingen binnen de deontologische commissie kunnen leiden tot:
De deontologische commissie voor de gemeenteraad is bevoegd voor:
De deontologische commissie voor de raad voor maatschappelijk welzijn is bevoegd voor:
§3. Samenstelling van de deontologische commissies
De samenstelling van de deontologische commissie van de gemeenteraad wordt geregeld in een apart gemeenteraadsbesluit, met dien verstande dat alle fracties van de gemeenteraad moeten vertegenwoordigd zijn in de commissie en de leden aangesteld worden met een akte van voordracht.
Om ontvankelijk te zijn moet de akte van voordracht voor elk van de kandidaat-commissieleden ten minste ondertekend zijn door een meerderheid van de leden van de fractie waarvan het kandidaat-commissielid deel uitmaakt. Als de fractie van het kandidaat-commissielid maar uit twee verkozenen bestaat, volstaat de handtekening van een van hen. Niemand kan meer dan één akte ondertekenen per beschikbaar mandaat voor de fractie.
De burgemeester of schepenen kunnen geen voorzitter zijn van een deontologische commissie.
Een lid van de deontologische commissie van de gemeenteraad kan zich laten vervangen door iemand van dezelfde politieke fractie. Een lid dat deel uitmaakt van een éénmansfractie, kan zich laten vervangen door een mandataris van een andere fractie. Gaat een procedure over een mogelijke schending van een code door een lid van de commissie, dan wordt tijdens de hele procedure daarover het lid vervangen door een door zijn/haar fractie aangestelde plaatsvervanger.
De samenstelling van de deontologische commissie van de gemeenteraad is identiek aan de samenstelling van de deontologische commissie van de raad voor maatschappelijk welzijn.
§4. De wijze van vergaderen
De deontologische commissie vergadert achter gesloten deuren, tenzij de betrokkene die het voorwerp uitmaakt van de melding of klacht, om een openbare behandeling vraagt voor zijn eigen tussenkomst.
Voor de besprekingen en de adviezen van de deontologische commissie is geen aanwezigheidsquorum vereist.
De leden van de commissie werken volgens volgen de principes:
§5. Melding van een mogelijke schending
Meldingen van gemeenteraadsleden/ leden van de raad voor maatschappelijk welzijn over een mogelijke schending van de deontologische code worden ingediend bij de voorzitter van de deontologische commissie van de gemeenteraad/ van de raad voor maatschappelijk welzijn die de melding beoordeelt inzake ontvankelijkheid. Een melding is niet ontvankelijk indien:
In geval van hoogdringendheid, te beoordelen door de voorzitter van de deontologische commissie, wordt de bijeenroeping tenminste 3 dagen voor de vergadering bezorgd.
De bezorging van de oproeping, de agenda en het dossier gebeurt op dezelfde wijze als dat gebeurt in de raad, met dat verschil dat enkel de leden van de deontologische commissie deze oproep, agenda en dossiers ontvangt.
§6. De voorzitter van de deontologische commissie stelt de agenda op, opent en sluit de vergadering, is verantwoordelijk voor de handhaving van de orde en zit de vergadering voor. De notulen van de vergadering worden onder de verantwoordelijkheid van de algemeen directeur opgesteld overeenkomstig artikel 277 van het decreet over het lokaal bestuur.
§7. Enkel de gemeenteraad/ raad voor maatschappelijk welzijn kan zich uitspreken of een mandataris van de gemeente/het OCMW een schending heeft begaan. Dat kan op basis van het gemotiveerd advies van de deontologische commissie. Als de raad beslist om af te wijken van het advies dan moet de vermeende schender de kans krijgen om door de raad zelf gehoord te worden vooraleer de raad ten gronde besluit.
Wanneer de gemeenteraad/ raad voor maatschappelijk welzijn vaststelt dat deze code geschonden werd door een mandataris van de gemeente/ het OCMW, dan kan de raad:
§8. Het presentiegeld van de leden van de deontologische commissie wordt desgevallend geregeld in een apart raadsbesluit.
Artikel 2
De gecoördineerde versie van de deontologische code voor de gemeente- en OCMW-mandatarissen als bijlage bij dit besluit goed te keuren
Artikel 3
Artikel 1 van het gemeenteraadsbesluit van 25 maart 2019 houdende vaststelling aantal leden deontologische commissie als volgt aan te passen:
Het aantal leden van de deontologische commissie vast te stellen op 11;
Artikel 4
Artikel 2 van het gemeenteraadsbesluit van 25 maart 2019 houdende vaststelling aantal leden deontologische commissie als volgt aan te passen:
De verdeling van het aantal zetels over de fracties als volgt vast te stellen:
Artikel 5
De samenstelling van de deontologische commissie zoals bepaald door de gemeenteraad van 29 april 2019 blijft behouden, met dien verstande dat zowel CD&V-PLUS als Groen uitgenodigd worden om een voordracht in te dienen voor een bijkomend lid van de commissie;
De voordrachtaktes dienen overhandigd te worden aan de voorzitter van de gemeenteraad vóór 17 april 2023;
Artikel 6
De leden en de voorzitter van de deontologische commissie van de gemeenteraad zijn van rechtswege ook leden en voorzitter van de deontologische commissie van de raad voor maatschappelijk welzijn.
Gelet op het decreet over het lokaal bestuur, artikel 40 en 41;
Gelet op de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de sociale zekerheid;
Gelet op de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens (Privacywet);
Gelet op het Vlaamse e-governmentdecreet van 18 juli 2008 betreffende het elektronisch bestuurlijk gegevensverkeer;
Gelet op verordening (EU) 2016/679 van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG: algemene verordening gegevensbescherming;
Gelet op het koninklijk besluit van 13 februari 2001 ter uitvoering van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 15 mei 2009 houdende de uitvoering van het decreet van 18 juli 2008 betreffende het elektronisch bestuurlijk gegevensverkeer;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 15 mei 2009 betreffende veiligheidsconsulenten;
Overwegende dat het beleid en het management een cruciale rol spelen om informatieveiligheid te waarborgen binnen de organisatie;
Overwegende dat het beleid en het management informatieveiligheid ondersteunen en zich hierbij betrokken voelen door het uitbrengen en handhaven van een informatieveiligheidsbeleid van en voor het lokale bestuur;
Overwegende dat informatieveiligheid rond meer draait dan enkel ICT, computers en automatisering, maar ook rond álle uitingsvormen van informatie, alle mogelijke informatiedragers en alle informatie verwerkende systemen, en vooral ook mensen en processen;
Gelet op de beleidsnota "Informatieveiligheidsbeleid lokaal bestuur Merchtem gemeente/OCMW/AGB" als bijlage bij dit besluit;
De gemeenteraad keurt de beleidsnota "Informatieveiligheidsbeleid lokaal bestuur Merchtem gemeente/OCMW/AGB" goed.
Gelet op het decreet over het lokaal bestuur, artikel 40 en 41;
Gelet op de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de sociale zekerheid;
Gelet op de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens (Privacywet);
Gelet op het Vlaamse e-governmentdecreet van 18 juli 2008 betreffende het elektronisch bestuurlijk gegevensverkeer;
Gelet op verordening (EU) 2016/679 van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG: algemene verordening gegevensbescherming;
Gelet op het koninklijk besluit van 13 februari 2001 ter uitvoering van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 15 mei 2009 houdende de uitvoering van het decreet van 18 juli 2008 betreffende het elektronisch bestuurlijk gegevensverkeer;
Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 15 mei 2009 betreffende veiligheidsconsulenten;
Gelet op het besluit van de gemeenteraad van heden houdende goedkeuring informatieveiligheidsbeleid lokaal bestuur Merchtem;
Overwegende dat het lokaal bestuur als verantwoordelijke voor de verwerking van persoonsgegevens moet voorzien in een procedure om beveiligingsincidenten en gegevenslekken op te sporen, te rapporteren en te onderzoeken;
Overwegende dat het belangrijk is dat personeelsleden en mandatarissen weten wat beveiligingsincidenten en gegevenslekken zijn en waar deze kunnen gemeld worden;
Overwegende dat de informatieveiligheidscel een procedure voor beveiligingsincidenten en gegevenslekken heeft opgesteld;
Gelet op de procedure beveiligingsincidenten en gegevenslekken als bijlage bij dit besluit;
Artikel 1
De procedure beveiligingsincidenten en gegevenslekken als bijlage bij dit besluit wordt goedgekeurd;
Artikel 2
Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met de praktische uitvoering en update van de contactgegevens indien nodig.
Overwegende dat Intradura een intergemeentelijke opdrachthoudende vereniging is die wordt beheerst door het Decreet Lokaal Bestuur;
Gelet inzonderheid op de bepalingen van artikel 432 van het Decreet;
Gelet op de artikelen 40 en 41 van het Decreet Lokaal Bestuur dat de bevoegdheden van de gemeenteraad bepaalt;
Overwegend dat de gemeente Merchtem aangesloten is bij Intradura die werd opgericht op 27 april 2017;
Gelet op de agenda van de Algemene Vergadering van Intradura die zal gehouden worden op 21 juni 2023 en ondermeer volgend agendapunt omvat:
Gelet op het voorstel van de Raad van Bestuur van Intradura;
Na beraadslaging en stemming;
Amendement ingediend door PRO Merchtem
Bij het artikel 41 (vergoedingen) wil PRO Merchtem het volgende punt opgenomen zien worden: Schepenen en burgemeester kunnen geen presentiegelden meer ontvangen voor het bijwonen van een vergadering van de raad van bestuur.
Motivatie:
Onze motivatie om geen presentiegelden te ontvangen voor deelname aan deze raden van bestuur is om belangenconflicten te voorkomen. Als schepenen en burgemeesters betaald zouden worden voor hun deelname aan de raden van bestuur van intercommunales, zou dit de vraag kunnen oproepen of hun beslissingen in het belang zijn van de gemeenschap of van hun eigen financiële belangen.
Door af te zien van presentiegelden, kunnen schepenen en burgemeesters hun betrokkenheid bij de intercommunales op een onpartijdige en integere manier uitvoeren. Ook is PRO Merchtem van mening dat hiervoor geen extra presentiegeld moet betaald worden omdat PRO Merchtem dit ziet als onderdeel van hun schepen- of burgemeestersambt.
Het afzien van presentiegelden voor Burgemeester en Schepenen draagt bij aan een goed bestuur en versterkt het vertrouwen van de burgers in hun lokale overheid en is tevens een besparing voor onze gemeente.
Met 7 stemmen voor (Joris Verspecht, Toon Dours, Luc Robberechts, Francis Wijns, Tom Vandenbossche, Luc Vrijders, Lieven Verhaegen), 18 stemmen tegen (Walter Teugels, Maarten Mast, Lien Casier, David De Valck, Steven Elpers, Toon Luypaert, Julie Asselman, Mario Vandevelde, Tonia Abbeloos, Chantal Mostaert, Ludwig De Mesmaeker, Stefaan Van Den Eynde, Nathalie Hellinckx, Anne Del Piero, Tom Van Gestel, Jean De Block, Reinhoud De Bosscher, Michiel De Potter) wordt het amendement verworpen.
Artikel 1
Het voorstel van statutenwijzigingen wordt goedgekeurd;
Artikel 2
Schepen David de Valck, wonende Stoofstraat 59 te 1785 Merchtem (e-mail: david.devalck@merchtem.be - gsm: 0495 52 17 36) is gemandateerd om het voorstel van statutenwijzigingen op de Algemene Vergadering van Intradura d.d. 21 juni 2023 goed te keuren;
Artikel 3
Het College van Burgemeester en Schepenen wordt gelast met de uitvoering van dit besluit.
Gelet op het decreet over het lokaal bestuur, artikel 40 en 41;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering er van 22 november 2013 houdende de vergunningsvoorwaarden en het kwaliteitsbeleid voor gezinsopvang en groepsopvang van baby's en peuters;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 9 mei 2014 houdende de procedures voor de aanvraag en de toekenning van de vergunning en de subsidies voor gezinsopvang en groepsopvang van baby's en peuters;
Overwegende dat het lokaal bestuur een aantal belangrijke opdrachten heeft in het kader van kinderopvang;
Overwegende dat deze opdrachten ertoe moeten bijdragen dat er binnen de gemeente voldoende betaalbare, kwaliteitsvolle en toegankelijke kinderopvang is;
Overwegende dat een procedure rond beoordelingscriteria bij uitbreidingsrondes kinderopvang dient te worden uitgewerkt;
Overwegende dat aan het lokaal bestuur gevraagd wordt om een advies te formuleren wanneer een organisator wil starten met kinderopvang of uitbreiden met een aanzienlijk aantal plaatsen kinderopvang;
Overwegende dat dit advies noodzakelijk is opdat een organisator een vergunning zou krijgen bij agentschap Opgroeien;
Overwegende dat het lokaal bestuur advies zal geven over de opportuniteit van de opvang;
Overwegende dat een organisator moet aangeven hoe hij met de opmerkingen geformuleerd in het advies van het lokaal bestuur zal omgaan;
Overwegende dat het opportuniteitsadvies van het lokaal bestuur een organisator er dus toe moet aanzetten om na te denken en voldoende informatie in te winnen over het feit of het opportuun is om een kinderopvang op te richten op de vooropgestelde locatie;
Overwegende dat er zo er reeds voor de start van een nieuwe opvanglocatie een dialoog ontstaat tussen organisator en lokaal bestuur en de organisator inzicht krijgt in welke mate het lokaal bestuur eventuele problemen en kansen ziet voor de organisator, rekening houdend met de lokale context en de stedenbouwkundige situatie;
Gelet op het reglement opportuniteitsadvies kinderopvang als bijlage bij dit besluit;
Overwegende dat de procedure beschreven in dit reglement goedgekeurd werd door het samenwerkingsverband lokaal overleg kinderopvang van 7 maart 2023;
Het reglement opportuniteitsadvies kinderopvang als bijlage bij dit besluit wordt goedgekeurd.
Gelet op het decreet over het lokaal bestuur, artikel 40 en 41;
Get op het decreet van 20 april 2012 houdende de organisatie van kinderopvang van baby’s en peuters;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering er van 22 november 2013 houdende de vergunningsvoorwaarden en het kwaliteitsbeleid voor gezinsopvang en groepsopvang van baby's en peuters;
Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 9 mei 2014 houdende de procedures voor de aanvraag en de toekenning van de vergunning en de subsidies voor gezinsopvang en groepsopvang van baby's en peuters;
Overwegende dat de Vlaamse overheid met het decreet van 20 april 2012 stap voor stap voldoende, kwaliteitsvolle kinderopvang die voor iedereen toegankelijk is wil realiseren;
Overwegende dat de Vlaamse Regering om aan de vraag naar kinderopvang te voldoen verder in bijkomende opvangplaatsen wil investeren, en dat binnen de financiële mogelijkheden;
Overwegen dat de De Vlaamse Regering kan beslissen om voor kinderopvang van baby’s en peuters bijkomende middelen vrij te maken om die doelstelling te realiseren;
Overwegende dat een uitbreidingsronde niet alleen gaat over uitbreiding, maar vaak ook over omschakeling van bestaande plaatsen naar een ander subsidieniveau. Wanneer dit het geval is, lanceert Agentschap Opgroeien een oproep. Organisatoren kinderopvang kunnen hierop intekenen en een aanvraag indienen om de subsidie te krijgen;
Overwegende dat Opgroeien bij zo’n uitbreidingsronde ook aan elk lokaal bestuur vraagt om een gemotiveerd advies te formuleren met een score per aanvraag binnen de gemeente;
Overwegende dat het lokaal bestuur als lokale regisseur op die manier inbreng heeft in de ontwikkeling van het kinderopvangaanbod op het grondgebied;
Overwegende dat een lokaal bestuur, op basis van vooraf vastgelegde criteria, een gemotiveerd negatief of positief advies dient te geven over een aanvraag van een organisator bij een uitbreidingsronde;
Overwegende dat een negatief advies kan gegeven worden wanneer het lokaal bestuur oordeelt dat de aanvraag niet tegemoetkomt aan de lokale noden inzake voorschoolse kinderopvang of bij gebrek aan medewerking van de organisator aan het lokaal loket van de gemeente;
Overwegende dat de aanvraag niet in aanmerking zal komen voor de subsidie wanneer Opgroeien oordeelt dat het negatief advies relevant is;
Overwegende dat het lokaal bestuur aan de aanvraag een score dient toe te kennen wanneer het een gemotiveerd positief advies formuleert;
Gelet op het reglement beoordelingscriteria bij uitbreidingsrondes kinderopvang als bijlage bij dit besluit;
Overwegende dat de procedure beschreven in dit reglement goedgekeurd werd door het samenwerkingsverband lokaal overleg kinderopvang van 7 maart 2023;
Het reglement beoordelingscriteria bij uitbreidingsrondes kinderopvang als bijlage bij dit besluit wordt goedgekeurd.
Gelet op het decreet lokaal bestuur d.d. 22 december 2017 zoals gewijzigd;
Gelet op artikel 135 van de Nieuwe Gemeentewet
Gelet op de Wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties;
Gelet op de beslissing van de gemeenteraad d.d. 20 juni 2022 houdende goedkeuring aanpassing van de Algemene Politieverordening;
Gelet op de voorstellen aan het college van burgemeester en schepenen d.d. 22 december 2022, 12 januari 2023 en 9 februari 2023 houdende volgende aanpassingen aan de Algemene Politieverordening d.d. 20 juni 2022:
Toevoegen artikel 48 i.v.m. innames openbaar domein:
Artikel 48
Alle innames van het openbaar domein dienen vergund te zijn:
Afdeling 11. Gebruik elektriciteitskasten.
Artikel 78
§1. Er dient vooraf een geldig keuringsverslag van de elektrische installatie voorgelegd worden. De keuring dient uitgevoerd te worden door een erkend organisme volgens het AREI. Uit het keuringsverslag moet duidelijk blijken dat het gaat over de bedoelde elektrische installatie (chassisnummer of ander herkenningspunt). Ook moeten alle elektrische toestellen die in de attractie of op de stand gebruikt worden mee vermeld worden op het keuringsverslag, het afgeleverde attest moet bij elke controle kunnen worden voorgelegd.
§2. Enkel installaties conform de AREI-reglementering en de voorwaarden genoemd in dit reglement mogen stroom gebruiken via deze kast.
§3. Vanaf de kastuitgang valt de verantwoordelijkheid volledig ten laste van de gebruiker.
§4. Het gezamenlijk aan te sluiten vermogen van de toestellen van de betrokken gebruikers mag nooit groter zijn dan het totaal vermogen dat van de marktkast kan worden afgenomen.
§5. De eigen gebruikte stopcontacten en bedrading dienen steeds in goede staat te zijn. Na het gebruik dient de deur van de elektriciteitskast gesloten te worden en moeten de kleppen van de externe stopcontacten dichtgeklapt en -gedraaid worden.
§6. Elke onregelmatigheid aan de kast dient onmiddellijk aan de bevoegde persoon (dienst Uitvoering - 052 37 39 15) van de gemeente gemeld te worden.
§7. Het is ten strengste verboden om zelf handelingen uit te voeren in de elektriciteitskast bij stroomuitval.
Toevoegen Afdeling 12 met artikel 79 onder Hoofdstuk III - De openbare veiligheid en de vlotte doorgang i.v.m. gemeentewegen:
Afdeling 12. Gemeentewegen.
Artikel 79
Het is verboden:
Artikel 113
In het woongebied waar honden aan de leiband dienen te worden gehouden, zijn de begeleiders ervan verplicht:
Indien de overtreder de uitwerpselen niet verwijdert, worden, onverminderd de mogelijkheid tot het opleggen van een administratieve geldboete, de kosten voor het opruimen en reinigen door de gemeentelijke diensten aan de overtreder aangerekend.
Gezien de nummering van de artikels is aangepast aan de laatste wijzigingen;
Gelet op het positief advies van de jeugdraad d.d. 21 februari 2023;
De aangepaste Algemene Politieverordening aan dit besluit gehecht wordt goedgekeurd.
Als bijlage ter kennisgeving besluiten van de secretaris-generaal departement MOW houdende afkeuring aanvullend verkeersreglement (AR) wijzigen voorrangsregeling N290 Brusselsesteenweg/Kalkovenlaan en afkeuring AR wijziging voorrangsregeling N211 Wolvertemsesteenweg/Burchtlaan/Reedijk.
Gemeentebestuur zal - in overleg met AWV en naar analogie met de beslissing i.k.v. de gelijkaardige afgekeurde maatregel op de N290 Brusselsesteenweg/Kalkovenlaan - een tijdelijke werfsituatie opstellen, waarvoor geen AR vereist is; m.a.w. invoeren via een tijdelijke politieverordening.
Deze situatie zal door het AWV en de gemeente samen geëvalueerd worden voor beide gewestwegen. Indien nodig zal de maatregel opnieuw geagendeerd worden op de Provinciale Commissie Verkeersveiligheid (PCV), waarna de gemeente eventueel een nieuw AR kan opmaken en voor bezorgen aan dienst MOW.
Ter kennis genomen.
Gelet op artikel 177, 266 en 267 van het Decreet over het lokaal bestuur;
In de betrokken periode dient er een visum gevraagd worden voor alle uitgaven boven 8.500€ excl. BTW behalve deze die uitgesloten zijn van de visumverplichting.
De gemeenteraad neemt kennis van de rapportering met betrekking tot de voorafgaande krediet- en wetmatigheidscontrole door de financieel directeur volgens artikels 177, 266 en 267 van het Decreet over het lokaal bestuur.
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 40 en 41 betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad;
Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van de bestuurshandelingen;
Gelet op de thans van kracht zijnde statuten van Haviland zoals gepubliceerd in de bijlagen bij het Belgisch Staatsblad op 9 juli 2021;
Overwegende dat overeenkomstig artikel 4,§1 van haar statuten Haviland tot doel heeft haar deelnemers bij te staan bij de uitvoering van hun taken door het verlenen van ondersteunende diensten, door de samenwerking tussen de gemeenten te bevorderen en door de ontwikkelingsinitiatieven in het belang van de groep van de aangesloten gemeenten en de regio ervan te nemen en/of te bestendigen binnen bepaalde beleidsdomeinen, waaronder burenbemiddeling; dat deze dienstverlening volgens artikel 5 van deze statuten onder meer de vorm kan aannemen van diensten voor één of meer deelnemers waarvoor exclusiviteit verleend wordt en dit op basis van een kosten- en expertisedelend principe;
Gelet op de mogelijkheid van Haviland om, conform hogervermelde statuten, diensten te leveren in het belang van de aangesloten gemeenten en het feit dat de aanduiding van een coördinator burenbemiddeling ontegensprekelijk als een dergelijke dienst dient beschouwd te worden;
Dat de gemeente Merchtem als deelnemer van de dienstverlenende vereniging Haviland in de mogelijkheid is om een beroep te doen op deze diensten van de vereniging, alsook diensten in exclusiviteit kan geven aan Haviland.
Dat aldus, voor de coördinatie van burengeschillen een beroep zal worden gedaan op een personeelslid van Haviland. Dit met als voordeel dat bepaalde instanties zoals politie en vrederechter zullen worden ontlast, maar evenzeer omwille van de uniformiteit en de expertisevorming van HAVILAND.
Dat deze ondersteuning door Haviland voor de gemeente Merchtem een in exclusiviteit toegewezen dienst is, waarbij de gemeente zich ertoe verbindt om voor de diensten dewelke in deze overeenkomst worden omschreven, indien ze deze niet in eigen beheer wenst uit te voeren, uitsluitend een beroep te doen op de diensten van Haviland.
Dat de gemeente aldus kan kiezen om voor de betrokken diensten een beroep te doen op Haviland, dan wel om deze diensten zelf uit te oefenen, doch uitdrukkelijk afziet van de mogelijkheid om de dienst, gedurende de looptijd van de overeenkomst, te laten uitvoeren door derden.
Dat voor de uitvoering van deze exclusieve taken zal worden gewerkt overeenkomstig de in bijlage toegevoegde overeenkomst.
Dat de gemeenteraad het dan ook aangewezen acht om, met ingang van 1 mei 2023, voornoemde diensten toe te kennen aan HAVILAND, overeenkomstig de modaliteiten zoals beschreven in de als bijlage toegevoegde overeenkomst;
Dat de gemeente Merchtem een afgevaardigde zal aanduiden, namelijk burgemeester Maarten Mast, welke vier keer per jaar onbezoldigd zal deelnemen aan de stuurgroep.
Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen;
Artikel 1
De gemeenteraad keurt de samenwerkingsovereenkomst betreffende de aanstelling van een coördinator burenbemiddeling goed. De tekst van de samenwerkingsovereenkomst wordt bij deze beslissing gevoegd en maakt er volledig deel van uit.
Artikel 2
De gemeenteraad beslist om, met ingang van 1 mei 2023, de coördinatie burenbemiddeling te laten uitvoeren door een personeelslid van Haviland.
Artikel 3
Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met het uitvoeren van bovenstaande beslissing.
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, zoals gewijzigd;
Gelet op het Bestuursdecreet van 7 december 2018, zoals gewijzigd;
Gelet op het proces-verbaal van meting en afpaling opgemaakt door Marc Geerts, landmeter-expert, op 19 september 2022;
Gelet op het feit dat de gemeente deze strook wenst in te lijven om reden van openbaar nut;
Gelet op de belofte van grondafstand door Steven De Velder en Steffi De Nul op 21/12/2016;
Gelet op het ontwerp van akte van gratis grondafstand opgemaakt door Steven Podevyn/Robbe Tack, notarissen te Merchtem, voor de gratis grondafstand van een strook grond gelegen ter hoogte van Breestraeten, gekadastreerd als afdeling 1, sectie F, nummer 0260G2P0000 met een oppervlakte van 36 ca;
De bijgevoegde ontwerpakte, opgemaakt door Steven Podevyn/Robbe Tack, notarissen te Merchtem, voor de gratis grondafstand van een strook grond gelegen ter hoogte van Breestraeten, gekadastreerd als afdeling 1, sectie F, nummer 0260G2P0000 met een oppervlakte van 36 ca, wordt goedgekeurd.
Gelet op het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 en zijn latere wijzigingen;
Gelet op het Bestuursdecreet van 7 december 2018 en zijn latere wijzigingen;
Gezien de gemeente eigenaar is van het perceel grond gelegen ter hoogte van Langevelde, Merchtem, genaamd Bosbeke, gekend onder afdeling E nr. 401A en de percelen grond gelegen Brusselsesteenweg te Merchtem, genaamd den Drinckelinck, gekend onder afdeling H, nrs. 233F en 254V;
Gezien deze percelen grond op het ogenblik van de aankoop gepacht werden door Bart Vanderstraeten;
Gezien de gemeente op korte termijn over deze percelen wil kunnen beschikken indien ze dit nodig acht en daarom de percelen grond kosteloos ter beschikking wil stellen;
Gelet op het ontwerp van onderhandse overeenkomst van kosteloze bruiklening tussen de gemeente Merchtem en de heer Bart Vanderstraeten;
Gezien het gebruik kosteloos is;
De onderhandse overeenkomst van kosteloze bruiklening wordt goedgekeurd.
Het debat omtrent de behandeling van de variapunten wordt vermeld in het audio zittingsverslag van de gemeenteraad d.d. 27 maart 2023.
Namens de gemeenteraad,
Namens Gemeenteraad,
Chris Van den Bossche
Algemeen directeur
Walter Teugels
Voorzitter gemeenteraad